ECLI:NL:RBAMS:2018:3172

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
9 mei 2018
Publicatiedatum
8 mei 2018
Zaaknummer
641109 - FA RK 17-8591
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onderzoek naar anonieme eiceldonor en stiefouderadoptie

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 9 mei 2018 een beschikking gegeven in een stiefouderadoptieprocedure. Verzoekers, een stel dat meer dan drie jaar samenwoont, hebben een kinderwens die is vervuld door middel van een draagmoeder, die anonieme eicellen heeft gebruikt. De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoekschrift dat op 22 december 2017 is ingediend. Tijdens de zitting op 18 april 2018 zijn de verzoekers, de draagmoeder en een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de draagmoeder, na in vitro fertilisatie op Cyprus, zwanger is geworden en op een bepaalde datum in 2017 een tweeling heeft gebaard. De verzoekers hebben de kinderen erkend en de draagmoeder heeft het eenhoofdig gezag. De rechtbank heeft de Raad voor de Kinderbescherming gelast om onderzoek te doen naar de omstandigheden van de anonieme eiceldonatie en de statusvoorlichting aan de verzoekers. De rechtbank heeft geoordeeld dat het verzoek van verzoeker [verzoeker 1] om het ouderlijk gezag te verkrijgen in het belang van de minderjarigen is en heeft dit verzoek toegewezen. De rechtbank heeft de behandeling van de adoptieverzoeken aangehouden in afwachting van het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming.

Uitspraak

C/13/641109 / FA RK 17-8591
beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht
Team familie- en jeugdzaken
Locatie Amsterdam
zaaknummer / rekestnummer: C/13/641109 / FA RK 17-8591 (LH/ML)
Beschikking van 9 mei 2018 betreffende (stiefouder-) adoptie
in de zaak van:
[verzoeker 1] ,
en
[verzoeker 2] ,
nader te noemen verzoekers,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat mr. W.J. Eusman, kantoorhoudende te Amsterdam.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:
[naam draagmoeder] , wonende te [woonplaats] , hierna te noemen de draagmoeder.
De Raad voor de Kinderbescherming te Haarlem, hierna te noemen de Raad, is in de onderhavige procedure gekend.

1.De procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de ingekomen stukken, waaronder het verzoekschrift, ingekomen bij de rechtbank op 22 december 2017.
De zaak is behandeld ter terechtzitting met gesloten deuren van 18 april 2018.
Ter gelegenheid daarvan zijn verschenen en gehoord: verzoekers bijgestaan door hun advocaat, [naam draagmoeder] voornoemd alsmede [medewerker RvdK] namens de Raad voor de Kinderbescherming te Haarlem.

2.De feiten

Verzoekers hebben een relatie met elkaar. Zij wonen meer dan drie jaren met elkaar samen. Zij hadden een kinderwens die in vervulling is gegaan. Zij hebben met [naam draagmoeder]
voornoemd afspraken gemaakt die er kort gezegd erop neerkomen dat zij voor verzoekers een kind/kinderen zou dragen en dat zij, de biologische moeder, afstand zal doen van haar rechten en haar verplichtingen met betrekking tot het kind of kinderen die geboren zouden kunnen worden ten behoeve van de wensouders, verzoekers.
De draagmoeder, [naam draagmoeder] , is vervolgens door middel van in vitro fertilisatie die heeft plaatsgevonden op Cyprus, Griekenland, zwanger geworden. Op [geboortedatum] 2017 is uit haar na te noemen tweeling geboren. Zij zijn verwekt met semen van verzoeker [verzoeker 1] en eicel(len) afkomstig van een anonieme eiceldonor. Sinds de geboorte wonen de kinderen bij verzoekers en worden zij door verzoekers samen verzorgd en opgevoed.
De draagmoeder is belast met het eenhoofdig gezag. Verzoeker [verzoeker 1] heeft de kinderen erkend.
Verzoekers en de draagmoeder hebben de Nederlandse nationaliteit.

