ECLI:NL:RBAMS:2018:5091

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
18 juli 2018
Publicatiedatum
17 juli 2018
Zaaknummer
13-701101-18
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevangenisstraf voor op grote schaal helen en stelen van fietsen en andere goederen

In deze strafzaak heeft de rechtbank Amsterdam op 18 juli 2018 uitspraak gedaan tegen een 25-jarige man, die werd beschuldigd van meerdere diefstallen, heling en witwassen. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op grote schaal gestolen fietsen via Marktplaats heeft verkocht en daarnaast betrokken was bij andere diefstallen uit auto’s en het witwassen van gestolen goederen. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie grotendeels gevolgd, maar heeft enkele onderdelen van de tenlastelegging niet bewezen verklaard. De verdachte heeft zich gedurende een lange periode schuldig gemaakt aan vermogensdelicten, waarbij hij geen respect toonde voor de eigendommen van anderen. De rechtbank heeft rekening gehouden met de omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn beperkte verstandelijke vermogens en antisociale persoonlijkheidsstoornis, en heeft besloten tot een deels voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden, waaronder reclasseringstoezicht en behandeling.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VERKORT VONNIS
Parketnummer: 13/701101-18
Datum uitspraak: 18 juli 2018
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1993 te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres] , [woonplaats] ,
gedetineerd in de PI [naam PI] te [plaats] .

1.Zitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van de terechtzitting van 4 juli 2018. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. R.N. Refos en van wat verdachte en zijn raadsman mr. C.J. Nierop naar voren hebben gebracht.

2.Beschuldiging

Verdachte wordt – na wijziging van de tenlastelegging op de zitting – ervan beschuldigd dat hij:
1.
Primair: meerdere diefstalen uit auto’s heeft gepleegd in de periode van 10 augustus 2017 tot en met 26 november 2017;
Subsidiair: een telefoon heeft geheeld op 25 november 2017 en een poging tot diefstal uit een auto heeft gepleegd in de periode van 31 oktober 2017 tot en met 1 november 2017;
2. meerdere fietsen heeft gestolen in de periode van 6 november 2017 tot en met 13 januari 2018;
3.
Primair: een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van opzetheling van onder andere fietsen en andere goederen in de periode van 22 oktober 2017 tot en met 16 januari 2018;
Subsidiair: fietsen en andere goederen heeft geheeld in de periode van 22 oktober 2017 tot en met 16 januari 2018;
4.
Primair: goederen heeft witgewassen via Markplaats, Used Products en CEX, en geld heeft witgewassen en een gewoonte heeft gemaakt van het helen van goederen via Markplaats, Used Products en CEX in de periode van 7 november 2015 tot en met 16 januari 2018;
Subsidiair: goederen heeft geheeld via Marktplaats, Used Products en CEX in de periode van 7 november 2015 tot en met 16 januari 2018;
5. verbalisanten heeft bedreigd en beledigd op 16 januari 2018.
De tekst van de tenlastelegging is als
bijlage Iaan dit vonnis gehecht.

