Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de voorzieningenrechter van 29 maart 2018 in de zaak tussen
[verzoekers] ,
en
Rechtbank Amsterdam
Op 29 maart 2018 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een omgevingsvergunning voor het bouwen van een schoorsteen in een smalle steeg in Amsterdam. Het stadsdeel Centrum had deze vergunning verleend, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat de belangen van de omwonenden onvoldoende waren meegewogen in de besluitvorming. De voorzieningenrechter stelde vast dat de bouw van de schoorsteen in strijd was met het geldende bestemmingsplan en dat het stadsdeel niet voldoende had gemotiveerd dat aan de welstandseisen was voldaan. Hierdoor werd het verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen, en het besluit van het stadsdeel werd geschorst tot zes weken na de beslissing op het bezwaar van de verzoekers.
De zaak kwam voort uit een besluit van 8 januari 2018, waarbij het stadsdeel een omgevingsvergunning verleende aan een particulier voor het bouwen van een schoorsteen aan de zijgevel van een gebouw. Verzoekers, bewoners van de omgeving, maakten bezwaar tegen dit besluit en vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 15 maart 2018 werd duidelijk dat de belangen van de verzoekers niet adequaat waren afgewogen, wat leidde tot de conclusie dat het besluit waarschijnlijk niet in stand zou blijven in de bezwaarfase.
De voorzieningenrechter benadrukte dat het stadsdeel de belangen van de omwonenden, die direct geraakt worden door de bouw van de schoorsteen, had moeten meewegen. Ook werd opgemerkt dat de welstandsnota voorschrijft dat schoorstenen in principe inpandig moeten worden gerealiseerd, en dat het stadsdeel niet voldoende had aangetoond waarom dit in dit geval niet mogelijk was. De voorzieningenrechter besloot daarom het verzoek om voorlopige voorziening toe te wijzen en het stadsdeel te verplichten het griffierecht aan de verzoekers te vergoeden.