ECLI:NL:RBAMS:2018:2739

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
11 april 2018
Publicatiedatum
26 april 2018
Zaaknummer
C/13/645140 / FA RK 18/1792
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot opname in psychiatrisch ziekenhuis op eigen verzoek van betrokkene

In deze zaak heeft de rechtbank Amsterdam op 11 april 2018 een beschikking gegeven inzake een machtiging tot opname in een psychiatrisch ziekenhuis op verzoek van de betrokkene. De officier van justitie heeft op 20 maart 2018 een verzoek ingediend tot het verlenen van een machtiging tot opneming en verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis. Betrokkene, geboren in 1994, heeft aangegeven deze machtiging aan te vragen om een goede behandelrelatie met zijn behandelaars te behouden en om te voorkomen dat hij in conflict komt met de kliniek. Tijdens de zitting heeft betrokkene zijn ambivalente gevoelens over de machtiging geuit, maar ook zijn bereidheid om mee te werken aan de behandeling. Hij heeft in het verleden te maken gehad met terugvallen na vroegtijdige ontslagen uit klinieken en heeft aangegeven dat hij soms niet op afspraken kan verschijnen door onmacht.

De advocaat van betrokkene steunt de aanvraag voor de machtiging, gezien de impulsiviteit en suïcidale gedachten van betrokkene. De moeder van betrokkene heeft ook haar steun uitgesproken voor de machtiging, omdat zij zich zorgen maakt over de impulsieve acties van haar zoon. De psychiater heeft de complexe problematiek van betrokkene toegelicht en benadrukt dat een rechterlijke machtiging noodzakelijk is om de behandeling voort te zetten en terugval te voorkomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er gevaar bestaat voor betrokkene, waaronder suïcidaliteit en ernstige verwaarlozing, en dat dit gevaar niet kan worden afgewend zonder opname in een psychiatrisch ziekenhuis.

De rechtbank heeft op basis van de ingediende stukken, de verhoren en de inlichtingen geconcludeerd dat het noodzakelijk is dat betrokkene in het psychiatrisch ziekenhuis blijft voor een periode van zes maanden, tot 12 oktober 2018, om de gevaren te kunnen afwenden en een goede behandeling te waarborgen.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
AFDELING PRIVAATRECHT
BESCHIKKING
Machtiging eigen verzoek
De officier van justitie heeft op verzoek of met instemming van na te noemen betrokkene op 20 maart 2018 een verzoek ingediend tot het verlenen van een machtiging tot opneming en het doen verblijven in een psychiatrisch ziekenhuis van:

