Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 8 maart 2018 op het verzet van
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 8 maart 2018.
Rechtbank Amsterdam
Op 8 maart 2018 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een verzetzaak van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalsmeer tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank. Het college had verzet aangetekend tegen de uitspraak van 18 augustus 2017, waarin het beroep van [bedrijf] tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn handhavingsverzoek gegrond was verklaard. De rechtbank oordeelde dat het college niet tijdig had beslist op het handhavingsverzoek van [bedrijf], dat op 9 januari 2017 was ingediend. De rechtbank concludeerde dat de door het college gehanteerde verlenging van de beslistermijn met 26 weken onredelijk was, aangezien de redelijke termijn volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) acht weken bedraagt.
Tijdens de zitting op 25 januari 2018 heeft het college aangevoerd dat er wel degelijk sprake was van een overtreding en dat de zaak juridisch complex was. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de argumenten van het college niet voldoende waren om tot een ander oordeel te komen dan in de eerdere uitspraak. De rechtbank heeft bevestigd dat het college een dwangsom van € 1260,-- verbeurt, omdat het niet tijdig heeft beslist op het handhavingsverzoek.
De rechtbank verklaarde het verzet ongegrond en handhaafde de eerdere uitspraak. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.