ECLI:NL:RBAMS:2017:9564
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake handhaving last onder dwangsom voor horeca-activiteit
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 20 december 2017 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van [persoon 1], de exploitant van [naam bedrijf 1]. Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Centrum had op 13 april 2017 een last onder dwangsom opgelegd aan [persoon 1] vanwege vermeende overtredingen van de geldende regelgeving. Het bestreden besluit, dat het bezwaar van [persoon 1] ongegrond verklaarde, werd aangevochten door [persoon 1] die verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld op 12 december 2017.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat er een afweging gemaakt moet worden tussen de belangen van partijen. Hij heeft geconcludeerd dat de last onder dwangsom onduidelijk is geformuleerd, vooral met betrekking tot de vraag of er sprake is van horeca 1. De voorzieningenrechter heeft opgemerkt dat de aanwezigheid van bepaalde keukenapparatuur niet automatisch betekent dat er sprake is van horeca 1, zoals gedefinieerd in het bestemmingsplan. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen en de besluiten van het algemeen bestuur geschorst tot de uitspraak op het beroep.
Daarnaast heeft de voorzieningenrechter bepaald dat het algemeen bestuur het door [persoon 1] betaalde griffierecht moet vergoeden en veroordeelt het algemeen bestuur in de proceskosten van [persoon 1]. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.