Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het vonnis in het incident van 24 mei 2017, met de daarin genoemde gedingstukken;
- de conclusie van dupliek, met producties;
- de akte uitlating producties.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak vorderde de eiseres, een besloten vennootschap, schadevergoeding van ABN AMRO BANK N.V. wegens schending van de zorgplicht bij het adviseren over een renteswap. De eiseres had in 2008 een kredietovereenkomst afgesloten met ABN AMRO, waarbij een renteswap werd geadviseerd om het renterisico van twee leningen af te dekken. Echter, de renteswap bleek niet passend voor de situatie van de eiseres, aangezien deze geen renterisico liep op de betreffende leningen. De rechtbank oordeelde dat ABN AMRO niet had voldaan aan haar zorgplicht door de eiseres niet adequaat te informeren over de risico's van de renteswap en de negatieve waarde ervan. De rechtbank stelde vast dat de eiseres schade had geleden door de onjuiste advisering en dat ABN AMRO aansprakelijk was voor deze schade. De rechtbank veroordeelde ABN AMRO tot betaling van de vaste rente die de eiseres had betaald, verminderd met de ontvangen variabele rente, en tot betaling van de negatieve waarde van de renteswap. Tevens werd ABN AMRO veroordeeld in de proceskosten.