Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[eiser 2],
[gedaagde 2],
[gedaagde 3],
[gedaagde 4],
1.De procedure
Ter zitting waren aanwezig:
mrs. Van den Brink en Jurjens.
Na verder debat hebben partijen vonnis verzocht.
2.De feiten
In het kader van wederhoor hebben we jullie woensdag 25 april j.l. onze bevindingen in een onderzoek betreffende jullie campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen voorgelegd. Hoewel jullie een reactie hebben gegeven, wilden jullie niet dat wij de reactie vastlegden.Op basis van informatie voor handen zijn wij desondanks voornemens morgen het verhaal te publiceren. In het kader van transparante journalistiek bieden we jullie daarom nogmaals de mogelijkheid om ofwel op microfoon, ofwel middels een schriftelijk statement te reageren, en wel voor donderdag 26 april 10.30 uur, in verband met onze deadline.Uit het gesprek dat wij woensdag 25 april j.l. met jullie hadden, blijkt jullie positie te zijn dat:-DENK onder campagneleider [eiser 2] voornemens was onder PVV-vlag te adverteren met de tekst: “Na 15 maart gaan we Nederland zuiveren.”-Zowel het idee als de tekst verzonnen zijn door campagneleider [eiser 2]- [eiser 2] naar eigen zeggen de banner online wilde laten plaatsen om te laten zien dat het zo ver kon komen met de uitspraken van [naam 2] . [eiser 2] was voornemens om op een later moment te onthullen dat de uitspraken niet van [naam 2] zelf zijn, maar dat het een campagne van DENK betrof. [eiser 2] wilde mensen het gevoel geven dat [naam 2] steeds verder kan gaan in zijn uitspraken.-Uiteindelijk heeft de campagne niet online gestaan. Na overleg met DENK is besloten niet te publiceren, de banner zou te ver gaan.-Desondanks is in Duitsland proefgedraaid met een banner met een andere lay-out, maar dezelfde tekst: “Na 15 maart gaan we Nederland zuiveren.” Deze banner is namens de PVV gepubliceerd zonder dat herleidbaar was dat DENK de eigenlijke initiator van de “reclame” was.- [eiser 2] ontkent hiertoe de opdracht te hebben gegeven. Ook ontkent [eiser 2] betrokkenheid van DENK bij deze advertentie.- [eiser 2] beschuldigt het bedrijf [naam reclamebureau] , dat door DENK is ingehuurd om de online campagnes te voeren, op eigen houtje de advertentie te hebben gepubliceerd. Eigenaar [medewerker reclamebureau] zou hier, weliswaar ingehuurd door DENK maar zonder overleg, eigenhandig hebben gehandeld.- [eiser 2] meent dat [medewerker reclamebureau] nooit de opdracht heeft gekregen om te testen of een advertentie met een dergelijke tekst wel online zou kunnen, of juist door Google zou worden geblokkeerd.(…)
DENK overweegt aangifte tegen twee parlementaire verslaggevers[gedaagde 2] en [gedaagde 3] zetten bronnen aan om valse informatie over DENK te verspreiden.Diezelfde dag heeft Denk onder de titel
“Dit is het verhaal van hoe twee journalisten DENK in de val probeerden te lokken. Hoe ver gaan deze journalisten om DENK moedwillig te willen beschadigen.”een video online geplaatst, onder meer op YouTube. Aan het eind van de video wordt de volgende mededeling in beeld gebracht:
De twee BNNVARA journalisten hebben een ex-opdrachtnemer van DENK aangespoord om valse informatie en beschuldigingen over DENK te verzinnen.
