Op 12 juli 2018 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ontucht met een minderjarige. De zaak betreft een incident dat plaatsvond in de nacht van 23 op 24 november 2015, waarbij de 15-jarige [persoon 1] seks tegen betaling had met drie mannen, waaronder de verdachte. De verdachte werd beschuldigd van het plegen van ontuchtige handelingen met [persoon 1], die op dat moment de leeftijd van twaalf maar nog niet zestien jaren had bereikt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met medeverdachten, betrokken was bij het seksueel binnendringen van [persoon 1]. De rechtbank heeft de verklaringen van [persoon 1] als consistent en gedetailleerd beoordeeld, en deze werden ondersteund door andere bewijsmiddelen, waaronder telefoongegevens en getuigenverklaringen. De verdediging pleitte voor vrijspraak, maar de rechtbank oordeelde dat het bewijs voldoende was om de verdachte schuldig te verklaren.
De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf op van zes maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot betaling van € 2.500,00 aan immateriële schadevergoeding aan [persoon 1]. De rechtbank benadrukte de ernst van het feit, gezien de kwetsbaarheid van het slachtoffer en de noodzaak om minderjarigen te beschermen tegen seksueel contact met volwassenen. De rechtbank weegt ook de persoonlijke omstandigheden van de verdachte mee, maar oordeelt dat een gevangenisstraf noodzakelijk is om de ernst van het delict te onderstrepen.