Op 9 mei 2018 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een 30-jarige man, die werd beschuldigd van openlijke geweldpleging tijdens een vechtpartij op de Dapperstraat in Amsterdam op 13 november 2016. De rechtbank heeft het vonnis op tegenspraak gewezen, na een onderzoek op de terechtzitting van 25 april 2018. De officier van justitie, mr. J. Klein Egelink, vorderde een taakstraf van 150 uren, met vervangende hechtenis van 75 dagen indien de taakstraf niet naar behoren zou worden verricht. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. F.J.E. Hogewind, pleitte voor vrijspraak, stellende dat de verdachte geen significante bijdrage aan het geweld had geleverd en enkel de-escalerend had gehandeld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte aanwezig was bij het geweld, maar niet kon worden bewezen dat hij hieraan een wezenlijke bijdrage heeft geleverd. De verklaring van het slachtoffer, die stelde dat de verdachte hem met een stok had geslagen, vond geen steun in ander bewijs, zoals camerabeelden. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet op de hoogte was van de intenties van de andere verdachten en dat hij onafhankelijk naar de plaats delict was gegaan. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde openlijke geweldpleging.
Daarnaast werd de benadeelde partij, het slachtoffer, niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, omdat de verdachte was vrijgesproken. De rechtbank gelastte de teruggave van in beslag genomen kledingstukken en schoenen aan de verdachte en hefte het bevel tot voorlopige hechtenis op.