ECLI:NL:RBAMS:2018:549
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- R.B. Kleiss
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening omgevingsvergunning Lidl Nederland GmbH
Op 23 januari 2018 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen Lidl Nederland GmbH en het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost van de gemeente Amsterdam. Lidl, vertegenwoordigd door mr. R.J.H. Minkhorst, verzocht om een voorlopige voorziening tegen de omgevingsvergunning die was verleend aan Supermarkt Van Swindenstraat B.V. voor het vergroten van hun winkel aan de Eerste Van Swindenstraat 91 te Amsterdam. De voorzieningenrechter oordeelde dat de zaak niet geschikt was voor een onmiddellijk oordeel in de hoofdzaak en dat nader onderzoek noodzakelijk was. De rechter benadrukte dat het oordeel voorlopig is en niet bindend voor de bestuursrechter in de bodemprocedure.
De voorzieningenrechter constateerde dat er onduidelijkheden waren over de inhoud van het bestreden besluit, zoals het bruto vloeroppervlak van de winkel en de exacte uitbreiding die was vergund. De rechter gaf aan dat de vergunningverlening niet in strijd met de Dienstenrichtlijn leek te zijn, maar dat er meer onderbouwing nodig was voor de parkeernormen die door verweerder waren gehanteerd. Tijdens de zitting op 10 januari 2018 werd duidelijk dat de sloopwerkzaamheden al waren voltooid en dat de funderingen voor de nieuw te bouwen bouwwerken waren gestort.
Na een belangenafweging kwam de voorzieningenrechter tot de conclusie dat de belangen van vergunninghouder zwaarder wogen dan die van verzoekster. De rechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat de belangen van Lidl voornamelijk concurrentieel van aard waren en zij de behandeling van haar beroep bij de rechtbank kon afwachten. De voorzieningenrechter besloot dat er geen aanleiding was voor een veroordeling van verweerder in de proceskosten of vergoeding van het griffierecht.