Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis van de kantonrechter
de besloten vennootschap Gustav B.V.
de besloten vennootschap Nedstede Retail B.V.
de besloten vennootschap Nedstede Retail B.V.
de besloten vennootschap G&S Vastgoed B.V.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten in de hoofdzaak
In de koelinginstallatie is een warmtewisselaar opgenomen die de koudeaansluiting hydraulisch scheidt van de rest van de koelinginstallatie. De warmtewisselaar wordt kort na de koudeaansluiting geplaatst.En onder 6 van artikel 5.1:
De gecombineerde verwarming- en koelinginstallatie is uitgevoerd met twee warmtewisselaars, één voor koeling en één voor verwarming. De warmtewisselaar voor koeling is gedimensioneerd op een temperatuur (LMTD) van 1,5 K.
Ontwerp aanvoertemperatuur 70 ºC
Ontwerp aanvoertemperatuur 6,0 ºC ± 0,5 ºC
5.2 Huurder zal zich gedragen naar de bepalingen van (…) de nutsbedrijven (…)
Hierbij de aansluitvoorwaarden van de Nuon zoals we bij G&S Vastgoed op kantoor hebben besproken. Wellicht heb je deze voorwaarden al in je bezit. De installatie van huurders dienen te voldoen aan deze uitgangspunten. Het lijkt mij raadzaam dat zij hun installatietekeningen ter beoordeling aanleveren aan de Nuon. De projectmanager van dit werk is:[naam projectmanager]ProjectmanagerNuon Heat(…)Mobiel + [telefoonnummer]
10-18 ºC(voor koude - ktr) en
70-40 ºC(voor warmte - ktr)
.In zijn begeleidende e-mail schrijft [naam 6] :
Hierbij de informatie van de nuon.
3.3 InstallatiegegevensDe installateur moet informatie aanleveren met betrekking tot de klantinstallatie. De aan te leveren informatie staat vermeld in hoofdstuk 5. Deze gegevens dienen 4 weken voor de start van de aanleg van de installatie in bezit te zijn bij de projectverantwoordelijke van Nuon.
(…)
principeschema’s van de klantinstallatie;
(…)
“Bovenstaande houdt in dat zowel B&O Retail/Nedstede als [naam 7] tijdig op de hoogte is gesteld van de aansluitvoorwaarden voor koude en warmte en dientengevolge de betrokken adviseurs en installateurs de nodige informatie had kunnen verstrekken. De toepassing van een warmtewisselaar kan effect hebben op temperatuur van het watertraject voor het koelen. De installateur en adviseur(s) van [naam 7] zijn echter in hun berekeningen uitgegaan van de waarden die Nuon levert. Daarnaast zijn - voor zover ons bekend - de installatietekeningen voor plaatsing van de installaties niet aan Nuon ter goedkeuring voorgelegd. Ons inziens is dus op eigen risico overgegaan tot aanschaf en montage van een ongecontroleerde en niet-goedgekeurde koude- en warmte-installatie.”
“Installatietechnisch heeft de huurder (Gustav) specificaties op gekregen vanuit de verhuurder waaraan minimaal moet worden voldaan. Dat werd nogmaals benadrukt door de projectmanager die voor gebouweigenaar Nedstede werkzaam was. Deze specificaties zijn criteria opgelegd door de leverancier NUON.
Een onderdeel hiervan is het voldoen aan de waarden die aangegeven zijn voor de te leveren temperatuur en de temperatuur die weer retour gaat. Dit wordt de TSA (tegenstroomapparaat) ook wel warmtewisselaar genoemd. (…)
Op basis van deze specificaties is een ontwerp gemaakt. Tijdens de uitvoering medio augustus werd door de installatie adviseur van verhuurder aangegeven dat de aangegeven uitgangswaarden qua temperatuur niet meer kloppen, omdat er een ander type TSA is geplaatst dan oorspronkelijk bedacht. De geplaatste TSA is een goedkopere variant dan degene die oorspronkelijk was bedoeld om toe te passen. Mogelijk heeft de gebouweigenaar dit vanuit financieel oogpunt gewijzigd. Echter nu kan de huurder met het bedachte ontwerp niet de gewenste koeling en warmte leveren, zoals dat nodig is voor de functie die de ruimte heeft (fitness/sporten). (…)
In de situatie die nu is ontstaan werd de huurder praktisch verplicht om een veel duurdere en bijna noodoplossing toe te passen om te voldoen aan alle gestelde eisen. (…) Als de gebouweigenaar zich had gehouden aan het oorspronkelijke plan en dus de uitgangswaarden voor temperatuur, dan waren deze aanvullende kosten niet nodig.”
Vordering en verweer in de hoofdzaak
Beoordeling in de hoofdzaak
“Bijgaand de voorschriften van de Nuon m.b.t. de koude en warmte aansluitingen.”In die richtlijn is, zoals onder 1.5 weergegeven, vermeld dat de warmtewisselaar voor koude is gedimensioneerd op een temperatuur (LMTD) van 1,5 K. Naar het oordeel van de kantonrechter diende een redelijk bekwaam aannemer/installateur hieruit op te maken dat er sprake zou zijn van een temperatuurverschil en dat de eveneens bijgesloten technische gegevens koudelevering van Nuon met daarin de bewuste aanvoer- en retourtemperatuur
6-16 ºC niet één-op-één op de situatie van toepassing waren. Anders dan Gustav stelt, waren deze aansluitwaarden ook niet verkeerd, maar ging het om de algemene Nuon waarden die bij een rechtstreekse aansluiting bij Nuon van toepassing zouden zijn geweest. Dit blijkt niet alleen uit de tekst van de hiervoor aangehaalde e-mail, maar ook uit de op Nuon-papier afgedrukte technische gegevens koudelevering. Mede gelet op het karakter van een warmtewisselaar (namelijk dat die warmte wisselt) had de aannemer/ installateur van Gustav redelijkerwijs uit de toegezonden informatie moeten begrijpen dat er in dit geval andere aansluitwaarden zouden (kunnen) gelden en door moeten vragen naar de voor Gustav toepasselijke waarden. Anders zou dit zijn indien Nedstede Gustav expliciet zou hebben geïnstrueerd om de door haar te ontwerpen installatie te baseren op 6-16 ºC, maar een dergelijke verkeerde mededeling is gesteld noch gebleken. In ieder geval kan die niet uit de hiervoor bedoelde, zoals gezegd algemene, stukken worden afgeleid. De verklaring van [naam 5] (zie 1.18) en de vermelding in de brief van G&S (zie 1.17) dat een warmtewisselaar effect
kanhebben op de temperatuur van het watertraject, leiden niet tot een ander oordeel omdat daarin slechts standpunten worden weergegeven en dat standpunt bovendien bevestigt dat Gustav vragen had moeten stellen omtrent de voor haar geldende aansluitwaarden.