3.Voorvragen

3.1.
Geldigheid van de dagvaarding
De raadsman heeft ten aanzien van de feiten 3 en 4 bepleit dat de tenlastelegging partieel nietig moet worden verklaard. Hij heeft ten aanzien van feit 3 aangevoerd dat het onduidelijk is ten aanzien van welke zonnebrillen verdachte de heling wordt verweten. Van geen van de zonnebrillen is vastgesteld dat deze van misdrijf afkomstig zijn.
De rechtbank verwerpt het verweer. Het is een bewijsvraag of vastgesteld kan worden of de zonnebrillen in het dossier van misdrijf afkomstig zijn. Door de wijze van ten laste leggen, gaan de officier van justitie en ook de raadsman blijkens zijn pleidooi ervan uit dat de verdenking gebaseerd is op de inbeslaggenomen zonnebrillen. De tenlastelegging is aldus niet onduidelijk en voldoet aan artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering (Sv).
Ook ten aanzien van feit 4 heeft de raadsman bepleit dat het onduidelijk is welke goederen van misdrijf afkomstig zijn en waarvan de werkelijke aard is verhuld. Dit betreft eveneens een bewijsvraag. De rechtbank is wel, met de raadsman, van oordeel dat ten aanzien van de voorwerpen op Marktplaats onvoldoende duidelijk is welke goederen het betreft. De in de tenlastelegging opgenomen verwijzing naar pagina’s in het dossier bevat een verwijzing naar ruim 11.600 advertenties die niet in het dossier zijn opgenomen. De verdachte kan door deze wijze van ten laste leggen niet weten tegen welke witwasbeschuldiging hij zich moet verweren. Dit deel van de tenlastelegging zal daarom nietig worden verklaard.
3.2.
Niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie
De raadsman heeft niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie bepleit ten aanzien van feit 5 in verband met het door verbalisant [naam verbalisant 1] en/of [naam verbalisant 2] tegen verdachte toegepaste geweld. Verbalisant [naam verbalisant 1] heeft verdachte in het gezicht geslagen nadat verdachte in het gezicht van [naam verbalisant 1] had gespuugd.
Vast staat dat verdachte door verbalisant [naam verbalisant 1] is geslagen. Direct voorafgaand daaraan is de verbalisant door verdachte in het gezicht gespuugd. De rechtbank merkt op dat voorafgaand daaraan verdachte zich al geruime tijd recalcitrant heeft gedragen. Hij heeft de verbalisanten beledigd alsmede diens familieleden gedurende de insluitingsfouillering. Daarnaast moest verdachte gedwongen worden om mee te lopen naar zijn cel, waar hij uiteindelijk in moest worden geduwd.
De rechtbank is van oordeel dat de reactie van de verbalisant op het spugen van verdachte onrechtmatig is geweest. Hoewel het voorstelbaar is dat de verbalisant is gekrenkt door het spugen van verdachte, mag onder deze omstandigheden geen geweld worden gebruikt tegen een verdachte. Verdachte bevond zich in zijn cel en leverde geen (onmiddellijk) gevaar op voor de verbalisanten, die bovendien met zijn tweeën waren. Hoewel het slaan van verdachte te kwalificeren is als een vormverzuim dat niet hersteld kan worden en de gevolgen niet uit de wet blijken, leidt dat niet tot niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie. De rechtbank houdt bij een eventuele bewezenverklaring in strafverminderende zin rekening met dit vormverzuim.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat feit 1 primair onder a, c, d en e, feit 1 subsidiair, feit 2, feit 3 primair (gewoonteheling), feit 4 (gewoontewitwassen) en feit 5 bewezen kunnen worden verklaard. De officier van justitie heeft daartoe in zijn op schrift gestelde requisitoir de relevante bewijsmiddelen opgesomd. Ten aanzien van feit 1 primair onder b en de braak heeft de officier van justitie vrijspraak gevorderd.
4.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft met betrekking tot feit 1 primair voorop gesteld, dat in geen van de gevallen gebruik is gemaakt van geweld of verbreking om diefstal mogelijk te maken.
Ten aanzien van feit 1 primair onder a, b, c en d heeft de raadsman voorts vrijspraak bepleit, omdat onvoldoende bewijs is voor enige betrokkenheid van verdachte bij de diefstallen.
Ten aanzien van feit 1 primair onder e heeft de raadsman vrijspraak bepleit, omdat de persoon die door de verbalisanten wordt herkend op de stills onvoldoende herkenbaar is om tot een betrouwbare herkenning te komen.
Ten aanzien van feit 1 subsidiair (telefoon) dient verdachte te worden vrijgesproken, omdat geen bewijs is dat de telefoon van misdrijf afkomstig is en niet blijkt dat verdachte redelijkerwijs kon vermoeden dat de telefoon van misdrijf afkomstig is geweest. Ten aanzien van feit 1 subsidiair (auto) dient verdachte eveneens te worden vrijgesproken. Er is geen sprake van een strafbare poging tot diefstal, omdat verdachte vrijwillig is teruggetreden.
Ten aanzien van feit 1 subsidiair (telefoon), feit 2 en feit 3 heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat sprake is van een vormverzuim. De officier van justitie heeft de Aanwijzing inbeslagneming geschonden door de fietsen en de telefoon, onrechtmatig te retourneren aan de kopers. Hierdoor is verdachte de mogelijkheid ontnomen de bevindingen van de verbalisanten te controleren. Gelet op de ernst van het verzuim, het onherstelbare karakter ervan en de gevolgen daarvan voor eerlijk proces heeft de raadsman verzocht aan dit verzuim de sanctie van bewijsuitsluiting te verbinden. Dit heeft tot gevolg dat verdachte dient te worden vrijgesproken.
Indien de rechtbank niet overgaat tot bewijsuitsluiting, heeft de raadsman met betrekking tot feit 2 bepleit dat verdachte dient te worden vrijgesproken, omdat onvoldoende bewijs is voor de betrokkenheid van verdachte bij een wegnemingshandeling.
Ten aanzien van feit 3 heeft de raadsman vrijspraak bepleit ter zake van de ten laste gelegde fietsen. Van geen van de fietsen kan op grond van wettige bewijsmiddelen vastgesteld worden dat deze van misdrijf afkomstig zijn. Verder is er geen bewijs voor het redelijke vermoeden dat zij van diefstal afkomstig zijn. Ter zake van de overige tenlastegelegde goederen, dient verdachte eveneens te worden vrijgesproken.
