Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis van de kantonrechter
[eiser]
1. [gedaagde sub 1]
2. [gedaagde sub 2]
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie, met bewijsstukken;
- het instructievonnis van 19 februari 2018;
- de dagbepaling van de mondelinge behandeling.
Feiten
“Sinds 15 jaar ken ik [gedaagde sub 2] . (…) Via Van de Camp & Temme kreeg ze de woning aan het [adres] te [woonplaats] . Ik was erbij toen ze het contract ging tekenen. (…) Ik ben mee de woning gaan kijken. [naam 2] van het makelaarskantoor deed open en liet de woning en de berging zien. Er waren op zolder drie bergingen. De middelste was voor mijn vriendin. (…) Daar kreeg ze de sleutel van de woning en een aparte sleutel van de berging (…)”
“Sinds 16 jaar ken ik [gedaagde sub 2] via mijn vriend [naam 4] . (…) Met [naam 1] (vriendin van [gedaagde sub 2] ) heb ik geholpen met de verhuizing van Baarn naar het [adres] te [woonplaats] . Ik was erbij toen ze het contract ging tekenen op na telefoontje van [gedaagde sub 2] . (…) Ik ben mee geweest de woning gaan kijken. (…) Op zolder drie bergingen. De middelste was voor mijn vriendin. Ze kreeg de bestaande sleutel ervan. Die heeft ze geprobeerd. Hij werkte. Die sleutel gebruikt ze nog steeds. (…)”
Vordering en standpunten van partijen in conventie
a. een verklaring voor recht dat de berging op zolder géén onderdeel uitmaakt van de huurovereenkomst tussen partijen;
b. veroordeling van huurders tot ontruiming van de berging op zolder binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis;
c. veroordeling van huurders tot betaling van de contractuele boete van € 3.750,00;
d. veroordeling van huurders in de proceskosten.