ECLI:NL:RBAMS:2018:1702

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
1 maart 2018
Publicatiedatum
24 maart 2018
Zaaknummer
AWB - 17 _ 3119
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag maatwerkvoorziening gespecialiseerde ambulante ondersteuning op grond van de Wmo 2015

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 1 maart 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een vrouw, eiseres, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, verweerder. Eiseres had een aanvraag ingediend voor de maatwerkvoorziening gespecialiseerde ambulante ondersteuning op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). Het college heeft deze aanvraag op 8 november 2016 afgewezen, waarna eiseres bezwaar heeft gemaakt. Het bezwaar werd op 12 april 2017 ongegrond verklaard, wat leidde tot het indienen van beroep door eiseres.

Tijdens de zitting op 22 augustus 2017 is vastgesteld dat eiseres structurele ondersteuning nodig heeft bij haar administratie en andere dagelijkse activiteiten. De rechtbank heeft geoordeeld dat het college onvoldoende heeft onderbouwd dat eiseres zelfredzaam is en dat haar ondersteuningsvraag kan worden opgelost door eigen kracht of door haar sociale netwerk. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verwijzing naar adviezen van het Indicatieadviesbureau Amsterdam (IAB) niet voldoende was om de afwijzing van de aanvraag te rechtvaardigen.

De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiseres, waarbij het college concreet moet onderzoeken hoe de ondersteuningsvraag van eiseres kan worden opgelost. Tevens is bepaald dat het betaalde griffierecht aan eiseres moet worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt op 1 maart 2018.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 17/3119

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 maart 2018 in de zaak tussen

[de vrouw] , te Amsterdam, eiseres

( [gemachtigde] ),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, verweerder
(gemachtigde: mr. J.C. Smit).

Procesverloop

Met het besluit van 8 november 2016 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres om de maatwerkvoorziening gespecialiseerde ambulante ondersteuning op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) afgewezen. Eiseres heeft tegen het primaire besluit bezwaar gemaakt.
Met het besluit van 12 april 2017 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard. Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Naar aanleiding van het beroep heeft verweerder een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 22 augustus 2017. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Tevens zijn verschenen [de heer] en [mevrouw] , beiden werkzaam als begeleider van eiseres bij [bedrijf] .
Met de beslissing van 22 augustus 2017 heeft de rechtbank het onderzoek ter zitting geschorst op grond van artikel 8:64, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), om eiseres onder meer in de gelegenheid te stellen om zich bij Stichting MaDi te melden en tezamen met Stichting MaDi in kaart te brengen wat voor ondersteuning Stichting MaDi haar structureel kan bieden.
De rechtbank heeft op grond van artikel 8:64, vijfde lid, van de Awb bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft, nu geen van de partijen heeft verklaard gebruik te willen maken van het recht ter zitting te worden gehoord. De rechtbank heeft vervolgens op 12 januari 2018 het onderzoek gesloten