Ten aanzien van feit 4 primair heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken, omdat niet vastgesteld kan worden dat de goederen en het geld van misdrijf afkomstig zijn. De raadsman heeft gesteld dat verdachte enkel heeft gehandeld in goederen, en dit is niet strafbaar. Daarnaast kan niet worden aangetoond dat verdachte de werkelijke aard van de goederen die verkocht zouden zijn heeft verhuld. De raadsman heeft eveneens verzocht om verdachte van de cumulatief en subsidiair ten laste gelegde heling vrij te spreken, omdat niet vastgesteld kan worden dat de goederen van misdrijf afkomstig zijn. Verder kan op grond van het dossier niet worden vastgesteld dat verdachte bij de verwerving of het voorhanden hebben van de goederen aanmerkelijk onvoorzichtig is geweest.
Ten aanzien van feit 5 heeft de raadsman vrijspraak bepleit voor de ten laste gelegde bedreigingen van [naam 1] en [naam 2] . Er is niet voldaan aan het wettig bewijsminimum, omdat [naam 1] en [naam 2] elkaars waarnemingen niet bevestigen. Daarnaast volgt niet uit het dossier dat bij hen daadwerkelijk de vrees is ontstaan dat verdachte gevolg zou geven aan zijn woorden. De woorden van verdachte hebben onderdeel uitgemaakt van een scheldpartij en moeten in dat kader worden begrepen. De belediging ter zake van [naam 1] en [naam 2] kunnen bewezen worden.
Onderzoek aan telefoon verdachteTijdens de doorzoeking in de woning van verdachte is zijn telefoon in beslag genomen. De telefoon is volledig uitgelezen. Volgens de raadsman is onrechtmatig onderzoek verricht aan de telefoon van verdachte, waardoor hij schade heeft geleden. De rechter-commissaris heeft geen toestemming verleend voor onderzoek aan de telefoon. De raadsman heeft verzocht in het kader van artikel 359a Sv de sanctie van bewijsuitsluiting, dan wel strafvermindering te verbinden aan dit vormverzuim.
Voorwaardelijke verzoeken
Voor zover de rechtbank de verklaring van [naam 3] ten grondslag wil leggen aan één of meer feiten, dan heeft de raadsman verzocht de zaak aan te houden en voor de volgende zitting verbalisant [naam verbalisant 3] als getuige op te roepen.
Mocht de verklaring van verdachte die op 31 augustus 2017 is afgelegd: ‘
ik jat geen fietsen, maar andere mensen doen het voor mij’ aan een bewezenverklaring van enig feit ten grondslag liggen, dan heeft de raadsman verzocht de zaak aan te houden en voor de volgende zitting de verbalisanten [naam verbalisant 4] en [naam verbalisant 5] als getuige op te roepen.
4.3.
Oordeel van de rechtbank
4.3.1.
Vormverzuimen
Beslag (feit 1 subsidiair, feit 2 en feit 3)
De rechtbank is van oordeel dat de Aanwijzing inbeslagneming niet geschonden is door de fietsen en de telefoon te retourneren aan de kopers. De gegevens van de kopers zijn blijkens het dossier bekend. Voor verdachte heeft de mogelijkheid bestaan om nader onderzoek te verrichten naar de goederen. Die mogelijkheid is door het retourneren van de goederen op zichzelf niet geblokkeerd. Verdachte heeft echter niet op voorhand dan wel gedurende het vooronderzoek kenbaar gemaakt nader onderzoek ten aanzien van deze goederen te willen verrichten. De rechtbank stelt vast dat er daarom geen sprake is van een vormverzuim en verwerpt het verweer van de raadsman.
Onderzoek aan telefoon verdachte
De opsporingsambtenaren hebben onderzoek verricht aan de telefoon van verdachte zonder toestemming van de rechter-commissaris. De rechtbank is met de raadsman van oordeel dat zij die toestemming wel hadden moeten vragen. Hiertegenover staat dat de rechtbank het aannemelijk acht dat de rechter-commissaris, indien deze daartoe zou zijn aangezocht in de gegeven omstandigheden (waarin sprake is van een verdenking ter zake van grootschalige handel in goederen die van misdrijf afkomstig zijn en via Marktplaats worden aangeboden) deze toestemming zou hebben verleend. De rechtbank is van oordeel dat zich daarom geen geval voordoet waarin de toepassing van bewijsuitsluiting in aanmerking komt, terwijl evenmin sprake is van een zodanig door het vormverzuim veroorzaakt nadeel dat dit zich leent voor compensatie door middel van strafvermindering. Het verweer wordt daarom verworpen.
4.3.2.
Ten aanzien van de onder 1 primair ten laste gelegde diefstallen
Partiele vrijspraak van feit 1 primair onder b, c en d
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van de diefstal uit de voertuigen van [naam 4] (onder b), [naam 5] (onder c) en [naam 6] (onder d), omdat niet vastgesteld kan worden dat het verdachte degene was die die diefstallen pleegde.
Bewezenverklaring van feit 1 primair onder a
Uit de aangifte van [naam 7] volgt dat is ingebroken in zijn voertuig en een zonnebril is weggenomen. De aangever heeft eveneens verklaard dat een jas is weggenomen uit het voertuig. De jas is op een later moment door de vrouw van aangever aantroffen op straat. Op de camerabeelden is te zien dat een man het voertuig instapt en dat hij vervolgens met een jas het voertuig uitstapt. Verdachte is door een aantal verbalisanten herkend op de camerabeelden als de persoon die de diefstal heeft gepleegd. De rechtbank acht op grond van de aangifte, de camerabeelden en de herkenningen bewezen dat verdachte dit feit heeft begaan, zoals vermeld in rubriek 5. Verdachte wordt vrijgesproken van de braak, omdat niet vastgesteld kan worden dat verdachte verbrekingshandelingen heeft verricht
Bewezenverklaring van feit 1 primair onder e
[naam 8] heeft aangifte gedaan van diefstal uit zijn voertuig. De camerabeelden bevestigen de aangifte. Verdachte is door een aantal verbalisanten herkend op de camerabeelden.
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de kwaliteit van de stills onvoldoende is om tot een betrouwbare herkenning te komen. De rechtbank verwerpt dit verweer, omdat de herkenningen niet enkel op de stills zijn gebaseerd, maar ook op de bewegende beelden. De rechtbank acht op grond van de aangifte, camerabeelden en herkenningen bewezen dat verdachte dit feit heeft begaan zoals vermeld in rubriek 5. Verdachte wordt vrijgesproken van de braak, omdat niet vastgesteld kan worden dat verdachte verbrekingshandelingen heeft verricht.
