Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
[slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ). Verdachte heeft weliswaar verklaard dat hij [slachtoffer] alleen een trap in zijn maag heeft gegeven, maar uit de verklaringen van getuige [getuige 1] en [getuige 2] blijkt dat zowel verdachte als medeverdachte tegen het hoofd van [slachtoffer] hebben geschopt.
6.De strafbaarheid van het feit
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straffen en maatregelen
9.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
46 dagen.
€ 6.806,61(zegge:
zesduizend achthonderdenzes euro en eenenzestig eurocent), bestaande uit een bedrag van € 1.806,61 aan materiële schadevergoeding en € 5.000,00 aan immateriële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 november 2016 tot de dag van algehele voldoening.
€ 6.806,61(zegge:
zesduizend achthonderdenzes euro en eenenzestig eurocent), bestaande uit een bedrag van € 1.806,61 aan materiële schadevergoeding en € 5.000,00 aan immateriële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 november 2016 tot de dag van algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van
69 (negenenzestig) dagen, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.