Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 juni 2018 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiseres
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 14 juni 2018.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 14 juni 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een Ghanese vrouw en het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) over de terugvordering van teveel ontvangen uitkeringen. De eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. F. Arslan, had in totaal ongeveer 60.000 euro aan uitkeringen ontvangen, terwijl haar verblijfsvergunning met terugwerkende kracht was ingetrokken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw vanaf 10 februari 2011 geen recht had op een Ziektewet (ZW) uitkering en vanaf 3 januari 2011 geen recht op een Werkloosheidswet (WW) uitkering, omdat zij niet rechtmatig in Nederland verbleef. De rechtbank oordeelde dat de UWV terecht de uitkeringen had herzien en de terugvordering had ingesteld, omdat de vrouw nooit als verzekerde werknemer kon worden beschouwd na de intrekking van haar verblijfsvergunning. De rechtbank heeft de beroepsgronden van de eiseres, waaronder de stelling dat zij rechtmatig in Nederland verbleef tijdens de bezwaarprocedure, verworpen. De rechtbank concludeerde dat de terugvordering geen onaanvaardbare gevolgen voor de eiseres had, aangezien zij een betalingsregeling had getroffen en in staat was om te werken. Het beroep van de eiseres werd ongegrond verklaard, en de rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.