4.3.3.
Ten aanzien van de onder 1 subsidiair ten laste gelegde heling en poging tot diefstal
Bewezenverklaring van feit 1 subsidiair (heling)
Op 25 november 2017 heeft verbalisant [naam verbalisant 6] omstreeks 18:15 uur gezien dat op Marktplaats een advertentie is geplaatst voor de verkoop van een Samsung Galaxy Note 3. Ongeveer een uur later was de advertentie verwijderd. Omstreeks 20:20 uur heeft verbalisant [naam verbalisant 7] gezien dat verdachte zijn woning uit kwam en naar een nabijgelegen straat liep en daar contact heeft gehad met [naam 9] , een man die de telefoon van verdachte heeft gekocht voor 115 euro. Na onderzoek aan de telefoon blijkt deze aan [naam 4] toe te behoren, die aangifte heeft gedaan van diefstal van deze telefoon op 22 november 2017. Hieruit volgt dat verdachte een gestolen goed aan [naam 9] heeft verkocht.
Verdachte heeft geen verklaring gegeven over de herkomst van de telefoon. Vastgesteld kan worden dat verdachte de telefoon heeft geleverd terwijl deze niet in de originele verpakking zat en niet voorzien was van de originele oplader. Dat is zodanig opmerkelijk dat de rechtbank aanneemt dat verdachte moet hebben geweten dat de telefoon van misdrijf afkomstig was. De rechtbank acht daarom de heling bewezen, zoals hierna in rubriek 5 is vermeld
Bewezenverklaring van feit 1 subsidiair (poging tot diefstal)
Uit de aangifte volgt dat [naam 10] op 31 oktober 2017 haar Nissan Qashqai voor haar huis heeft geparkeerd. De volgende dag heeft zij gezien dat haar voertuig overhoop is gehaald. Op camerabeelden is ten zien dat een man gehurkt op de bestuurdersstoel ging zitten en het voertuig doorzocht. Hij heeft daarbij een lampje op zijn telefoon aangedaan. Vervolgens heeft de man de middenconsole en het dashboardkastje doorzocht. Kort daarna is de man het voertuig uitgestapt en naar de kofferbak gelopen, die hij heeft geopend. Gelet op het vorenstaande wordt het verweer van de raadsman dat verdachte enkel in het voertuig heeft vertoefd en vrijwillig is teruggetreden verworpen. De rechtbank acht bewezen dat verdachte het voertuig heeft doorzocht met het oogmerk om weg te nemen wat van zijn gading was, zoals in rubriek 5 vermeld. Kennelijk heeft verdachte niets gevonden dat hij wilde meenemen, maar dat ontneemt de strafwaardigheid niet aan zijn gedrag.
4.3.4.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde (diefstallen fietsen)
Partiele vrijspraak van feit 2
Verdachte zal van de diefstallen van fietsen van [naam 11] en [naam 12] worden vrijgesproken. Ten aanzien van de fiets van [naam 11] geldt dat weliswaar op een still van de Etos een persoon te zien is met een blauwe jas en groene schoenen, rijdend op een fiets, maar de rechtbank kan met onvoldoende zekerheid vaststellen dat die persoon op de fiets van [naam 11] rijdt.
De fiets van [naam 12] is in het gemeenschappelijke deel van het gebouw waar verdachte woont, aangetroffen. Er is onvoldoende link met verdachte te leggen om hem als de dief aan te merken.
Bewezenverklaring van feit 2
Aangeefster [naam 13] heeft verklaard dat zij haar bakfiets op 8 november 2017 rond 16.30 uur bij haar woning heeft weggezet. Op 10 november 2017 komt zij haar fiets tegen in de buurt van de Joan Huizingalaan met een nieuw slot. Op het moment dat de politie het nieuwe slot wil openbreken, komt de nieuwe eigenaar van de fiets, [naam 14] , aanlopen. Hij verklaart dat hij op 8 november 2017 omstreeks 18.30 uur de fiets heeft gekocht bij het Spinozahof en dat hij de fiets onder de adverteerdersnaam [adverteerdersnaam 1] via Marktplaats heeft gevonden. Verdachte, die onder deze naam fietsen op Marktplaats aanbood, heeft aldus de bakfiets twee uur nadat aangeefster de fiets voor het laatst heeft gezien op twee kilometer afstand van de plek waar zij hem had achtergelaten verkocht aan [naam 14] . Verdachte heeft geen verklaring gegeven over de herkomst van de fiets. Gelet op deze omstandigheden acht de rechtbank bewezen dat verdachte de fiets heeft weggenomen, zoals in rubriek 5 vermeld.
4.3.5.
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde (heling)
Partiele vrijspraak van feit 3
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van de heling van de telefoon, het Lcd-scherm, de betaalautomaat en de fietsen die verkocht zijn aan [naam 15] en [naam 16] . De rechtbank kan niet vaststellen dat deze goederen van diefstal afkomstig zijn.
Bewezenverklaring van feit 3
De rechtbank acht bewezen dat verdachte zich gedurende een lange periode opzettelijk heeft beziggehouden met heling van onder meer fietsen, iPads, zonnebrillen, navigatiesystemen, als ook dat hij een autosleutel, een toilettas van het merk Louis Vuitton en een tolbadge heeft geheeld.
Voor wat betreft de fietsen is onder andere bij de doorzoeking in de woning van verdachte een moedersleutel aangetroffen, die geschikt is om snel AXA-sloten mee te openen. Daarnaast is gereedschap aangetroffen dat geschikt is om sloten en framenummers mee weg te slijpen en is uit het dossier gebleken dat verdachte daar gesprekken over heeft gevoerd. Verdachte verkocht op grote schaal fietsen. Hij plaatste daarvoor op Marktplaats advertenties onder de adverteerdersnamen [adverteerdersnaam 2] en [adverteerdersnaam 1] vanaf zijn IP-adres. Er werd veelvuldig afgesproken met kopers bij de [adres 1] te [plaats] . Dit is om de hoek bij de woning van verdachte. Getuige [naam getuige 1] , de bewoner van die woning, heeft verklaard dat ongeveer twee keer per week bij haar werd aangebeld door mensen die fietsen wilden kopen. Zij geeft een signalement van de verkoper dat past bij het uiterlijk van verdachte. De fietsen werden voor een (te) lage prijs verkocht. Bij diverse door verdachte onder observatie van politie verkochte fietsen bleken framenummers verwijderd en waren de sporen van de verwijdering veelal nog vers.
