Op 2 februari 2017 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1976, die eerder ter beschikking was gesteld op 3 oktober 2011. De vordering van de officier van justitie, ingediend op 14 september 2016, strekte tot verlenging van de verpleging van overheidswege met één jaar. De rechtbank heeft de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman, de officier van justitie en deskundigen in openbare raadkamer gehoord. De terbeschikkinggestelde is gediagnosticeerd met pedofilie en een persoonlijkheidsstoornis NAO. Ondanks eerdere behandelingen en een resocialisatietraject, wordt het recidiverisico als gemiddeld tot hoog ingeschat. De deskundigen hebben geadviseerd om de verpleging te verlengen, omdat er nog te veel onduidelijkheden zijn over de voortgang van de behandeling en het resocialisatietraject. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de termijn van de verpleging van overheidswege met één jaar verlengd. De rechtbank benadrukt het belang van monitoring van de prille relatie van de terbeschikkinggestelde en acht een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging op dit moment prematuur.