ECLI:NL:RBAMS:2018:5865

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
8 augustus 2018
Publicatiedatum
14 augustus 2018
Zaaknummer
RK 18/3237
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Rekestprocedure
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroepschrift ex artikel 509hh Sv gegrond; contactverbod van gedragsaanwijzing vervalt

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 8 augustus 2018 uitspraak gedaan in een beroepschrift dat was ingediend door de verdachte tegen een gedragsaanwijzing die door de officier van justitie was opgelegd. De gedragsaanwijzing, die op 29 juni 2018 was gegeven, hield in dat de verdachte zich voor de duur van 90 dagen diende te onthouden van contact met een bepaalde persoon, hier aangeduid als [persoon]. De verdachte was van mening dat het contactverbod disproportioneel was en verzocht om beëindiging ervan, met de stelling dat de betrokken persoon geen bezwaar had tegen contact. De raadsvrouw van de verdachte steunde dit verzoek en stelde voor om het contactverbod te laten vervallen, terwijl het toezicht door de reclassering gehandhaafd zou blijven.

Tijdens de openbare raadkamer op 8 augustus 2018 werd de zaak besproken, waarbij de officier van justitie ook aangaf dat het beroep gegrond verklaard moest worden. De rechtbank heeft de wettelijke voorwaarden voor het opleggen van een gedragsaanwijzing beoordeeld en vastgesteld dat deze in dit geval niet meer voldaan waren, aangezien de betrokken persoon had aangegeven contact te willen hebben met de verdachte. De rechtbank oordeelde dat het contactverbod niet proportioneel was, maar dat het belangrijk was dat de verdachte contact bleef houden met de reclassering. Daarom verklaarde de rechtbank het beroepschrift gegrond en verviel het contactverbod, terwijl het reclasseringscontact behouden bleef.

De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

Beschikking

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/126539-18
RK: 18/4237
Beschikking op het beroepschrift ex artikel 509hh van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedag] 1955 te [geboorteplaats 1] ,
ingeschreven in de Basisregistratie persoonsgegevens op het adres [bpr adres] ,
woonplaats kiezend op het adres van zijn raadsvrouw, mr. M.S. Gerson,
[adres] ,
verdachte.

De procesgang

Het beroepschrift is op 4 juli 2018 ter griffie van deze rechtbank ontvangen.
De rechtbank heeft op 8 augustus 2018 klager, zijn raadsvrouw en de officier van justitie in openbare raadkamer gehoord.

De inhoud van het beroepschrift

Het beroepschrift richt zich tegen de beslissing van officier van justitie van 29 juni 2018 tot het opleggen van een gedragsaanwijzing.
Het beroepschrift houdt kort gezegd het volgende in. Verdachte verzoekt het contactverbod te beëindigen omdat hij van mening is dat de beslissing disproportioneel is. Volstaan had kunnen worden met de aanwijzing zich te laten begeleiden door de reclassering. Bovendien heeft de persoon op wie het contactverbod ziet, [persoon] , te kennen gegeven niet achter het contactverbod te staan.
De raadsvrouw van verdachte heeft in raadkamer in aanvulling op het beroepschrift aangevoerd dat zij geen bezwaar heeft tegen het wijzigen van de gedragsaanwijzing in die zin dat het contactverbod komt te vervallen en het reclasseringstoezicht wordt gehandhaafd.

Het standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie heeft in raadkamer meegedeeld dat het beroep gegrond moet worden verklaard. Naar zijn mening is voldoende vast komen te staan dan [persoon] geen contactverbod met verdachte wenst. De officier van justitie vindt dat de gedragsaanwijzing zo dient te worden gewijzigd dat het contactverbod komt te vervallen en het reclasseringstoezicht wordt gehandhaafd.

De beoordeling

Op 29 juni 2018 heeft de officier van justitie verdachte op grond van artikel 509hh Sv een zogenoemde gedragsaanwijzing gegeven. Deze aanwijzing houdt in dat verdachte zich voor de duur van 90 dagen dient te onthouden van contact met [persoon] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats 2] , en dat verdachte zich zal laten begeleiden door de reclassering/hulpverlening en zal meewerken aan het opstellen van een reclasseringsrapport.
Uit de gedragsaanwijzing volgt dat deze is gegeven naar aanleiding van de verdenking dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan huisvredebreuk. Volgens de aangifte van voornoemde [persoon] ontstond er op 28 juni 2018 een ruzie tussen haar en verdachte in de woning van aangeefster. Verdachte schreeuwde naar haar waarna zij uit angst de woning verliet. Toen zij later haar woning wilde betreden, liet verdachte haar niet meer binnen.
In de onderhavige procedure dient de rechtbank te beoordelen of is voldaan aan de wettelijke voorwaarden een aanwijzing betreffende het gedrag te geven, en zo ja, of de gedragsaanwijzing in dit concrete geval proportioneel is.
De wettelijke voorwaarden houden in dat jegens verdachte ernstige bezwaren moeten bestaan ter zake van een strafbaar feit waardoor de openbare orde, gelet op de aard van het strafbare feit of de samenhang met andere strafbare feiten, dan wel de wijze waarop het strafbare feit is gepleegd, ernstig is verstoord, en waarbij grote vrees voor herhaling bestaat, dan wel in verband waarmee vrees bestaat voor ernstig belastend gedrag van de verdachte jegens een persoon of personen, dan wel in verband waarmee vrees bestaat voor gedrag van de verdachte dat herhaald gevaar voor goederen oplevert (artikel 509hh Sv).
De rechtbank is uit de stukken, in het bijzonder het proces-verbaal van aangifte (pagina’s 3-4), de processen-verbaal van bevindingen (pagina’s 8-9 en 10-12) en het verhandelde in raadkamer gebleken dat op dit moment aan de wettelijke vereisten wordt voldaan.
Ten slotte is de vraag of de gedragsaanwijzing proportioneel is. De rechtbank is van oordeel dat dit niet het geval is nu [persoon] uitdrukkelijk te kennen heeft gegeven contact te willen hebben met verdachte. De rechtbank acht het echter wel van belang dat verdachte contact blijft houden met de reclassering. Om deze voornoemde redenen verklaart de rechtbank het beroepschrift gegrond, in die zin dat het contactverbod komt te vervallen en het reclasseringscontact behouden blijft.

De beslissing

De rechtbank komt tot de volgende beslissing.
De rechtbank verklaart het beroepschrift
gegrond, in die zin dat per heden het contactverbod van de gedragsaanwijzing, inzake [verdachte] voornoemd, komt te vervallen.
Deze beslissing is gegeven door
mr. V.V. Essenburg, rechter,
in tegenwoordigheid van E.J.M. Veerman, griffier
en in het openbaar uitgesproken op 8 augustus 2018.
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.