Voorts zijn bij de doorzoeking in de woning van verdachte bij auto-inbraken gestolen goederen aangetroffen zoals, iPads, drie zonnebrillen, een navigatiesysteem, een autosleutel, een toilettas en een tolbadge. Omtrent de herkomst van al deze goederen heeft verdachte niet verklaard. Bij gebreke hiervan acht de rechtbank aannemelijk dat verdachte, in het licht van voornoemde feiten en omstandigheden, wist dat hij door misdrijf verkregen goederen voor handen heeft gehad en/of heeft verhandeld. Gelet hierop acht de rechtbank bewezen dat verdachte dit feit heeft begaan, zoals vermeld in rubriek 5.
4.3.6.
Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde (witwassen)
De rechtbank acht het onder 4 ten laste gelegde niet bewezen, omdat niet vastgesteld kan worden dat de bij Used Products aangeboden goederen van misdrijf afkomstig waren en evenmin dat verdachte dit wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden. Dit geldt ook voor het geldbedrag dat bij verdachte is aangetroffen. Uit het tapgesprek van 12 januari 2018 volgt enkel dat hij geld heeft gevonden en dit vervolgens (deels) heeft ingewisseld voor een ‘paarse’. Het omzetten van geld, wat daar ook van zij, is onvoldoende om witwassen aan te nemen, nu ook de criminele herkomst moet worden vastgesteld en die herkomst niet volgt uit het dossier. Verdachte zal daarom worden vrijgesproken voor het ten laste gelegde witwassen.
4.3.7.
Ten aanzien van het onder 5 ten laste gelegde (bedreiging en belediging)
De rechtbank acht de bedreigingen van verbalisanten [naam 2] en [naam verbalisant 8] bewezen. Ook acht de rechtbank bewezen dat verdachte verbalisanten [naam 2] , [naam verbalisant 8] , [naam verbalisant 1] en [naam verbalisant 2] heeft beledigd. Voorgaande wordt gegrond op de door deze verbalisanten opgestelde processen-verbaal van bevindingen. De rechtbank gaat uit van de feiten zoals vermeld in de bewezenverklaring, opgenomen in rubriek 5.
4.3.8.
Voorwaardelijke verzoeken
De rechtbank wijst het voorwaardelijke verzoek om getuigen te horen af, omdat de bewuste processen-verbaal niet worden gebruikt voor het bewijs en overigens geen noodzaak bestaat tot het horen van die getuigen.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht bewezen dat verdachte:
Ten aanzien van feit 1 primair:
op tijdstippen in de periode van 10 augustus 2017 tot en met 26 november 2017 te Amstelveen en Almere met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit
a.
a) een Buick Enclave met kenteken [kenteken] op 10 augustus 2017 te Amstelveen en
e) een Toyota Prius met kenteken [kenteken] op 26 november 2017 te Almere
heeft weggenomen goederen en geld, waaronder
a.
a) een zonnebril en een jas en
e) een camera en een navigatiesysteem en een micro SD-kaart en een geldbedrag van € 3,00
toebehorende aan
a.
a) [naam 7] en
e) [naam 8] ;
Ten aanzien van feit 1 subsidiair:
op 25 november 2017 te Amsterdam een telefoon een Samsung Galaxy Note 3 met IMEI-nummer [nummer] voorhanden heeft gehad, en overgedragen, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dat goed wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
en
in de periode van 31 oktober 2017 tot en met 1 november 2017 te Amsterdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een auto te weten een Nissan Qashqai met kenteken [kenteken] weg te nemen geld en/of goederen toebehorende aan [naam 10]
- zich heeft begeven naar voornoemde auto op het adres [adres 2] en
- zich toegang heeft verschaft tot voornoemde auto en
- voornoemde auto heeft doorzocht;
Ten aanzien van feit 2
op 8 november 2017 te Amsterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fiets toebehorende aan [naam 13] ;
Ten aanzien van feit 3 primair:
in de periode van 22 oktober 2017 tot en met 16 januari 2018 te Amsterdam een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van opzetheling, immers heeft hij, verdachte, in voornoemde periode
iPads en drie zonnebrillen en een navigatiesysteem en een autosleutel en een toilettas van het merk Louis Vuitton en een tolbadge en
fietsen die hij, verdachte, aan de volgende personen heeft verkocht:
[persoon 1] (pagina’s B 34 – B 43) en
[persoon 2] (pagina’s B 44 – B 57) en
[persoon 3] (pagina’s C 20 – C 30) en
[persoon 4] (pagina’s C 31 – C 39) en
[persoon 5] (pagina’s D 1- D 8) en
[persoon 6] en/of [persoon 7] (pagina’s D 9 – D 15) en
[persoon 8] (pagina’s D 16 – D 32) en
[persoon 9] (pagina’s D 33 – D 43) en
[persoon 10] (pagina’s D 50 – D 61) en
[persoon 11] en/of [persoon 12] (pagina’s D 72 – D 77) en
[persoon 13] (pagina’s D 78 – D 85) en
[persoon 14] (pagina’s E 6 – E 16) en
[persoon 15] en/of [persoon 16] (pagina’s E 17 – E 26) en
[persoon 17] (pagina’s E 27 – E 35) en
[persoon 18] (pagina’s E 36 – E 44) en
[persoon 19] (pagina’s E 45 – E 52)
voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die goederen wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
Ten aanzien van feit 5
op 16 januari 2018 te Amsterdam, [naam 2] en [naam verbalisant 8] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die [naam 2] en [naam verbalisant 8] dreigend de woorden toe te voegen:
- 'Ik ga een wapen kopen en dan ga ik jullie vermoorden. Ik weet jullie te vinden' en
- 'Zonder die handboeien sloop ik je. Ik maak je dood',
en
op 16 januari 2018 te Amsterdam opzettelijk [naam 2] en [naam verbalisant 8] en [naam verbalisant 1] en [naam verbalisant 2] , inspecteur, medewerker en/of surveillant van de politie Eenheid Amsterdam en/of Bijzonder Opsporingsambtenaar, in hun tegenwoordigheid, mondeling, heeft beledigd door [naam verbalisant 8] , [naam verbalisant 1] en [naam verbalisant 2] in het gezicht te spugen en door [naam 2] , [naam verbalisant 8] , [naam verbalisant 1] en [naam verbalisant 2] de woorden toe te voegen:
- 'Slet, wat moet je nou' en 'Vuile slet, vuile hoer' en 'Ik neem je moeder in haar anus en ik verkracht haar' en 'Jullie zijn allemaal kankerhomo's, vieze homo's en 'Houd je bek' en 'Kankerhoer' en
- 'Vuile kankeraap' en 'Je moet je kankermoer houden' en 'Ik neuk je kankermoeder. Ik neuk je alles' en 'Kankerlijer' en
- 'Je kankermoeder, je bent een vieze kankerhomo, je hoerenmoeder met haar vieze kut, kankerflikker',
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.Bewijs

