Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Verloop van de procedure
2.Het geschil
3.De beoordeling
4.De beslissing
woensdag 25 april 2018te 10.00 uur;
Rechtbank Amsterdam
In deze civiele procedure, aangespannen door de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Anglo Dutch Mining B.V. (hierna: ADM), heeft de kantonrechter op 13 april 2018 uitspraak gedaan in een bevoegdheidsincident. ADM vorderde verklaringen voor recht tegen een gedaagde, die in de dagvaarding werd aangeduid maar niet bij naam is genoemd. De vorderingen van ADM zijn gebaseerd op schade die zij zou hebben geleden door tekortkomingen van de gedaagde in de nakoming van verplichtingen uit aanmeldingsformulieren. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vorderingen van ADM een waarde vertegenwoordigen die de competentiegrens van € 25.000 overschrijdt. Dit leidde tot de conclusie dat de kantonrechter onbevoegd is om van de vorderingen kennis te nemen, en dat de zaak moet worden verwezen naar een kamer voor andere zaken dan kantonzaken van de rechtbank Amsterdam. De kantonrechter heeft opgemerkt dat er geen duidelijke aanwijzingen zijn dat de vorderingen onder de genoemde grens blijven, en dat de schadeposten in de dagvaarding een gezamenlijke waarde van ongeveer € 100.000 vertegenwoordigen. De beslissing om de zaak te verwijzen is genomen in overeenstemming met artikel 93 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat bepaalt dat vorderingen van onbepaalde waarde in beginsel door een andere kamer worden behandeld. De gedaagde had betwist dat de Nederlandse rechter bevoegd was, wat ook een factor was in de beslissing van de kantonrechter.