Het oordeel van de rechtbank
Ernst van het feit
Verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan diefstal uit een woning. Dit is een vervelend feit, met name omdat de daders zich leken te richten op een kwetsbaar slachtoffer. [persoon] is een alleenstaande vrouw die door het handelen van verdachte overdonderd werd in haar eigen woning. Haar gevoel van veiligheid is aangetast, hetgeen de rechtbank verdachte kwalijk neemt. Het vertrouwen dat zij heeft getoond door verdachte in haar woning te laten is op laaghartige wijze beschaamd. De sieraden die de daders hebben weggenomen waren van grote emotionele waarde, dit geldt in het bijzonder ook voor de gouden aansteker van de overleden man van aangeefster. Doordat de daders direct zijn aangehouden, zijn de spullen gelukkig aan aangeefster terug gegeven.
Persoonlijke omstandigheden
De rechtbank heeft kennis genomen van het reclasseringsrapport van Reclassering Nederland van 19 juli 2018, dat is opgemaakt door M. Teisman. Hieruit blijkt onder meer het volgende. Verdachte staat geregistreerd op de Top600-lijst. Er is sprake van een delictpatroon op het gebied van vermogensdelicten (inbraken) in vereniging. Verdachte staat ten tijde van het opstellen van het rapport onder (schorsings)toezicht van de reclassering. Er lijkt sprake te zijn van meer zelfstandigheid en verdachte lijkt meer verantwoordelijkheid te nemen voor zijn leven en een andere weg in te willen slaan. Praktische zaken zijn (beter) op orde en verdachte houdt zich tevens goed aan de afspraken met de reclassering. De reclassering benoemt dat een toezicht als vinger aan de pols gewenst is nu verdachte groeit in zelfstandigheid, zodat zijn weerbaarheid richting zijn sociale omgeving vergroot. Zij adviseert daartoe een (gedeeltelijk) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met de bijzondere voorwaarden van een meldplicht en het volgen van de SOLO-training.
Verdachte heeft op de zitting verklaard dat hij fulltime werkt bij Ajax en dat hij zijn schulden nu zelf afbetaalt. Hij staat open voor toezicht van de reclassering en het volgen van de SOLO-training.
Het strafblad
Uit het strafblad van verdachte van 28 juni 2018 blijkt dat verdachte eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld.
De straffen
In beginsel is voor een dergelijk feit een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats. Verdachte heeft echter op de zitting verklaard dat hij momenteel fulltime bij Ajax werkt. Hij heeft daartoe een inschrijfformulier bij het uitzendbureau en loonstroken van de afgelopen weken aan de rechtbank overhandigd. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zou verdachte zijn baan kunnen kosten, wat de rechtbank niet wenselijk acht. Wel is de rechtbank van oordeel dat verdachte de consequenties voor zijn handelen moet voelen. Zij zal daarom aan verdachte een taakstraf voor de duur van 180 uren opleggen, met aftrek van het voorarrest naar de maatstaf van 2 uren per dag.
Gelet op het advies van de reclassering zal de rechtbank verder aan verdachte opleggen een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden met een proeftijd van 2 jaren. Hieraan zullen de bijzondere voorwaarden worden gekoppeld zoals die door de reclassering zijn geformuleerd.
7. De vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke veroordeling
Bij de stukken bevindt zich de op 8 mei 2018 ter griffie van deze rechtbank ontvangen vordering van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam, in de zaak met parketnummer 21/00495-14, betreffende het onherroepelijk geworden arrest d.d. 2 december 2016 van het gerechtshof Amsterdam, waarbij verdachte onder meer is veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van zestig dagen, met bevel dat dit strafdeel niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat veroordeelde zich voor het einde van een op twee jaren bepaalde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Gebleken is dat verdachte zich voor het einde van voornoemde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, zoals naar voren komt uit de verdere inhoud van dit vonnis. De rechtbank ziet hierin aanleiding de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijke straf te gelasten, met dien verstande dat zij die voorwaardelijke straf zal omzetten in een taakstraf van 120 uren, met een vervangende hechtenis van 60 dagen. Verdachte werkt inmiddels fulltime en de tenuitvoerlegging van de eerdere voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf zou hem zijn baan kunnen kosten, wat de rechtbank niet wenselijk acht.