4.8.Omdat de rechtbank het beroep van eiseres gegrond verklaart, bepaalt de rechtbank dat verweerder aan eiseres het door haar betaalde griffierecht vergoedt.
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- herroept het primaire besluit en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;
- draagt verweerder op de door eiseres betaalde kosten van de bestuursdwang van € 373,- aan haar te vergoeden.
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 168,- aan eiseres te vergoeden;
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.Z, Achouak el Idrissi, rechter, in aanwezigheid van mr. A. Teggelaar, griffier
.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 6 december 2017.
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.
1. Op grond van artikel 170, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wegenverkeerswet 1994 (Wvw) behoort tot de bevoegdheid van burgemeester en wethouders tot oplegging van een last onder bestuursdwang als bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet, de bevoegdheid tot het overbrengen en in bewaring stellen van een op de weg staand voertuig, indien met het voertuig bij of krachtens deze wet vastgesteld voorschrift wordt overtreden en bovendien verwijdering van het voertuig noodzakelijk is in verband met het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen.
2. Op grond van artikel 2 van de Wegsleepverordening Amsterdam 2010 - voor zover hier van belang - worden als wegen en weggedeelten, bedoeld in artikel 170, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wvw aangewezen alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente Amsterdam voor zover die behoren tot een van de in artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen (het Besluit) bedoelde soorten van wegen en weggedeelten.
3. In artikel 2, aanhef en onder b, van het Besluit - voor zover van belang - is bepaald dat de soorten van weggedeelten en wegen als bedoeld in artikel 173, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wvw, wegen en weggedeelten zijn waar door middel van parkeergelegenheden aangeduid door bord E2 van bijlage I bij het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV), wordt aangegeven dat het verboden is stil te staan.
4. Op grond van artikel 24, eerste lid en onder b, van het RVV mag de bestuurder zijn voertuig niet parkeren voor een inrit of een uitrit.
De definities in het Verdrag van Wenen inzake Verkeerstekens
5. According to artikel 1 of the Vienna Convention on Road Signs and Signals the following expressions shall have the meanings hereby assigned to them:
d. “Carriageway” means the part of a road normally used by vehicular traffic; a road may comprise several carriageways clearly separated from one another by, for example, a dividing strip or a difference of level (…).”
6. According to Annex 1 section C under 9 of the Convention all prohibitions and restrictions of parking shall apply only on the side of the carriageway on which the signs are placed.
De definities in de Nederlandse regelgeving
8. In artikel 1, sub b, van de Wvw is “een weg” als volgt gedefinieerd: alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten.
7. Artikel 10 RVV bepaalt onder meer:
"1. Andere bestuurders dan die genoemd in de artikelen 5 tot en met 8 gebruiken de rijbaan. Deze bestuurders en voetgangers die een aanhangwagen voortbewegen die kennelijk bestemd is om door een motorvoertuig te worden voortbewogen, mogen voor het parkeren van hun voertuig tevens andere weggedeelten gebruiken, behalve het trottoir, het voetpad, het fietspad, het fiets/bromfietspad of het ruiterpad."
8. Artikel 65 RVV 1990 bepaalt:
"1. Ingeval een weg is verdeeld in rijstroken, kan de toepassing van een verkeersbord worden beperkt tot één of meer rijstroken.
2. De verkeersborden E1, E2 en E3 van bijlage I gelden slechts voor de zijde van de weg alwaar zij zijn geplaatst.
3.Het parkeren van een voertuig en het plaatsen van een fiets en van een bromfiets is echter toegestaan op de daartoe bestemde weggedeelten."
In artikel 66 RVV 1990 staat voor zover hier relevant:
"1. Indien boven een verkeersbord het woord «zone» is aangebracht en een aanduiding van het gebied van de zone is toegevoegd, geldt het verkeersbord in het aldus aangeduide gebied.
2.Indien boven een verkeersbord het woord «zone» is aangebracht zonder aanduiding van het gebied van de zone, geldt het verkeersbord in een gebied dat wordt begrensd door het verkeersbord en een of meer in samenhang met dat verkeersbord geplaatste borden waarmee het einde van de zone wordt aangeduid.” (…)