In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 27 juni 2018 uitspraak gedaan over een verzoek tot wijziging van partneralimentatie. De man, die sinds 2007 als zelfstandig ondernemer in de IT-branche werkt, heeft verzocht om nihilstelling van de partneralimentatie die hij aan de vrouw moet betalen. Hij stelt dat er zich relevante wijzigingen in zijn financiële situatie hebben voorgedaan, waardoor het niet langer mogelijk is om de overeengekomen alimentatie van € 2.100,- per maand te betalen. De man heeft in zijn verzoekschrift aangegeven dat hij sinds 2015 geen opdrachten meer kan vinden en dat hij inmiddels een bijstandsuitkering heeft aangevraagd en gekregen. De vrouw heeft verweer gevoerd en stelt dat de man niet voldoet aan de verzwaarde stelplicht die op hem rust, omdat hij onvoldoende bewijs heeft geleverd van zijn gewijzigde omstandigheden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de man in de periode van 2015 tot 2017 zijn alimentatieverplichtingen heeft nagekomen, maar dat zijn financiële situatie inmiddels zo is verslechterd dat hij niet langer in staat is om aan zijn verplichtingen te voldoen. De rechtbank oordeelt dat de inkomenswijziging van de man van een inkomen van € 15.000,- per maand naar bijstandsniveau een ingrijpende wijziging van omstandigheden is. De rechtbank heeft daarom besloten om de verplichting tot betaling van partneralimentatie voorlopig op te schorten, met ingang van 8 september 2017. De man is verplicht om de vrouw twee keer per jaar te informeren over zijn financiële situatie en zijn aangifte en aanslag inkomstenbelasting jaarlijks te overleggen. De rechtbank heeft het meer of anders verzochte afgewezen en verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad.