ECLI:NL:RBAMS:2018:4842

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
10 juli 2018
Publicatiedatum
11 juli 2018
Zaaknummer
6787777 CV EXPL 18-7220
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurgeschil over kosten van lekkage en afvalverwijdering

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 10 juli 2018 uitspraak gedaan in een huurgeschil tussen Field Willow Real Estate Investments B.V. (eiseres) en een voormalige huurster (gedaagde). De eiseres vorderde betaling van kosten die zij had gemaakt voor het verhelpen van een lekkage in het gehuurde appartement en voor het afvoeren van afval uit het trappenhuis. De huurster betwistte de vorderingen en stelde dat zij slechts een plant had achtergelaten en dat de kosten voor de lekkage niet aan haar konden worden toegerekend.

De procedure begon met een dagvaarding op 26 maart 2018, gevolgd door een comparitie op 14 juni 2018. Tijdens de comparitie zijn beide partijen gehoord en hebben zij hun standpunten toegelicht. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eiseres, Field Willow, de kosten voor de lekkage had gemaakt zonder dat de huurster hiervoor opdracht had gegeven. De kantonrechter oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de lekkage in de badkamer van de huurster was ontstaan en dat de kosten voor het verhelpen van de lekkage niet op de huurster konden worden verhaald.

Daarnaast oordeelde de kantonrechter dat de kosten voor het afvoeren van afval uit het trappenhuis ook niet konden worden toegewezen, omdat niet was aangetoond dat de huurster meer dan een plant had achtergelaten. De kantonrechter wees de vorderingen van Field Willow af en veroordeelde haar in de proceskosten van de huurster. Dit vonnis benadrukt het belang van bewijsvoering in huurgeschillen en de verantwoordelijkheden van huurders en verhuurders.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 6787777 CV EXPL 18-7220
vonnis van: 10 juli 2018

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

Field Willow Real Estate Investments B.V.

gevestigd te Amsterdam
eiseres
nader te noemen: Field Willow
gemachtigde: mr. E.L.B. Hundscheidt
t e g e n

[gedaagde]

wonende te [woonplaats]
gedaagde
nader te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. H.R. Pleiter

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

- dagvaarding van 26 maart 2018, met producties;
- conclusie van antwoord, met producties;
- instructievonnis;
- dagbepaling comparitie.
De comparitie is gehouden op 14 juni 2018. Voor Field Willow zijn verschenen de heer [naam 1] , vergezeld door de heer [naam 2] als gemachtigde. [gedaagde] is verschenen vergezeld door haar gemachtigde. Voorafgaand aan de zitting heeft Field Willow nog een vijftal producties ingediend. Partijen zijn gehoord en hebben vragen van de kantonrechter beantwoord. Ten slotte is vonnis bepaald op heden.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat het volgende vast:
1.1.
In de periode van 16 juli 2016 tot 1 september 2017 heeft [gedaagde] van Field Willow gehuurd een woning aan de [adres 1] te [woonplaats] (hierna het gehuurde).
1.2.
Op 10 augustus 2017 heeft Field Willow een melding gekregen dat op de begane grond sprake was van wateroverlast ten gevolge van een lekkage op een hoger gelegen verdieping. Getracht is contact op te nemen met [gedaagde] om het gehuurde te kunnen betreden. [gedaagde] was onbereikbaar. In opdracht van Field Willow heeft Moutonbouw diezelfde dag het slot van de toegangsdeur tot het gehuurde open gebroken en is een afvoer in de badkamer schoongemaakt.
1.3.
Voorafgaand aan het einde van huurovereenkomst heeft een eindinspectie van het gehuurde plaatsgevonden. Daarbij was namens [gedaagde] een vriend van haar aanwezig en aan de zijde van Field Willow [naam 3] aanwezig. In het door [naam 3] opgemaakte en door hem ondertekende rapport zijn geen bijzonderheden vermeld.
1.4.
Bij factuur van 11 september 2017 heeft Moutonbouw bij Field Willow een bedrag van € 558,85 in rekening gebracht voor timmerwerk, loodgieterswerk, cillinder-, ontstoppings- en parkeerkosten ten behoeve van het verhelpen van een lekkage aan de [adres 2] te [woonplaats]
1.5.
Bij factuur van 8 november 2017 heeft de firma DSV Bouwgroep bij Field Willow een bedrag van € 179,35 in rekening gebracht voor het afvoeren van afval uit het trappenhuis aan de [adres 1] te [woonplaats] .

Vordering en verweer

2. Field Willow vordert dat [gedaagde] bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
a. € 738,20 aan hoofdsom, te vermeerderen met rente vanaf de dag der dagvaarding;
b. € 110,73 aan buitengerechtelijke incassokosten;
c. € 1,05 aan rente, berekend tot dag der dagvaarding
d. de proceskosten.
3. Field Willow stelt hiertoe, zo begrijpt de kantonrechter, dat [gedaagde] het gehuurde niet in goede staat aan haar heeft opgeleverd door spullen die aan [gedaagde] toebehoorden achter te laten op de trap. Die spullen heeft Field Willow moeten laten verwijderen en de kosten daarvan vordert ze.
4. Daarnaast vordert Field Willow, zo begrijpt de kantonrechter, uit hoofde van zaakwaarneming, de kosten die haar in rekening zijn gebracht door Moutonbouw.
5. [gedaagde] verweert zich tegen het gevorderde en voert aan dat zij slechts een plant is vergeten mee te verhuizen, die vervolgens op de trap is geplaatst, maar dat geen sprake is geweest van het achterlaten van meer spullen zoals door Field Willow is gesteld.
6. Ook de verschuldigdheid van de factuur van Moutonbouw betwist [gedaagde] gemotiveerd.
7. Nadere standpunten van partijen zullen voor zover van belang ter beoordeling van deze zaak, hierna bij de beoordeling aan de orde komen.

Beoordeling

8. De kantonrechter overweegt het volgende. Door Moutonbouw zijn aan Field Willow kosten in rekening gebracht in verband met het oplossen van een lekkage. De vraag is of Field Willow deze kosten op [gedaagde] kan verhalen. De kantonrechter is van oordeel dat dat niet het geval is, nu daarvoor een toereikende grondslag ontbreekt. Uit de stukken en de toelichting van Field Willow is op te maken dat Field Willow op zeker moment ervoor heeft gekozen de woning van [gedaagde] open te maken door middel van het forceren van het slot om de oorzaak van een lekkage op twee verdiepingen lager op te lossen. Dat de oorzaak van de lekkage in de woning van [gedaagde] was gelegen heeft Field Willow afgeleid uit een inspectie in de direct bovengelegen woning. [gedaagde] heeft de lekkage betwist en stelt dat er in haar badkamer geen water is overgestroomd en, zo dat het geval is geweest, dat dit niet wordt verklaard door het feit dat er kennelijk een prop haren uit het afvoerputje zijn gehaald.
9. De kantonrechter stelt voorop dat [gedaagde] geen opdracht heeft gegeven aan Moutonbouw. Dat is Field Willow geweest en in beginsel is zij als opdrachtgever gehouden de hieruit voortvloeiende kosten voor haar rekening te nemen. Ter zitting heeft Field Willow naar voren gebracht dat sprake is geweest van een vorm van zaakwaarneming en dat het redelijk is dat [gedaagde] hiervoor de kosten draagt. Het verweer van [gedaagde] spitst zich toe op de bestrijding van de feitelijke juistheid van het standpunt van File Willow en daarnaast doet zij, zo begrijpt de kantonrechter, er een beroep op dat haar belang niet naar behoren is behartigd. De kantonrechter is van oordeel dat, gelet op de gemotiveerde betwisting door [gedaagde] , uit de overgelegde stukken niet voldoende eenduidig is af te leiden dat er een overstroming was in de badkamer en dat de gestelde oorzaak hiervan, en dus de oorzaak van de lekkage, in de verstopping van het afvoerputje in de badkamer van [gedaagde] is gelegen. De vermelding op de factuur van Moutonbouw van verrichtte werkzaamheden is daartoe onvoldoende. In die zin heeft Field Willow haar vordering onvoldoende onderbouwd. [gedaagde] heeft daarnaast de hoogte van de factuur betwist. Het gaat om een bedrag van in totaal € 558,86. Ook als in aanmerking wordt genomen dat het slot van de toegangsdeur moest worden geforceerd, komt een dergelijk bedrag de kantonrechter hoog voor, nu het vermeende afvoerprobleem kennelijk was op te lossen door een pluk haren uit de afvoer te verwijderen. Ook op dit punt heeft Field Willow haar vordering onvoldoende onderbouwd.
10. Het tweede deel van de vordering betreft de kosten van het verwijderen van afval in de gang in het trappenhuis nadat [gedaagde] was verhuisd. [gedaagde] heeft aangevoerd dat zij hoogstens een plant heeft achtergelaten en betwist dat andere spullen die zijn aangetroffen en afgevoerd van haar zijn geweest. De kantonrechter overweegt dat de huurovereenkomst tussen partijen is geëindigd per 1 september 2017. Voorafgaand aan de beëindiging heeft een inspectie van het gehuurde plaatsgevonden, waarvan een rapport is opgesteld. Het ondertekende rapport vermeldt niet iets over spullen in de gang in het trappenhuis. De spullen zijn op 6 november 2017 in opdracht van Field Willow afgevoerd. Namens Field Willow zijn de kosten hiervan, een bedrag van € 179,35, bij brief van 15 december 2015 aan [gedaagde] in rekening gebracht. Naar het oordeel van de kantonrechter komt ook dit onderdeel van de vordering voor afwijzing in aanmerking. Het rapport van de eindinspectie vermeldt niets over de betreffende spullen. Dat de spullen van [gedaagde] zijn geweest is onvoldoende komen vast te staan, waarbij ook van belang is dat tussen het moment van oplevering en het feitelijk weghalen van de spullen ruim twee maanden is verstreken. Ook op dit punt heeft Field Willow haar stellingen onvoldoende onderbouwd.
11. De eindconclusie is dat de vorderingen van Field Willow worden afgewezen. Gezien deze uitkomst zal Field Willow in de proceskosten worden veroordeeld.

BESLISSING

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt Field Willow in de proceskosten die aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot worden op € 200,00 aan salaris van de gemachtigde, voor zover van toepassing, inclusief btw;
veroordeelt Field Willow tot betaling van een bedrag van € 50,00 aan nasalaris, te verhogen met een bedrag van € 68,00 onder de voorwaarde dat betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden en Field Willow niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan, een en ander voor zover van toepassing, inclusief btw;
Dit vonnis is gewezen door mr. E.J. van der Molen, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 10 juli 2018 in tegenwoordigheid van de griffier.