De rechtbank grondt haar beslissing dat verdachte het bewezen geachte heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat die in rubriek 4 zijn genoemd. Indien tegen dit verkort vonnis hoger beroep wordt ingesteld, worden de door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het verkort vonnis. Deze aanvulling wordt dan aan het verkort vonnis gehecht.

7.Strafbaarheid

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden. Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Strafoplegging

8.1.
Eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door hem bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden, met aftrek van voorarrest.
8.2.
Standpunt van de verdediging
In het geval de rechtbank tot een bewezenverklaring komt van enig of meer feit, dan heeft de raadsman – voor zover nog niet besproken – verzocht bij de strafoplegging rekening te houden met het volgende:
  • in het kader van onderhavig opsporingsonderzoek zijn onrechtmatig bankbescheiden, strafrechtelijke- en justitiële gegevens met derden gedeeld, waardoor inbreuk op cliënt zijn privacy is gemaakt;
  • voor zover de rechtbank geen andere sanctie verbindt aan het jegens verdachte toegepaste geweld heeft de raadsman verzocht hiervoor strafvermindering toe te passen.
De raadsman heeft verzocht de op te leggen straf niet de duur van het voorarrest te laten overstijgen. Een eventueel hogere straf kan voorwaardelijk worden opgelegd, met de bijzondere voorwaarden die door de reclassering worden geadviseerd. De raadsman heeft verzocht eventueel een taakstraf op te leggen.
8.3.
Oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft zich gedurende een lange periode en op grote schaal schuldig gemaakt aan velerlei vermogensdelicten. Verdachte heeft daarmee getoond geen respect voor de eigendommen van een ander te hebben en bovendien heeft hij (financiële) overlast en schade veroorzaakt bij de slachtoffers. Verdachte heeft enkel aan zijn eigen financieel gewin gedacht. Verder heeft verdachte bij zijn aanhouding een aantal verbalisanten beledigd en bedreigd met de dood. Verdachte heeft hiermee blijk gegeven geen respect te tonen voor openbare gezagsdragers. Wel zal de rechtbank ten aanzien van het onder 5 bewezen geachte in strafmatigende zin rekening houden met het gegeven dat verdachte in reactie op zijn spugen en beledigen is geslagen.
Op dergelijke feiten kan volgens de rechtbank in beginsel, gelet op de LOVS oriëntatiepunten, niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Bij het bepalen van de duur van de op te leggen straf is ook gelet op het strafblad van verdachte waaruit volgt dat hij eerder is veroordeeld voor vermogensdelicten, beledigingen en bedreigingen. Dit heeft hem kennelijk niet van weerhouden opnieuw en op grote schaal te helen en te stelen. Bovendien heeft verdachte de feiten gepleegd terwijl hij in een proeftijd liep.
Het dossier bevat een reclasseringsadvies van 26 april 2018, waarin het navolgende wordt beschreven en geadviseerd. Bij het delictgedrag van verdachte spelen verschillende risicofactoren een rol, waaronder zijn sociaal netwerk, financieel gewin en het ontbreken van constructieve dagbesteding. Verder heeft verdachte een beperkt verstandelijk vermogen en heeft hij een antisociale persoonlijkheidsstoornis. De reclassering vindt de situatie van verdachte zorgelijk. Hij heeft een onstabiel sociaal netwerk en weinig steunbronnen. Verdachte is een jonge man die niet de juiste vaardigheden heeft geleerd en weinig begrensd is. Het risico op recidive wordt als gemiddeld geschat. Tijdens zijn preventieve hechtenis is gebleken dat verdachte goed functioneert als hij strakke regels en kaders heeft. Verdachte is gebaat bij een gekaderde begeleiding- en behandelvorm. De reclassering heeft geadviseerd een deels voorwaardelijke straf op te leggen met daaraan als bijzondere voorwaarden verbonden een meldplicht, behandeling, het meewerken aan het verkrijgen van een dagbesteding, schuldhulpverlening en begeleid wonen. Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard bereid te zijn mee te werken aan deze bijzondere voorwaarden. De rechtbank neemt het advies van de reclassering over en zal daarom aan verdachte een deels voorwaardelijke straf opleggen met voornoemde bijzondere voorwaarden.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op alle hiervoor genoemde omstandigheden een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar nodig is, om zoveel mogelijk te voorkomen dat verdachte in de toekomst weer vervalt in het plegen van misdrijven. Een dergelijke lange proeftijd ontbreekt als, zoals de officier van justitie voorstelt, enkel een onvoorwaardelijke straf wordt opgelegd, met uiteindelijk (mogelijk) voorwaardelijke invrijheidstelling.

