Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Waardering van het bewijs
4.Bewezenverklaring
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straf
8.Ten aanzien van de benadeelde partij
9.Beslag
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvan
3 (drie) jaren.
1 (één) jaar, van deze gevangenisstraf
nietzal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
proeftijd van 2 (twee) jarenvast.
teruggave aan [persoon]van:
[persoon], wonende te Amsterdam, toe, te weten € 5.019,91 (vijfduizendennegentien euro en eenennegentig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (wat betreft de materiële schade op 15 augustus 2017 en 31 augustus 2017 en wat betreft de immateriële schade op 20 april 2017) tot aan de dag van de algehele voldoening.
[persoon]aan de Staat € 5.019,91 (vijfduizendennegentien euro en eenennegentig eurocent) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (wat betreft de materiële schade op 15 augustus 2017 en 31 augustus 2017 en wat betreft de immateriële schade op 20 april 2017) tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt deze betalingsverplichting vervangen door hechtenis van 60 (zestig) dagen. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.