In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 15 juni 2018 uitspraak gedaan in een klaagschriftprocedure ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering. Klaagster, geboren in 1996, heeft klaagschriften ingediend voor de teruggave van een Mercedes-Benz en een Audi A1, die in beslag zijn genomen in het kader van een strafrechtelijk onderzoek naar een schietpartij. De rechtbank heeft de klaagschriften op respectievelijk 10 en 12 april 2018 ontvangen en op 11 juni 2018 het standpunt van het Openbaar Ministerie ontvangen. Tijdens de openbare raadkamer op 12 juni 2018 zijn klaagster, haar raadsman en de officier van justitie gehoord. De Mercedes-Benz was in beslag genomen van [naam 1], die als verdachte in het onderzoek is aangemerkt. Klaagster stelt de rechtmatige eigenaresse van de Mercedes te zijn en heeft bewijsstukken overgelegd ter onderbouwing van haar eigendom. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen concrete verdenking tegen klaagster bestaat en dat het voortduren van het beslag op de Audi A1 niet noodzakelijk is voor het strafvorderlijk belang. De rechtbank heeft daarom besloten het beslag op de Audi A1 op te heffen en deze aan klaagster terug te geven. Voor de Mercedes-Benz heeft de rechtbank het onderzoek heropend, omdat er mogelijk belanghebbenden zijn die ook moeten worden gehoord. De rechtbank heeft de behandeling van het klaagschrift met rekestnummer 18/2358 geschorst en de oproeping van klaagster, [naam 1] en [naam zus klaagster] bevolen voor een nader te bepalen datum.