(…) DENK [heeft] publicaties uitgebracht (op o.m. Twitter en YouTube) waarin de makers van de Nieuws BV, in het bijzonder [gedaagde 3] en [gedaagde 2] , worden beschuldigd van het uitlokken en verzinnen van fake news om daarmee DENK valselijk te incrimineren.Dit zijn zeer ernstige beschuldigingen aan het adres van onze makers, die door u dik worden aangezet. Valse beschuldigingen die u bewust en louter doet om de waarheid over de door DENK bedachte verkiezingsfraude (de fake banner) te verhullen. Dit is dus dubbel fout. Wij zullen de beschuldigingen weerleggen in de uitzending van vanmiddag 12.00 uur.Om uw beschuldigingen te kunnen ontkrachten hebben wij inmiddels besloten dat wij vanmiddag opnamen zullen laten horen van het gesprek met de heer [eiser 2] van 25 april jl. Tot gistermiddag hadden wij niet de bedoeling om deze opnamen openbaar te maken. Deze opnamen waren nl. niet voor publicatie bestemd. Onze verslaggevers maakten die louter uit voorzorg en zorgvuldigheid, om het gesprek tijdens het samenstellen van dit item nog eens terug te kunnen luisteren.Uw publicaties en beschuldigingen maken dit anders: wij zullen de opnamen moeten publiceren om de valse aantijgingen aan het adres van onze makers te kunnen ontzenuwen en de kennelijke leugenachtigheid aan te tonen van het verhaal van DENK.Het leek mij correct u dit op voorhand nog even te laten weten.(…)
DENK plande een nepnieuwscampagne onder PVV-vlag”. Als productie 22 hebben eisers een transcript hiervan in het geding gebracht. Daaruit blijkt dat onder meer geluidsfragmenten zijn uitgezonden van het op 25 april 2018 met [eiser 2] gevoerde (heimelijk opgenomen) gesprek. Volgens het transcript zegt [eiser 2] over de bewuste banner onder meer:
Wij hebben dit met elkaar bedacht, deze banner hebben wij bedacht.
Dank voor het constructieve en open gesprek dat ik (…) met u voerde op 10 juli jl.Dit gesprek heeft een goed beeld gegeven van de door u gemaakte afwegingen inzake de opnamen die u in de fractieruimte van Denk maakte en op 19 juni jl. uitzond. Het was goed van u te horen dat u het nut van de persregels in de Tweede Kamer onderkent en dat u uw werkwijze in deze casus als een specifiek gemotiveerde uitzondering op deze regels ziet.Voor de Tweede Kamer is de kwestie hiermee afgesloten.
7.1 Het is niet toegestaan om Kamerleden en/of bewindslieden aan te spreken met ingeschakelde opnameapparatuur, tenzij zij hiervoor toestemming hebben verleend (…).7.4 Ambtenaren en medewerkers van de fracties mogen nimmer door media met ingeschakelde opnameapparatuur worden aangesproken.
3.Het geschil
I. BNNVARA te gebieden om alle geluidsfragmenten die heimelijk zijn opgenomen in de fractiekamer van Denk te verwijderen en verwijderd te houden van haar websites en van haar sociale media accounts;
II. gedaagden te verbieden om die opnamen op welke wijze dan ook te openbaren of te verstrekken aan derden;
III. te bepalen dat BNNVARA een dwangsom verbeurt van € 10.000,- per dag dat zij in strijd handelt met het onder I. en II. gevorderde, tot een maximum van
€ 200.000,- is bereikt;
IV. te bepalen dat [gedaagde 2] , [gedaagde 3] en [gedaagde 4] een dwangsom verbeuren van € 2.500,- per dag dat zij in strijd handelen met het onder II. gevorderde, tot een maximum van € 50.000,- is bereikt;
V. gedaagden hoofdelijk te veroordelen in de kosten van dit geding en in de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
Gedaagden hadden geen enkele rechtvaardiging om ondanks dit alles toch tot uitzending van de heimelijk gemaakte opnamen over te gaan. Dat was niet noodzakelijk om een misstand, laat staan een ernstige misstand, aan de kaak te stellen. In de aanloop naar de verkiezingen heeft Denk veel ideeën gehad om haar campagne op creatieve wijze vorm te geven. Een van de ideeën die in het campagneteam zijn bedacht en uitgewerkt was de zogenaamde PVV-banner, waarin het gedachtegoed van de PVV op provocerende wijze zou worden belicht. Denk kwam echter al snel zelf tot de conclusie dat deze banner te ver ging en verwees het idee naar de prullenbak. Die banner is dan ook nooit voor de campagne gebruikt.