9.Beslag

9.1.
Beslaglijst
Onder verdachte zijn de volgende voorwerpen in beslag genomen:
1. Communicatieapparatuur (telefoon)
LG
5515940
2. Communicatieapparatuur (telefoon)
Samsung
5515960
3. Communicatieapparatuur (telefoon)
Samsung
5515963
4. Communicatieapparatuur (telefoon)
Nokia
5515970
5. Randapparatuur (gegevensdrager)
-
5515974
6. Communicatieapparatuur (telefoon)
Alcatel One Touch
5515978
7. Communicatieapparatuur (telefoon)
Khocell
5515979
8. Sleutels (28x)
-
5515955
9. Zonnebril (16x)
-
5516012
10. Mediaspeler (MP3-speler)
Lenco Xemio-657
5515958
11. Afstandsbediening
-
5515967
12. Communicatieapparatuur (simkaart)
Lycamobile
5515977
13. Autosleutels
Mercedes-Benz
5515975
14. Computer (tablet)
Apple Ipad Air2
5516006
15. Computer (tablet)
Apple Ipad Air2
5516008
16. Hoes
Incase
5516011
17. Bankbescheiden (6x)
-
5516002
18. Mediaspeler (MP3 speler)
Apple Nano
5516001
19. Computer (Tablet)
Lenco
5516009
20. Randapparatuur (gegevensdrager)
Kingston micro-sd
5516010
21. Verbanddoos met 32 sleutels
-
5516015
22. Huissleutels (2x)
-
5516019
23. Randapparatuur (usb stick)
Phillips
5516021
24. Randapparatuur (usb stick)
Lexar
5516022
25. Batterij
Samsung
5516026
26. Fiets (dames)
Batavus
5516025
27. Meetapparatuur
Leica Disto
5516027
28. Gereedschap (5x)
Dronco
5516028
29. Parkeersensor
Autowatch
5516029
30. Autosleutel
Ford
5516030
31. Communicatieapparatuur (simkaart) 16x
-
5516043
32. Toilettas
Louis Vuitton
5516033
33. Geld (10x)
1x € 500,-, 1x € 100,-, 8x € 50,-
5516035
34. Spiegel
Volkswagen Polo
5516042
35. Communicatieapparatuur (simkaart) 6x
-
5516044
36. Fiets (elektrisch)
Giant Ultimo
5516031
37. Navigatiesysteem
TomTom
5516052
38. Headset
Earphone
5516055
39. Motorscooter
Piaggio
5516057
40. Geld (5x)
1x € 20,-, 1x € 10,-, 1x € 5,-, 2x € 2,-
5516066
41. Bankbescheiden (3x)
-
5516071
42. Zaklantaarn
Olight M18 Maverick
5516073
43. Communicatieapparatuur (telefoon)
BlackBerry
5516082
44. Boormachine
Duro
5516102
45. Handgereedschap (slotentrekker)
-
5516118
46. Navigatiesysteem
Garmin NÜVI 2595LM
5516123
47. Handgereedschap
Bauker CDM12
5516124
48. Franse tolpas
Area
5516135
49. Zonnebril
Emporio Armani
5516141
50. Kleding (jas)
Canada Goose
5516140
51. Computer (tablet)
Samsung CE0168
5516147
52. Communicatieapparatuur (telefoon)
Samsung
5516152
53. Sleutels
JMA
5516154
54. Afstandsbediening auto
Mercedes Webasto
5516156
55. Schoeisel (schoen
Nike Airmax
5516176
56. Zonnebril (17x)
-
5516187
57. Kleding (vest)
Lacoste
5516201
58. Zonnebril (2x)
-
5516215
59. Projector (Beamer)
Aces DSV0602
5516793
60. Kleding (jas)
Woolrich Winter
5516808
61. Kleding (jas)
Stone Island
5516814
62. Sleutel
Abus slot
5516845
9.2.
Teruggave
9.2.1.
teruggave aan verdachte
Ten aanzien van de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten: itemnummers 5, 40, 41, 42, 44, 50, 55, 57, 60 en 61 gelast de rechtbank teruggave aan verdachte.
9.2.2.
teruggave aan [naam 17]
Ten aanzien van de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten: itemnummers 13 en 32 gelast de rechtbank teruggave aan [naam 17] .
9.2.3.
teruggave aan [naam 18]
Ten aanzien van de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten: itemnummers 14 en 15 gelast de rechtbank teruggave aan [naam 18] .
9.2.4.
teruggave aan ABN AMRO Bank
Ten aanzien van het inbeslaggenomen voorwerp, te weten: itemnummer 17 gelast de rechtbank teruggave aan ABN AMRO Bank.
9.2.5.
teruggave aan [naam 12]
Ten aanzien van het inbeslaggenomen voorwerp, te weten: itemnummer 36 gelast de rechtbank teruggave aan [naam 12] .
9.2.6.
teruggave aan [naam 19]
Ten aanzien van het inbeslaggenomen voorwerp, te weten: itemnummer 37 gelast de rechtbank teruggave aan [naam 19] .
9.2.7.
teruggave aan [naam 20]
Ten aanzien van het inbeslaggenomen voorwerp, te weten: itemnummer 48 gelast de rechtbank teruggave aan [naam 20] .
9.3.
Bewaring ten behoeve van de rechthebbende
De in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten: itemnummers 1, 2, 3, 6, 7 8, 9, 10, 11, 12, 16, 18, 19, 20, 21, 22, 22, 23, 24, 25, 26, 27, 29, 30, 31, 33, 34, 35, 38, 39, 46, 49, 51, 53, 54, 56, 58, 59 en 62 dienen in bewaring te worden genomen ten behoeve van de rechthebbende.
9.4.
Verbeurdverklaring
De voorwerpen behoren aan verdachte toe. Nu met behulp van die voorwerpen het bewezen geachte is begaan, worden deze voorwerpen, te weten: itemnummers: 4, 28, 43, 47 en 52 verbeurdverklaard.
9.5.
Onttrekking aan het verkeer
Nu met behulp van dit voorwerp het bewezen geachte is begaan en het van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang, wordt dit voorwerp, te weten: itemnummer 45, onttrokken aan het verkeer.

10.Benadeelde partij

De benadeelde partij [naam 11] vordert € 242,34 aan materiële schadevergoeding ter zake van feit 2. De officier van justitie heeft de toewijzing van de vordering tot een bedrag van € 137,84, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het ontstaan van de schade alsmede oplegging van de schadevergoedingsmaatregel gevorderd. De verdediging heeft de niet-ontvankelijkheid van de benadeelde partij bepleit, omdat niet voldaan is aan de bewijsplicht gezien de gemotiveerde betwisting.
De benadeelde partij moet in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu de vordering is gegrond op een feit waarvoor verdachte wordt vrijgesproken.

11.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen en maatregel zijn gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 33, 33a, 36b, 36d, 45, 57, 266, 285, 310, 416 en 417 Sr.

