ECLI:NL:RBAMS:2018:5412
Rechtbank Amsterdam
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens ontbreken beroepsgronden in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 12 april 2018 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een horecabedrijf, eiseres, en de burgemeester van de gemeente Amsterdam, verweerder. Eiseres had beroep ingesteld tegen het besluit van 31 oktober 2017, waarin het bezwaar tegen een eerder besluit van 21 augustus 2017 ongegrond was verklaard. Dit laatste besluit hield in dat eiseres de uitoefening van haar horecabedrijf in een specifiek pand te Amsterdam diende te staken en gestaakt te houden.
Tijdens de zitting op 12 april 2018 is eiseres niet verschenen, ondanks dat zij op de hoogte was gesteld van de zitting en de mogelijkheid had om haar gronden in te dienen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het inleidende beroepschrift van 8 december 2017 geen beroepsgronden bevatte. Eiseres was eerder gewezen op dit verzuim en kreeg de kans om dit binnen vier weken te herstellen, maar heeft geen gronden ingediend.
De rechtbank heeft vervolgens beoordeeld of het beroep ontvankelijk was. Aangezien eiseres niet op de zitting aanwezig was en geen schriftelijke reactie had ingediend, was er geen sprake van verschoonbare redenen voor het niet tijdig indienen van de gronden. De rechtbank heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Deze uitspraak is gedaan door rechter B.C. Langendoen, in aanwezigheid van griffier M. den Toom.