Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[gedaagde sub 1] ,
HEN DIE VERBLIJVEN IN DE ONROERENDE ZAAK OF EEN
1.De procedure
[gedaagde sub 1] was zonder advocaat aanwezig.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
816,00
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 13 april 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de Stichting Landjuweel 2000 en de voormalig beheerder van het pand De Vuurvogel. De eiseres, Stichting Landjuweel, vorderde ontruiming van het pand, dat onderhuurd was van Stichting Ruigoord, omdat de voormalig beheerder, [gedaagde sub 1], zijn beheerderstaak niet naar behoren had uitgevoerd en het pand verwaarloosd was. De rechtbank oordeelde dat de overeenkomst tussen Landjuweel en [gedaagde sub 1] geen huurovereenkomst was, omdat er geen tegenprestatie voor het gebruik van de ruimte was. De rechtbank concludeerde dat er voldoende spoedeisend belang was bij de vordering van Landjuweel, aangezien er plannen waren om atelierruimtes in het pand te vestigen na de ontruiming. De rechtbank verleende verstek tegen de niet verschenen gedaagden en veroordeelde hen om binnen een week na betekening van het vonnis het pand te ontruimen. Tevens werden de gedaagden hoofdelijk in de proceskosten veroordeeld.