In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 5 september 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen Eurest Services B.V. en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. De zaak betreft een loonsanctie die aan de werkgever is opgelegd omdat deze onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht voor een zieke werkneemster. De werkneemster had zich op 21 september 2015 ziekgemeld en er zijn verschillende Functionele Mogelijkheden Lijsten (FML) opgesteld door verschillende bedrijfsartsen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de werkgever niet voldoende heeft gedaan om de werkneemster te re-integreren, ondanks dat er door de bedrijfsarts beperkingen waren vastgesteld. De rechtbank oordeelde dat de conclusies van de verzekeringsarts, die geen beperkingen op frequent reiken constateerde, als uitgangspunt moesten dienen. De rechtbank heeft het beroep van de werkgever ongegrond verklaard en de loonsanctie bevestigd.