12.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart de dagvaarding ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde partieel nietig, voor zover het de woorden “op Marktplaats (pagina’s C 14 – C 19) en/of” betreft.
Verklaart het onder 4 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 primair en subsidiair, 2, 3 primair en 5 eerste en tweede alternatief/cumulatief ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1 primair
diefstal, meermalen gepleegd;.
Ten aanzien van feit 1 subsidiair
opzetheling
en
poging diefstal;
Ten aanzien van feit 2
diefstal;
Ten aanzien van feit 3 primair
gewoonteheling;
Ten aanzien van feit 5
bedreiging met de dood, meermalen gepleegd
en
belediging, meermalen gepleegd.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
24 (vierentwintig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte,
6 (zes) maanden, van deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van
3 (drie)jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien veroordeelde voor het einde van de proeftijd één van de hierna te noemen algemene of bijzondere voorwaarden niet naleeft.
Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde
1. zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt; en
3. medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.

Stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:

4. zich na het onherroepelijk worden van het vonnis binnen vijf werkdagen meldt bij Reclassering Nederland op het volgende adres: [adres 3] . Hierna moet hij zich blijven melden zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
5. zich laat behandelen bij de Waag of soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de behandelaar zullen worden gegeven;
6. meewerkt aan het verkrijgen van dagbesteding;
7. meewerkt aan schuldhulpverlening;
8. meewerkt aan toeleiding tot begeleid wonen.
Geeft opdracht aan genoemde reclasseringsinstelling om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Gelast de
teruggave aan verdachtevan:
5. Randapparatuur (gegevensdrager)
-
5515974
40. Geld (5x)
1x € 20,-, 1x € 10,-, 1x € 5,-, 2x € 2,-
5516066
41. Bankbescheiden (3x)
-
5516071
42. Zaklantaarn
Olight M18 Maverick
5516073
50. Kleding (jas)
Canada Goose
5516140
55. Schoeisel (schoen)
Nike Airmax
5516176
57. Kleding (vest)
Lacoste
5516201
60. Kleding (jas)
Woolrich Winter
5516808
61. Kleding (jas)
Stone Island
5516814
Gelast de
teruggave aan [naam 17]van:
13. Autosleutels
Mercedes-Benz
5515975
32. Toilettas
Louis Vuitton
5516033
Gelast de
teruggave aan [naam 18]van:
14. Computer (tablet)
Apple Ipad Air2
5516006
15. Computer (tablet)
Apple Ipad Air2
5516008
Gelast de
teruggave aan ABN AMRO Bankvan:
17. Bankbescheiden (6x)
-
5516002
Gelast de
teruggave aan [naam 12]van:
36. Fiets (elektrisch)
Giant Ultimo
5516031
Gelast de
teruggave aan [naam 19]van:
37. Navigatiesysteem
TomTom
5516052
Gelast de
teruggave aan [naam 20]van:
48. Franse tolpas
Area
5516135
Gelast de
bewaring ten behoeve van de rechthebbendevan:
1. Communicatieapparatuur (telefoon)
LG
5515940
2. Communicatieapparatuur (telefoon)
Samsung
5515960
3. Communicatieapparatuur (telefoon)
Samsung
5515963
6. Communicatieapparatuur (telefoon)
Alcatel One Touch
5515978
7. Communicatieapparatuur (telefoon)
Khocell
5515979
8. Sleutels (28x)
-
5515955
9. Zonnebril (16x)
-
5516012
10. Mediaspeler (MP3-speler)
Lenco Xemio-657
5515958
11. Afstandsbediening
-
5515967
12. Communicatieapparatuur (simkaart)
Lycamobile
5515977
16. Hoes
Incase
5516011
18. Mediaspeler (MP3 speler)
Apple Nano
5516001
19. Computer (Tablet)
Lenco
5516009
20. Randapparatuur (gegevensdrager)
Kingston micro-sd
5516010
21. Verbanddoos met 32 sleutels
-
5516015
22. Huissleutels (2x)
-
5516019
23. Randapparatuur (usb stick)
Phillips
5516021
24. Randapparatuur (usb stick)
Lexar
5516022
25. Batterij
Samsung
5516026
26. Fiets (dames)
Batavus
5516025
27. Meetapparatuur
Leica Disto
5516027
29. Parkeersensor
Autowatch
5516029
30. Autosleutel
Ford
5516030
31. Communicatieapparatuur (simkaart) 16x
-
5516043
5516033
33. Geld (10x)
1x € 500,-, 1x € 100,-, 8x € 50,-
5516035
34. Spiegel
Volkswagen Polo
5516042
35. Communicatieapparatuur (simkaart) 6x
-
5516044
38. Headset
Earphone
5516055
39. Motorscooter
Piaggio
5516057
46. Navigatiesysteem
Garmin NÜVI 2595LM
5516123
49. Zonnebril
Emporio Armani
5516141
51. Computer (tablet)
Samsung CE0168
5516147
53. Sleutels
JMA
5516154
54. Afstandsbediening auto
Mercedes Webasto
5516156
56. Zonnebril (17x)
-
5516187
58. Zonnebril (2x)
-
5516215
59. Projector (Beamer)
Aces DSV0602
5516793
62. Sleutel
Abus slot
5516845
Verklaart verbeurd:
4. Communicatieapparatuur (telefoon)
Nokia
5515970
28. Gereedschap (5x)
Dronco
5516028
43. Communicatieapparatuur (telefoon)
BlackBerry
5516082
47. Handgereedschap
Bauker CDM12
5516124
52. Communicatieapparatuur (telefoon)
Samsung
5516152
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
45. Handgereedschap (slotentrekker)
-
5516118
Verklaart
[naam 11] niet-ontvankelijkin haar vordering.
Dit vonnis is gewezen door
mr. K.A. Brunner, voorzitter,
mrs. R.A. Sipkens en I. Mannen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J. Todorov, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 18 juli 2018.