In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, betreft het een deelgeschil in een letselschadezaak waarbij de verzoeker, een man die op 14 mei 2011 betrokken was bij een aanrijding, schadevergoeding eist van zijn verzekeraar, ASR Schadeverzekering N.V. De aanrijding resulteerde in een femurfractuur aan het rechterbeen van de verzoeker, die operatief is behandeld. ASR heeft aansprakelijkheid erkend, maar de verzoeker is niet ontvankelijk verklaard in zijn verzoeken die verband houden met beschuldigingen van fraude. De rechtbank heeft wel een voorschot van € 2.000,- op immateriële schadevergoeding toegewezen, maar de verzoeken om vergoeding van materiële schade en buitengerechtelijke kosten zijn afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de verzoeker onvoldoende bewijs had geleverd voor zijn claims en dat de deelgeschilprocedure niet bedoeld is voor de geschilpunten die de verzoeker naar voren had gebracht. De kosten van de procedure zijn begroot op € 2.517,-, vermeerderd met griffierecht van € 287,-, die ASR aan de verzoeker moet betalen.