Al met al is hooguit sprake van een “pikant nieuwsfeitje”, niet van een misstand. Dit had ook kunnen worden blootgelegd zonder het openbaar maken van de geheime opnamen.
.Denk heeft een spoedeisend belang bij toewijzing van haar vorderingen. De opnamen zijn nog steeds te vinden op de website van BNNVARA. Het risico is groot dat gedaagden ze opnieuw zullen gebruiken.
4.De beoordeling
uit voorzorg en zorgvuldigheid, om het gesprek tijdens het samenstellen van dit item nog eens terug te kunnen luisteren” (zie 2.12)
.Dat vormt onvoldoende rechtvaardiging voor het maken van heimelijke opnamen tegen de uitdrukkelijke wens van de gesprekspartner. Als het bij heimelijk opnemen was gebleven, dan had dat geen gevolgen gehad, maar in een later stadium voelde BNNVARA zich genoodzaakt deze opnamen uit te zenden. Zij wilde hiermee de in haar ogen valse beschuldigingen aan het adres van haar journalisten kunnen weerleggen. BNNVARA verwijst in dit kader naar het persbericht en het YouTube-filmpje van Denk van 19 juni 2018 (zie 2.10) en naar de reactie van [naam communicatie-medewerker] per e-mail van 20 juni 2018 (zie 2.11). Daaruit volgt – kort gezegd – dat Denk de journalisten van BNNVARA op voorhand ervan beschuldigde dat zij hun bron hadden aangespoord om valse informatie en beschuldigingen over Denk te verzinnen, dat de journalisten Denk moedwillig wilden beschadigen en dat zij hun bron hadden aangezet om haat en leugens over Denk te verspreiden.
Na 15 maart gaan we Nederland zuiveren”. De nepbanner zou ook als hyperlink functioneren. Bij klikken op de banner zou de internetgebruiker worden doorgeleid naar de officiële website van de PVV. BNNVARA heeft terecht aangevoerd dat (het idee voor) de nepbanner als een ernstige misstand kan worden aangemerkt, waarover het publiek moest worden geïnformeerd (en niet als een “pikant nieuwsfeitje”). De nepbanner kon immers leiden tot polarisatie, angst en haat en had [naam 2] mogelijk zelfs in gevaar gebracht. Nadat [medewerker reclamebureau] de journalisten van BNNVARA had ingelicht over de nepbanner en BNNVARA daarover ook van stukken had voorzien, heeft hun onderzoek zich met name erop gericht in hoeverre [eiser 2] betrokken is geweest bij het ontwerp van de banner, in hoeverre het ontwerp was uitgewerkt en of de banner reeds te zien was geweest op het internet. De heimelijk gemaakte opnamen van het gesprek van 25 april 2018 wijzen uit dat [eiser 2] betrokken is geweest bij het bedenken van de nepbanner. Dat is van belang, omdat het nogal verschil maakt of een reclamebureau met een fout idee komt, dat vervolgens door de politieke partij wordt afgeschoten, of dat het idee komt van het campagneteam van de partij, met [eiser 2] als voorzitter, en later wordt tegengehouden door het partijbestuur. Daarnaast heeft BNNVARA aan de hand van productie 38 voorshands voldoende aannemelijk gemaakt dat op 9 januari 2017 alle voorbereidingen waren getroffen om de banner “uit te rollen” op telegraaf.nl en nu.nl. Ook heeft zij aan de hand van producties 36 en 37 voorshands voldoende aannemelijk gemaakt dat de banner 11.174 keer is weergegeven op verschillende kanalen in binnen- en buitenland. De nepbanner kan daarmee door Denk niet worden afgedaan als een idee dat al snel naar de prullenbak is verwezen.
980,00