Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 december 2017 in de zaak tussen
[de persoon] , te Amsterdam, eiseres
de burgemeester van Amsterdam, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
“Indien u zich opnieuw aan een ordeverstorende gedraging schuldig maakt, kunt u een verwijderingsbevel krijgen (…) voor de duur van één maand, indien u in een periode van een jaar in totaal twee maal een beval tot verwijdering voor de duur van vierentwintig uur heeft gekregen”.
“De burgemeester kan degene die in een overlastgebied een van de in het eerste lid genoemde overtredingen pleegt, bevelen om zich uit dat overlastgebied te verwijderen en zich daar niet meer te bevinden: a. voor de duur van één maand als hem binnen een periode van één jaar tweemaal een bevel als bedoeld in het eerste lid is gegeven”. Daarnaast stelt de rechtbank vast dat in de toelichting bij artikel 2.9 van de APV onder meer staat:
“Degene die binnen een aaneengesloten tijdvak van een jaar tweemaal een 24-uursbevel heeft gekregen, komt in aanmerking voor een verblijfsverbod voor de duur van één maand. De bevoegdheid tot het opleggen van bevelen die langer duren dan 24 uur is niet gemandateerd vanwege de zwaarte van de maatregel. Bij het tweede 24-uursbevel reikt de politie een schriftelijke waarschuwing uit, waarin wordt toegelicht hoe een verblijfsverbod uiteindelijk kan oplopen tot drie maanden.”
Bij het tweede 24-uursbevel reikt de politie een schriftelijke waarschuwing uit, waarin wordt toegelicht hoe een verblijfsverbod uiteindelijk kan oplopen tot drie maanden.”Indien voor eenzelfde gedraging een tweede 24-uursbevel kan worden gegeven alsook een maandbevel, zou het conform deze toelichting uitreiken van een schriftelijke waarschuwing betekenisloos zijn. Immers, in dat geval zou een betrokkene, ondanks het in acht nemen van de uitgereikte waarschuwing, het voorkomen van een maandbevel niet meer in eigen macht hebben. Het voorgaande laat overigens onverlet dat verweerder bij een derde binnen een periode van één jaar gepleegde overtreding als bedoeld in artikel 2.9, eerste lid, van de APV, naast de bevoegdheid tot het geven van een maandbevel ook de bevoegdheid heeft een 24-uursbevel te geven, vanwege het onmiddellijk handhaven van de openbare orde.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- herroept het primaire besluit en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 168,- aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.980,-.
.