3.De verzoeken

Verzoekers hebben de rechtbank verzocht de stiefouderadoptie door verzoeker [verzoeker 2] uit te spreken van de minderjarigen: [kind 1] , geboren op [geboortedatum] 2017 te [geboorteplaats] en [kind 2]
,geboren op [geboortedatum] 2017 te [geboorteplaats] .
Voorts is verzocht verzoeker [verzoeker 1] met het ouderlijk gezag te belasten.
Tenslotte wordt verzocht te verstaan dat de familierechtelijke betrekking tussen genoemde minderjarigen en hun biologische vader, verzoeker [verzoeker 1] , in stand blijft en dat verzoekers, nadat de adoptie door verzoeker [verzoeker 2] in kracht van gewijsde is gegaan, zij gezamenlijk zullen zijn belast met het ouderlijk gezag.
Genoemde verzoeken zijn op de zitting van 18 april 2018 besproken met verzoekers, de advocaat van verzoekers, de draagmoeder en een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming te Haarlem.

4.De beoordeling

Nu verzoekers kiezen voor de rechtsmacht van de rechtbank Amsterdam en wensen dat de zaak niet wordt verwezen naar de bevoegde rechtbank, acht de rechtbank zich bevoegd kennis te nemen van de onderhavige verzoeken, waarop het Nederlands recht van toepassing is.
Ter zitting en uit de stukken is gebleken dat verzoekers bij het realiseren van hun ouderschapswens gebruik hebben gemaakt van een anonieme eiceldonor en een daaraan gekoppeld traject te Cyprus. Desgevraagd hebben verzoekers laten weten dat zij vanwege belemmeringen, zoals de leeftijd van de draagmoeder en de gezondheidssituatie van verzoeker [verzoeker 1] , daartoe hebben besloten. Ook is door verzoekers bevestigd dat de eiceldonor voor verzoekers anoniem is gebleven en dat ook voor de kinderen dit deel van hun ontstaansgeschiedenis nimmer meer valt te achterhalen.
Zoals door de Staatscommissie Herijking ouderschap in haar rapport ‘Kind en ouders in de 21e eeuw’ van 7 december 2016 is verwoord, is het voor kinderen van groot belang om te (kunnen) achterhalen uit wie zij zijn geboren, van wie zij genetisch afstammen en onder welke omstandigheden zij zijn ontstaan en geboren. Kinderen hebben hier volgens de Staatscommissie recht op. Een door de Staatscommissie geadviseerde draagmoederschapsregeling die dit recht zal waarborgen, ontbreekt op dit moment in Nederland. Niettemin gelden de uitgangspunten, die het belang van het kind voorop hebben staan, onverkort, zodat de rechtbank aanleiding ziet de Raad voor de Kinderbescherming een onderzoek te laten doen.
Het onderzoek van de Raad zal zich onder meer moeten richten op de volgende aspecten:
- de wijze waarop het door verzoekers ingegane traject is verlopen;
- indien mogelijk, te achterhalen hoe de omstandigheden zijn in Cyprus, indien sprake is van een anonieme eiceldonatie en onder welke omstandigheden anonieme eiceldonoren eicellen afstaan;
-de mate waarin verzoekers bereid en in staat zijn om recht te doen aan het belang van de minderjarigen om in de toekomst hun ontstaansgeschiedenis te vernemen.
Gezag
De grondslag van het verzoek is gelegen in het bepaalde van artikel 1:253c, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek. Het verzoek omtrent de wijziging van het gezag in die zin dat niet de draagmoeder maar verzoeker [verzoeker 1] thans belast wordt met het éénhoofdig gezag wordt in het belang van genoemde minderjarigen geacht. Het verzoek, waartegen de biologische moeder zich niet verweert, zal daarom worden toegewezen.
Het bovenstaande leidt tot de volgende beslissing.

5.De beslissingDe rechtbank:

- belast verzoeker [verzoeker 1] met de uitoefening van het éénhoofdig gezag over de volgende minderjarigen:
[kind 1],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2017;
[kind 2],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2017,
voor zover de bevoegdheid daartoe niet door een eerdere rechterlijke beslissing is uitgesloten;
- verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
- gelast de Raad voor de Kinderbescherming een onderzoek te doen naar onder meer de aspecten, zoals hierboven vermeld en hierover te rapporteren;
- houdt de behandeling/beslissing van de verzoeken omtrent de (stiefouder-) adoptie alsmede het gezamenlijk gezag - met inachtneming van het bovenstaande - aan tot de pro formazitting van
maandag 25 juni 2018in afwachting van de rapportage door de Raad voor de Kinderbescherming te Haarlem.
Deze beschikking is gegeven door mr. L. van der Heijden, rechter tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van M. Langereis, griffier, op 9 mei 2018. [1]

Voetnoten

1.Voor zover tegen de beschikking hoger beroep openstaat kan dit via een advocaat worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam (IJdok 20 / Postbus 1312, 1000 BH).