Overwegingen

Feiten en besluitvorming verweerder
1. Eiseres, geboren op [geboortedatum] 1961 en alleenstaand, woont een aantal jaar zelfstandig. Daarvoor heeft eiseres zes jaar beschermd gewoond in locaties van het Leger des Heils. Eiseres kampte vanaf ongeveer 1990 met een harddrugsverslaving en heeft verschillende medische klachten. Aan eiseres zijn op grond van de Wmo 2015 de maatwerkvoorzieningen hulp bij het huishouden en dagbesteding toegekend. Daarnaast beschikt eiseres voor haar vervoer over een scootmobiel en een pas voor aanvullend openbaar vervoer. Eiseres laat haar geld beheren door team FIBU, budgetbeheer van de gemeente Amsterdam.
2. Op 8 juli 2016 heeft eiseres een aanvraag om de maatwerkvoorziening gespecialiseerde ambulante ondersteuning ingediend (hierna: de aanvraag), omdat zij ondersteuning wenst bij het voeren van haar administratie (waaronder haar post en het aanvragen van voorzieningen), bij het voeren van telefoongesprekken en bij ziekenhuisbezoeken. Naar aanleiding van de aanvraag heeft verweerder het Indicatieadviesbureau Amsterdam (hierna: het IAB) om een advies gevraagd. Op
25 oktober 2016 heeft het IAB dit advies uitgebracht.
3. Met het primaire besluit heeft verweerder de aanvraag, onder verwijzing naar het advies van het IAB van 25 oktober 2016, afgewezen.
4. Eiseres heeft tegen het primaire besluit bezwaar gemaakt. Naar aanleiding van dit bezwaar heeft verweerder het IAB om een nader advies gevraagd. Op 21 maart 2017 heeft het IAB dit nader advies uitgebracht.
5. Met het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar van eiseres, onder verwijzing naar het advies van het IAB van 21 maart 2017, ongegrond verklaard, het primaire besluit gehandhaafd en hieraan – samengevat – onder meer het volgende ten grondslag gelegd.
Voor de activiteiten waarvoor eiseres ondersteuning wenst, bestaat geen noodzaak voor de toekenning van de maatwerkvoorziening gespecialiseerde ambulante ondersteuning. Zo kan de ondersteuning die eiseres wenst, worden opgelost door de inzet van eigen kracht. Volgens het Leger des Heils kan eiseres zelfstandig verder, zonder gespecialiseerde ambulante ondersteuning. Van een professionele organisatie als het Leger des Heils kan verwacht worden dat zij een juiste beoordeling van de zelfredzaamheid van eiseres hebben gemaakt. Daarnaast kan de ondersteuning die eiseres wenst, worden opgelost met behulp van haar sociale netwerk en met behulp van algemene voorzieningen. Eiseres ontvangt al budgetbeheer vanuit de gemeente en eiseres kan zich voor aanvullende ondersteuning wenden tot organisaties die vrijwillig maatschappelijke dienstverlening bieden, zoals bijvoorbeeld MEE Amstel en Zaan. Bovendien is het niet de bedoeling om de maatwerkvoorziening gespecialiseerde ambulante ondersteuning te verstrekken voor ondersteuning bij afspraken tijdens dagbestedingsuren. De maatwerkvoorziening dagbesteding is inclusief eventuele ambulante ondersteuning tijdens de dagbestedingsuren.
Oordeel rechtbank
6.1.
Uit het dossier en hetgeen ter zitting is besproken blijkt dat eiseres structureel ondersteuning wenst bij het voeren van haar administratie – uitsluitend bestaande uit het lezen van ingewikkelde brieven en het aanvragen van voorzieningen, hetgeen niet door Team FIBU wordt gedaan –, bij het herinneren aan en het meegaan naar afspraken (in het ziekenhuis), bij het maken van een planning en bij telefoongesprekken, nu zij, zo staat in het advies van het IAB van 25 oktober 2016, naar eigen zeggen niet in staat is om een telefoongesprek te voeren. Eiseres heeft aangegeven dat haar zoon geen tijd heeft om haar deze ondersteuning te bieden. Ook haar vriend, die op 15 kilometer afstand van eiseres in een locatie van HVO Querido woont, harddrugsverslaafd is en kampt met medische klachten, kan haar niet structureel ondersteunen, aldus eiseres.
6.2.
De rechtbank stelt verder vast dat het bestreden besluit is gebaseerd op de advies van het IAB van 21 maart 2017. Volgens vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep dient een besluit dat berust op het advies van een medisch adviseur zodanig inzichtelijk te zijn gemotiveerd, zodat de belanghebbende zich daartegen gericht teweer kan stellen. Dit betekent dat duidelijk moet zijn op grond van welke vormen van onderzoek en op basis van welke gegevens de adviseur tot zijn bevindingen is gekomen. Op grond van artikel 3:9 van de Awb dient het bestuursorgaan zich ervan te vergewissen dat het advies van de medisch adviseur zorgvuldig tot stand is gekomen en dat het inhoudelijk concludent is. Is hieraan voldaan, dan mag het bestuursorgaan in beginsel van een advies van een medisch adviseur uitgaan.
6.3.1.
De rechtbank ziet zich ten eerste voor de vraag gesteld of verweerder zich in het bestreden besluit op het standpunt heeft kunnen stellen dat eiseres ten aanzien van de onder 6.1. genoemde activiteiten voldoende zelfredzaam is.
6.3.2.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder onvoldoende gemotiveerd dat eiseres ten aanzien van de onder 6.1. genoemde activiteiten voldoende zelfredzaam is. De verwijzing naar het advies van het IAB van 21 maart 2017, waarin ten aanzien van de zelfredzaamheid van eiseres enkel gewezen wordt op een niet nader onderbouwde stelling van het Leger des Heils dat eiseres zelfstandig verder kan, is hiervoor onvoldoende. Er zijn, zo blijkt uit het dossier, voldoende indicaties dat eiseres ten aanzien van de betreffende activiteiten niet zelfredzaam is. Zo is het nader advies van het IAB van 21 maart 2017 een passage opgenomen die kennelijk afkomstig is uit een indicatieverzoek door een klanthouder van Stichting MaDi, waarin onder meer staat:
“mevrouw is niet zelfredzaam en heeft veel begeleiding en ondersteuning nodig”. Bovendien zijn aan eiseres op grond van de Wmo 2015 ook de maatwerkvoorzieningen hulp bij het huishouden en dagbesteding toegekend. Gelet hierop kon verweerder er in het bestreden besluit, zonder nadere onderbouwing, niet van uitgaan dat eiseres haar ondersteuningsvraag door de inzet van eigen kracht op kon lossen.
6.4.1.
De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of verweerder zich in het bestreden besluit op het standpunt heeft kunnen stellen dat de ondersteuningsvraag van eiseres, die ziet op de onder 6.1. genoemde activiteiten, opgelost kan worden met behulp haar sociale netwerk of met behulp van algemene voorzieningen
6.4.2.
De rechtbank stelt vast dat verweerder in het bestreden besluit in het geheel niet heeft onderbouwd op welke wijze de ondersteuningsvraag van eiseres opgelost kan worden met behulp van haar sociale netwerk. Naar het oordeel van de rechtbank kon verweerder er in het bestreden besluit dan ook niet van uitgaan dat de ondersteuningsvraag van eiseres met behulp van haar sociaal netwerk opgelost kon worden, temeer niet nu eiseres heeft toegelicht dat haar zoon en haar vriend haar niet de gewenste structurele ondersteuning kunnen bieden.
6.4.3.
De rechtbank stelt verder vast dat verweerder in het bestreden besluit aangeeft dat eiseres zich voor haar ondersteuningsvraag kan wenden tot organisaties die vrijwillig maatschappelijke dienstverlening bieden, in de vorm van algemene voorzieningen, zoals MEE Amstel en Zaan. Daarnaast is ter zitting door verweerder, in navolging op het advies van het IAB van 25 oktober 2016, ook Stichting MaDi genoemd. Uit een brief van 18 september 2017 blijkt dat eiseres contact heeft opgenomen met Stichting MaDi.
6.4.4.
Uit het e-mailbericht van een cliëntondersteuner van Stichting MaDi van 10 oktober 2017, gericht aan de gemachtigde van eiseres, volgt dat Stichting MaDi kortdurend werkt, eventueel met ‘vinger aan de pols contacten’. Daarnaast staat in dit e-mailbericht dat is geadviseerd om te kijken of de Regenbooggroep eiseres aan een buddy kan koppelen en om te kijken of Cordaan mogelijk het totaalpakket voor eiseres kan invullen. Ten aanzien van de inhoud van dit e-mailbericht overweegt de rechtbank dat onbetwist is dat Cordaan maatwerkvoorzieningen in de zin van de Wmo 2015 levert. Nu verweerder juist stelt dat de ondersteuningsvraag van eiseres opgelost kan worden met behulp van algemene voorzieningen, kan een verwijzing naar Cordaan eiseres niet helpen. Daarnaast overweegt de rechtbank dat verweerder in zijn brief van 15 november 2017 aangeeft dat eiseres tot de doelgroep van de Regenbooggroep behoort die gebruik kan maken van een buddy.
Verweerder heeft echter op geen enkele wijze onderbouwd dat de structurele ondersteuningsvraag van eiseres, die meerdere activiteiten behelst, opgelost kan worden door gebruik te maken van een buddy.
6.4.5.
Ten aanzien van de stelling van verweerder in zijn brief van 15 november 2017 dat hij zich, in tegenstelling tot eiseres, op het standpunt stelt dat Stichting MaDi eiseres wel de gewenste structurele ondersteuning kan bieden, overweegt de rechtbank als volgt. Verweerder heeft in het bestreden besluit, en ook in de nadien ingebrachte stukken, op geen enkele wijze nader onderbouwd op welke manier deze organisatie de ondersteuningsvraag van eiseres op kan lossen. Het ligt nu, nadat eiseres reeds contact met Stichting MaDi heeft opgenomen, naar het oordeel van de rechtbank op de weg van verweerder om met het oog op de structurele ondersteuningsvraag van eiseres concreet te onderzoeken en te onderbouwen of deze ondersteuningsvraag opgelost kan worden door Stichting MaDi of door een andere organisatie die algemene voorzieningen biedt.
6.5.
Gelet op hetgeen onder 6.3.2. tot en met 6.4.5. is overwogen heeft verweerder onvoldoende gemotiveerd dat de structurele ondersteuningsvraag van eiseres opgelost kan worden door de inzet van eigen kracht of van haar sociaal netwerk of met behulp van algemene voorzieningen. Verweerder heeft naar het oordeel van de rechtbank het bestreden besluit dan ook in strijd met artikel 3:2 van de Awb niet zorgvuldig voorbereid en in strijd met artikel 7:12, eerste lid, van de Awb ondeugdelijk gemotiveerd dat eiseres niet in aanmerking komt voor de maatwerkvoorziening gespecialiseerde ambulante ondersteuning. Aan de beoordeling van de overige beroepsgronden, waaronder het beroep op het gelijkheidsbeginsel, komt de rechtbank daarom niet toe.
Beslissing rechtbank
7.1.
De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt het bestreden besluit. De rechtbank stelt vast dat zij bij deze stand van zaken zelf geen mogelijkheid heeft om het geschil finaal te beslechten. Voor een nieuw besluit op het bezwaar van eiseres zal verweerder opnieuw moeten onderzoeken op welke wijze de ondersteuningsvraag van eiseres kan worden opgelost. Verweerder zal daarom met inachtneming van deze uitspraak een nieuw besluit op het bezwaar van eiseres moeten nemen. De rechtbank stelt hiervoor een termijn van zes weken.
7.2.
Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, bepaalt de rechtbank dat verweerder aan eiseres het door haar betaalde griffierecht vergoedt. Het is niet gebleken dat eiseres in beroep proceskosten heeft gemaakt die voor vergoeding in aanmerking komen.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt het bestreden besluit;
  • draagt verweerder op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
  • draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 46,- aan eiseres te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.Z. Achouak el Idrissi, rechter, in aanwezigheid van mr. S.A. Lemmens, griffier
.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 1 maart 2018.
griffier
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening.