ECLI:NL:RBAMS:2018:5424

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
24 juli 2018
Publicatiedatum
26 juli 2018
Zaaknummer
17/4410
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning van een overbruggingsuitkering AOW en gelijke behandeling van in Nederland en het buitenland wonende aanvragers

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 24 juli 2018 uitspraak gedaan in een geschil over de aanvraag van eiseres voor een overbruggingsuitkering AOW. Eiseres, woonachtig in de Verenigde Staten, had haar aanvraag voor een reguliere overbruggingsuitkering op basis van de Tijdelijke regeling overbruggingsuitkering AOW ingediend, maar deze was door de Sociale verzekeringsbank afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres niet voldeed aan de voorwaarden voor de reguliere overbruggingsuitkering, omdat zij op de relevante datum geen VUT-uitkering of een vergelijkbare uitkering ontving. Eiseres voerde aan dat zij ongelijk werd behandeld ten opzichte van in Nederland wonende belastingbetalers en dat haar individuele omstandigheden niet in aanmerking waren genomen.

De rechtbank oordeelde dat zij in deze procedure niet kon ingaan op de vraag of eiseres door de verhoging van de AOW-leeftijd onevenredig zwaar werd getroffen. Dit kon pas beoordeeld worden in het kader van de besluitvorming over de toekenning van AOW-pensioen. De rechtbank benadrukte dat de regels voor de overbruggingsuitkering in de Tijdelijke Regeling strikt zijn en dat er geen hardheidsclausule is opgenomen. Hierdoor kon er geen uitzondering worden gemaakt voor eiseres, ondanks haar moeilijke financiële situatie en gezondheidsproblemen.

Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond, met de opmerking dat er geen aanleiding was voor een vergoeding van griffierecht of proceskosten. De rechtbank concludeerde dat de voorwaarden voor de overbruggingsuitkering voor alle aanvragers gelden, ongeacht hun woonplaats, en dat er geen sprake was van ongelijke behandeling. Eiseres kan mogelijk wel in aanmerking komen voor een overbruggingsuitkering extra in een latere periode, waarvoor zij na een bepaalde datum een aanvraag kan indienen.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 17/4410

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 juli 2018 in de zaak tussen

[eiseres] , te [woonplaats] (Verenigde Staten van Amerika), eiseres,

en

de raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank, verweerder

(gemachtigde: J.Y. van den Berg).

Procesverloop

Bij besluit van 2 juni 2017 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres om een (reguliere) overbruggingsuitkering AOW afgewezen.
Bij besluit van 14 juli 2017 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 29 juni 2018. Eiseres is, met voorafgaande kennisgeving, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiseres is geboren op [geboortedatum] . Per [datum 1] ontvangt zij een prepensioen van het [bedrijf] . Per [datum 2] is haar bruto prepensioen verlaagd van € 1.711,47 naar € 103.96 per maand in verband met het bereiken van de leeftijd van 65 jaar. Op [datum 3] zal eiseres de voor haar geldende AOW-leeftijd (66 jaar) hebben bereikt.
2. Op [datum 4] heeft eiseres bij verweerder een overbruggingsuitkering op grond van de Tijdelijke regeling overbruggingsuitkering AOW (de Tijdelijke Regeling) aangevraagd. Bij het primaire besluit heeft verweerder de aanvraag van eiseres om een reguliere overbruggingsuitkering per [datum 5] afgewezen. Verweerder heeft eiseres verder meegedeeld dat haar VUT of vergelijkbare uitkering na [datum 6] en voor [datum 7] is ingegaan en zij daarom mogelijk wel recht heeft op een overbruggingsuitkering in de periode tussen [datum 8] en [datum 3] (de zogeheten ‘overbruggingsuitkering extra’).
3. In het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard. Verweerder heeft overwogen dat eiseres niet voldoet aan de voorwaarden voor de reguliere overbruggingsuitkering, omdat eiseres op [datum 6] geen VUT-uitkering of een daarmee vergelijkbare uitkering ontving. Dat de AOW-leeftijd is verhoogd en dat daarom het AOW-pensioen van eiseres niet al bij het bereiken van de leeftijd van 65 jaar maar pas op een later moment zou ingaan (voor eiseres in elk geval niet eerder dan op [datum 8] ) was al bekend ten tijde van het ingaan van haar prepensioen per [datum 1] . In de Tijdelijke Regeling is geen hardheidsclausule opgenomen zodat het beroep op coulance niet kan worden gehonoreerd. Vanaf 2016 bestaat ook de mogelijkheid om de overbruggingsuitkering extra te ontvangen, indien iemand tussen [datum 6] en [datum 7] met prepensioen is gegaan. Mogelijk dat eiseres wel in aanmerking komt voor een overbruggingsuitkering extra in de periode [datum 8] tot [datum 3] . Eiseres kan na [datum 9] een aanvraag voor een overbruggingsuitkering extra doen.
4. Eiseres voert in beroep aan, samengevat, dat zij per [datum 2] in aanmerking moet komen voor de overbruggingsuitkering. Zij doet een beroep op ethische, morele en humane gronden. Er is geen rekening gehouden met haar individuele (financiële en gezondheids-) situatie. Eiseres is ernstig ziek en is vanwege de met de ziekte samenhangende klachten in 2014 met prepensioen gegaan. Vanaf [datum 2] hebben eiseres en haar echtgenoot nog maar een besteedbaar inkomen van € 600,- per maand. Dat is te weinig om van rond te komen. Eiseres stelt dat zij ongelijk wordt behandeld ten opzichte van in Nederland wonende belastingbetalers en dat dit onrechtvaardig is.
Het oordeel van de rechtbank
5. De rechtbank stelt voorop dat zij in deze procedure geen oordeel kan geven over de vraag of eiseres als gevolg van de (versnelde) verhoging van de AOW-leeftijd onevenredig zwaar wordt getroffen. Dat kan pas worden beoordeeld in het kader van de besluitvorming over de toekenning van AOW-pensioen en de ingangsdatum van dat pensioen. De rechtbank verwijst naar de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 25 november 2016 (ECLI:NL:CRVB:2016:4512). Indien eiseres van mening is dat zij door de verhoging van de AOW-leeftijd onevenredig zwaar wordt getroffen, kan zij dat aan de orde stellen in een bezwaar tegen de beslissing van verweerder over de toekenning van AOW-pensioen.
6. In deze procedure kan de rechtbank alleen beoordelen of eiseres recht heeft op een reguliere overbruggingsuitkering in de periode van [datum 5] tot [datum 8] .
7. De regels die bepalen of iemand in aanmerking komt voor een reguliere overbruggingsuitkering staan in de Tijdelijke Regeling. Uit artikel 4, eerste lid, onder a, van de Tijdelijke Regeling volgt dat één van de voorwaarden is dat de aanvrager al op [datum 6] een prepensioen ontving. Eiseres voldoet hier niet aan. Niet in geschil is namelijk dat haar prepensioen van [bedrijf] per [datum 1] is aangevangen. Aangezien eiseres niet aan de voorwaarden voldoet, kan zij daarom geen aanspraak maken op de reguliere overbruggingsuitkering.
8. Over het beroep van eiseres om aan haar op grond van ethische, morele en humane gronden een overbruggingsuitkering toe te kennen, overweegt de rechtbank als volgt. In de Tijdelijke Regeling is niet voorzien in de mogelijkheid om af te wijken als iemand niet aan de voorwaarden voldoet. Ook is in de Tijdelijke Regeling geen hardheidsclausule opgenomen. Hoewel de rechtbank begrip heeft voor de moeilijke situatie voor eiseres kan die situatie er niet toe leiden dat in dit geval van de voorwaarden van de Tijdelijke Regeling wordt afgeweken.
9. De rechtbank is verder van oordeel dat eiseres bij haar aanvraag om een overbruggingsuitkering niet ongelijk wordt behandeld. De voorwaarde van artikel 4, eerste lid, onder a, van de Tijdelijke Regeling geldt voor iedere aanvrager, ongeacht zijn of haar woonplaats. Van strijd met het gelijkheidsbeginsel is dan ook geen sprake. Of eiseres ongelijk wordt behandeld omdat zij niet in aanmerking komt voor andere (Nederlandse) voorzieningen dan de overbruggingsuitkering, ligt in deze procedure niet ter beoordeling voor.
10. Over de periode [datum 8] tot [datum 3] geldt dat eiseres mogelijk in aanmerking komt voor een overbruggingsuitkering extra. Verweerder heeft op de zitting toegezegd dat hierover met spoed een besluit zal worden genomen.
Conclusie
11. Verweerder heeft terecht beslist dat eiseres over de periode van [datum 5] tot [datum 8] geen recht heeft op een reguliere overbruggingsuitkering.
12. Het beroep is ongegrond. Er is geen aanleiding voor een vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.T. Kruis, rechter, in aanwezigheid van mr. L.C. Trommel, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 24 juli 2018.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.
Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening.