ECLI:NL:RBAMS:2018:5277
Rechtbank Amsterdam
- Rekestprocedure
- Rechtspraak.nl
Verzoek om schadevergoeding wegens gederfde inkomsten na onterecht inverzekeringstelling
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 12 juni 2018 uitspraak gedaan in een verzoekschrift ex artikel 89 en 591a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van verzoeker, geboren in 1992. Verzoeker heeft schadevergoeding gevraagd voor gederfde inkomsten als gevolg van een onterechte inverzekeringstelling. Hij werd op 19 april 2017 aangehouden en in verzekering gesteld, maar de strafzaak tegen hem werd op 15 februari 2018 geseponeerd. Verzoeker heeft een schadevergoeding van € 6.660,00 gevraagd, bestaande uit € 210,00 voor de dag in verzekering en € 6.450,00 voor gederfde inkomsten. De rechtbank heeft het verzoek om schadevergoeding voor gederfde inkomsten niet-ontvankelijk verklaard, omdat dit geen schade betreft die voortvloeit uit de ondergane verzekering. Wel heeft de rechtbank een schadevergoeding van € 105,00 toegekend voor de dag die verzoeker in verzekering heeft doorgebracht. Daarnaast is een vergoeding van € 550,00 toegekend voor de kosten van het opstellen en indienen van het verzoekschrift. De rechtbank heeft de beslissing openbaar uitgesproken en verzoeker is in de gelegenheid gesteld om binnen een maand hoger beroep in te stellen.