Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 december 2017 in de zaak tussen
[eiser sub 1] , te [woonplaats] , eiser 1
[eiser sub 2] , advocaat te [plaats] , eiser 2
Procesverloop
Overwegingen
AMS 16/6814) en bepaald dat de aanvraag van eiser 1 wordt ingewilligd. Verweerder heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
AMS 16/6814volgens eisers gezegd dat de toevoegingszaak een buitengewoon complexe zaak betreft. Bovendien had eiser 1 de zaak niet kunnen bepleiten zoals eiser 2 heeft gedaan. Eiser 1 had namelijk vanwege de gevoeligheid van de zaak geen volledige toegang tot het strafdossier.
AMS 16/6814heeft deze rechtbank, voor zover van belang, het volgende overwogen:
AMS 16/6814dusdanig feitelijk of juridisch complex waren, dat rechtsbijstand van een advocaat noodzakelijk was. Het enkele feit dat de rechtbank in
AMS 16/6814heeft geoordeeld dat de onderliggende strafzaak complex is, betekent niet dat de beroepsprocedure over de afwijzing van de toevoeging gevoerd tegen verweerder dan automatisch ook complex is. Dat zou leiden tot een ongewenst Droste-effect, waarbij bij wijze van spreken tot in het oneindige toevoegingen zouden dienen te worden verleend.