[naam betrokkene] ,

geboren op [geboortedatum] 1994,
wonende te [woonplaats] , [adres] ,
verblijvende te [verblijfplaats] , [naam instelling 1] , locatie [naam locatie] .
De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder een op 15 maart 2018 ondertekende en met redenen omklede verklaring als bedoeld in artikel 33 van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet BOPZ), van een aan het in het verzoek genoemde psychiatrisch ziekenhuis verbonden psychiater, alsmede een op 12 maart 2018 door deze psychiater tezamen met betrokkene opgesteld en ondertekend behandelplan.
Ter zitting van 11 april 2018 zijn gehoord:
betrokkene;
advocaat betrokkene, mr. E.F. de Wit;
de moeder van betrokkene;
psychiater, [naam psychiater] .
De rechtbank overweegt als volgt:
Uit de overgelegde stukken, de gehouden verhoren en de verkregen inlichtingen is het volgende gebleken.
Betrokkene heeft ter zitting meegedeeld dat hij een rechterlijke machtiging op eigen verzoek heeft aangevraagd omdat hij niet in de clinch wil gaan liggen met de kliniek. Hij heeft een goede behandelrelatie met zijn behandelaars en wil geen strijd voeren tijdens een rechtszitting. Het is niet prettig, maar betrokkene wil geen gevecht om zijn behandeling te voorkomen. Betrokkene ziet enkele nadelen en enkele voordelen aan de rechterlijke machtiging. Het voordeel is dat hij langer in de kliniek wordt opgenomen. Hij is in het verleden vaker bij klinieken geweigerd of is te vroeg uit de kliniek ontslagen. Het nadeel is dat betrokkene wel ambivalent is over dit verzoek. Hij is altijd behandeltrouw geweest en heeft open gestaan voor behandeling. Hij ziet daarom niet direct een noodzaak voor een rechterlijke machtiging. Hij is het niet volledig eens met het standpunt dat hij niet open zou staan voor behandeling. Betrokkene wil graag meewerken. Betrokkene geeft aan dat hij somber is en suïcidaal kan zijn. Hij handelt dan impulsief, maar voelt de impulsen wel aankomen. Hij geeft van te voren aan dat hij impulsen heeft en laat zich dan ook separeren. Betrokkene woont normaal gesproken op zichzelf. Hij is eerder te vroeg uit de kliniek ontslagen geweest en heeft toen terugvallen gehad. Voorts geeft betrokkene aan dat hij soms niet op afspraken met de behandelaren is geweest uit onmacht, niet uit onwil.
De advocaat van betrokkene refereert zich aan het oordeel van de rechtbank. Betrokkene heeft vaak last van impulsen die leiden tot suïcidale gedachten. Hij is bereid om behandeling te ondergaan, tevens is hij bereid zich te laten separeren. Toch hebben de behandelaren soms geen vat op zijn gedrag. Betrokkene geeft dan onvoldoende inzicht in hoe dat komt. Het is de bedoeling dat betrokkene niet meer terugvalt in zijn suïcidaliteit, daarom is de machtiging aangevraagd. Het is niet zo dat betrokkene geen behandeling wil ondergaan, maar dat hij soms onmachtig is. De advocaat pleit om deze reden niet voor afwijzing van de machtiging.
De moeder heeft ter zitting meegedeeld dat zij achter een rechterlijke machtiging staat. Zij begrijpt de reden achter de machtiging. Zij acht het zorgelijk dat haar zoon iets impulsiefs zou doen. Betrokkene heeft nooit behandeling geweigerd, zeker niet bij het FACT team. Hij zou zich ook niet aan behandeling onttrekken. Wel is er nog sprake van impulsen. Dit is recent nog gebeurd. Betrokkene is nog niet zo ver dat het thuis, met hulp, al goed kan gaan.
De psychiater heeft ter zitting meegedeeld dat er bij betrokkene sprake is van complexe problematiek. Deze problematiek dient behandeld te worden, waarbij betrokkene opgenomen dient te worden met een rechterlijke machtiging. De afgelopen jaren hebben opnames niet geleid tot een duurzaam effect. Het is nu nog van belang dat betrokkene in de kliniek blijft op de momenten dat de behandelaren dit nodig achten. Bij betrokkene is sprake van impulsiviteit en rigiditeit. Als hij iets beslist, kan zij zich in één keer terugtrekken uit het contact. Op dit moment dient alles op alles gezet te worden om betrokkene een goede behandeling te bieden zodat hij stabiel blijft en niet meer suïcidaal is. Wanneer het weer beter met hem gaat, is het van belang hem in de kliniek te houden om goed te kunnen analyseren wat de factoren zijn die hebben bijgedragen aan zijn herstel. Voorkomen dient te worden dat hij weer terugvalt. Het afgelopen jaar is er een intensieve samenwerking geweest, ook met ondersteuning van de ouders van betrokkene. De psychiater verwacht dat deze samenwerking ook tijdens de vervolgopname aanwezig zal zijn. De psychiater hoopt niet dat betrokkene zich terugtrekt op het moment dat het weer goed gaat, zoals vorig jaar is gebeurd. Toen moest betrokkene weer opnieuw worden opgenomen in de [naam instelling 2] . Deze opname verliep niet goed en betrokkene heeft daar agressief gedrag vertoond. Dit is gedrag wat niet bij hem past. Dit is voor de behandelaren een signaal dat er nog behandeling voor betrokkene nodig is. Er zijn nu belangrijke dingen die de behandelaren anders willen doen, zij zien dat de woede opbouw van betrokkene met name is gericht op zichzelf. De psychiater wil voorkomen dat, wanneer betrokkene opknapt, hij weer weg wil uit de kliniek. De [naam instelling 2] heeft vanwege de agressie incidenten te kennen gegeven dat betrokkene daar niet meer terecht kan. De psychiater stelt voorop dat betrokkene nu goede behandeling nodig heeft, welke vooral gericht is op analyse en preventie van een terugval in suïcidaal gedrag. Een behandeling voor een korte termijn heeft in het verleden niet goed gewerkt. Op dit moment wordt de depressie van betrokkene behandeld. Betrokkene is vanwege de spanning de afgelopen dagen meer suïcidaal geweest. Er is geen sprake meer van agressie naar anderen toe. In reactie op betrokkene stelt de psychiater dat betrokkene soms therapieontrouw is, omdat het voor betrokkene soms lastig is consistent op afspraken te verschijnen. Dit komt niet omdat hij dit niet wil, maar omdat hij het niet altijd kan. Het is niet zo dat betrokkene niet meewerkt, hij werkt juist wel mee.
Betrokkene is gestoord in zijn geestvermogens, te weten door depressie met suïcidaliteit, een autistische stoornis, persoonlijkheidsstoornis NAO en een psychose NAO, en veroorzaakt gevaar. Dit gevaar, bestaande uit gevaar dat betrokkene maatschappelijk ten onder gaat, gevaar dat betrokkene zich van het leven zal beroven of zichzelf ernstig lichamelijk letsel zal toebrengen en gevaar dat betrokkene zichzelf ernstig zal verwaarlozen, kan niet worden afgewend door tussenkomst van personen of instellingen buiten een psychiatrisch ziekenhuis.
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de mogelijkheid dat zich nog crisissituaties kunnen voordoen, het nog noodzakelijk is dat betrokkene in het psychiatrisch ziekenhuis blijft. Gelet op hetgeen de psychiater naar voren heeft gebracht kunnen bovengenoemde gevaren slechts worden afgewend door, tijdens de opname, te onderzoeken en te analyseren waar het gedrag van betrokkene vandaan komt. De opname is derhalve noodzakelijk ter vermijding van de gevaren.
Betrokkene is bereid deswege in een psychiatrisch ziekenhuis een behandeling te ondergaan.
De rechtbank heeft acht geslagen op het bepaalde in § 4 van hoofdstuk 2 van de Wet BOPZ.

B E S L I S S I N G :

De rechtbank:
-
verleentmachtiging om betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis te doen opnemen of te doen verblijven voor de duur van zes maanden, tot 12 oktober 2018.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.M.E. de Koning, rechter, in tegenwoordigheid van E.M.W. van der Donk, griffier, op 11 april 2018.