Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Zitting
2.Beschuldiging
bijlage Iaan dit vonnis gehecht.
Rechtbank Amsterdam
Op 1 augustus 2018 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van diefstal met geweld en afpersing. De zaak is behandeld in meervoudige kamer, waarbij de rechtbank zich baseerde op de aangifte van de benadeelde partij, [aangeefster], en getuigenverklaringen. De feiten vonden plaats op 21 juli 2015, toen [aangeefster] na haar werk werd opgehaald door [naam], de vriend van medeverdachte [medeverdachte]. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een confrontatie plaatsvond tussen [aangeefster] en de verdachten, waarbij geweld werd gebruikt. Echter, de rechtbank kon niet vaststellen dat de tas van [aangeefster] daadwerkelijk door de verdachte of medeverdachte is weggenomen, noch dat er sprake was van een vooropgezet plan om de tas te stelen. De camerabeelden waren te vaag om te concluderen dat de tas was weggenomen. De rechtbank oordeelde dat het medeplegen van diefstal met geweld niet bewezen kon worden, en sprak de verdachte vrij van de tenlastelegging. Tevens werd de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, omdat er geen straf of maatregel aan de verdachte werd opgelegd.