Op 7 augustus 2018 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van inbraken in een tankstation en een supermarkt, waarbij grote hoeveelheden sigaretten waren weggenomen. De zaak werd behandeld in een meervoudige strafkamer en de verdachte was niet aanwezig tijdens de zitting op 24 juli 2018. De officier van justitie, mr. K. van der Willigen, vorderde een veroordeling, terwijl de raadsman, mr. C.W. Flokstra, vrijspraak bepleitte. De rechtbank heeft de zaak gelijktijdig maar niet gevoegd behandeld met een medeverdachte.
De tenlastelegging omvatte inbraken op 27 en 28 februari 2018, waarbij de verdachte samen met anderen sigaretten had gestolen. De rechtbank heeft de bewijsvoering van de officier van justitie beoordeeld, die onder andere verwees naar waarnemingen van verbalisanten, camerabeelden en track & trace gegevens van een voertuig. De raadsman voerde aan dat de verdachte niet betrokken was bij de inbraken en dat er onvoldoende bewijs was voor de heling van de sigaretten.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte van beide ten laste gelegde feiten moest worden vrijgesproken. Er was onvoldoende bewijs dat de verdachte bij de inbraken betrokken was, en de verklaringen van de verdachte werden niet uitgesloten door de beschikbare gegevens. De rechtbank wees ook de vorderingen tot tenuitvoerlegging van eerdere voorwaardelijke veroordelingen af en verklaarde de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in hun vorderingen. De in beslag genomen zaktelefoon werd teruggegeven aan de verdachte.