ECLI:NL:RBAMS:2018:6320

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
9 juli 2018
Publicatiedatum
4 september 2018
Zaaknummer
C/13/544787 / FA RK 13-4689
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een bijzondere curator voor een minderjarige in verband met een strafproces met mogelijke tegenstrijdige belangen

Op 9 juli 2018 heeft de Rechtbank Amsterdam, afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd, een beschikking gegeven betreffende de benoeming van een bijzondere curator voor een minderjarige, geboren in 2010, die slachtoffer is van fysieke mishandeling. De minderjarige, aangeduid als [minderjarige], heeft letselschade opgelopen, waarbij de stiefvader als vermoedelijke dader is opgepakt. De Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA) heeft een verzoek ingediend voor de benoeming van een bijzondere curator, omdat er een belangenconflict bestaat tussen de ouders en de minderjarige. De ouders zijn belast met het gezag over de minderjarige, maar JBRA heeft aangegeven dat de belangen van de ouders mogelijk in strijd zijn met die van de minderjarige, vooral gezien de rol van de moeder in het strafonderzoek.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat het noodzakelijk is om een bijzondere curator te benoemen om de belangen van de minderjarige te behartigen in het strafproces. De benoeming is gedaan op basis van artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek, dat de rechter toestaat om een bijzondere curator aan te stellen wanneer de belangen van de ouders in strijd zijn met die van de minderjarige. De kinderrechter heeft ook overwogen dat de bijzondere curator onafhankelijk moet zijn, gezien de mogelijke conflicten tussen de ouders.

De benoeming van de bijzondere curator is voorlopig en geldt voor de duur van de strafrechtelijke procedure. De bijzondere curator is verantwoordelijk voor het behartigen van de belangen van de minderjarige en moet rapporteren aan de rechtbank over de voortgang van de bijstand. De beschikking is uitgesproken ter openbare terechtzitting, waarbij ook de griffier aanwezig was. Belanghebbenden zijn in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de benoeming van de bijzondere curator, en de bijzondere curator moet ook aanwezig zijn bij de zitting op 19 juli 2018.

Uitspraak

Beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
Zaaknummer: C/13/650448 / FA RK 18-4111 (HHA/WK)
Beschikking van 9 juli 2018 betreffende de benoeming bijzondere curator (art 1: 250 BW) ten behoeve van bijstand aan de minderjarige bij de vordering als slachtoffer in een strafzaak
met betrekking tot de minderjarige:
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2010 te [plaats] , hierna te noemen [minderjarige] .
Als belanghebbenden zijn aangemerkt:
[de vader],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de vader,
met vermoedelijk als advocaat:
mr. M.H. Aalmoes te Amsterdam;
en
[de moeder] ,
wonende te [plaats] ,
hierna te noemen de moeder,
met vermoedelijk als advocaat:
mr. W.J. Morra te Amsterdam.
Als informanten worden aangemerkt:
De Jeugdbescherming Regio Amsterdam,hierna te noemen: JBRA.
De
Officier van Justitiete Amsterdam.

1.Het verloop van de procedure

1.1
De rechtbank heeft kennisgenomen van:
- een verzoekschrift van Jeugdbescherming Amsterdam, ontvangen ter griffie op 12 juni 2018 inhoudende een verzoek om de verlenging van de ondertoezichtstelling en van de machtiging uithuisplaatsing, tevens een verzoek tot benoeming van een bijzondere curator, respectievelijk bekend onder de nummers C/13/649798 / JE RK 18/607 en C/13/650448 FA RK 18-4111;
1.2
JBRA heeft aangevoerd dat [minderjarige] ten gevolge van fysieke mishandeling letselschade heeft opgelopen, waarbij beschreven is dat recent de stiefvader als vermoedelijke dader is opgepakt. Verder voert JBRA aan dat moeder mogelijk ook een aandeel gehad, dat zij zich tijdens het strafonderzoek op haar zwijgrecht beroept en stiefvader lijkt te ondersteunen. Indien stiefvader wordt vervolgd voor het toebrengen van ernstig letsel aan [minderjarige] kan [minderjarige] zich in deze zaak voegen als benadeelde partij. JBRA voert aan dat er bij de verdere juridische afwikkeling een wezenlijk conflict tussen de belangen van de met gezag belaste ouders en de belangen van [minderjarige] bestaat.
Aangaande de wens tot benoeming van een bijzondere curator heeft de vader aangegeven dat hij wil dat de eventuele vergoeding van letselschade op een geblokkeerde rekening komt totdat [minderjarige] meerderjarig is en waar zowel vader en moeder niet bij kan, aldus JBRA.
JBRA heeft het verzoek om benoeming van een bijzondere curator gezien de leeftijd en belastbaarheid van de minderjarige niet met [minderjarige] besproken.
Gelet op de ingekomen stukken is voorlopig een mondelinge behandeling achterwege gebleven.
1.3
De ouders zijn belast met de uitoefening van het gezag over de minderjarige.
1.4
Op grond van artikel 1:250 Burgerlijk Wetboek (BW) – kort gezegd en voor zover hier van belang – kan de rechter een bijzondere curator benoemen wanneer in aangelegenheden betreffende de verzorging en opvoeding van de minderjarige de belangen van de met het gezag belaste ouders in strijd zijn met die van de minderjarige, en zij die benoeming in het belang van de minderjarige noodzakelijk acht. Daarbij neemt de rechter in het bijzonder de aard van de belangenstrijd in aanmerking.
1.5
Hoewel in beginsel JBRA in juridisch opzicht in deze zaak niet valt binnen de kring van belanghebbenden zoals in voornoemd artikel, heeft de kinderrechter wel het verzoek van JBRA gelezen als een brief (van bij een minderjarige betrokken derde) die de rechtbank attendeert op een mogelijk belangenconflict op grond waarvan de rechtbank ambtshalve over kan gaan tot benoeming van een bijzondere curator.
Ambtshalve heeft de brief van JBRA, nu deze betrekkelijk weinig informatie gaf over een eventuele lopende strafzaak, de kinderrechter aanleiding gegeven bij de Officier van Justitie te informeren naar het mogelijk bestaan van een strafzaak en heeft de kinderrechter verzocht om hem te informeren over een eventueel bestaand parketnummer en mogelijke stand van zaken van vervolging (bijvoorbeeld dagvaarding en/of behandeldatum van een mogelijke zitting).
De kinderrechter heeft van de Officier van Justitie vernomen dat er een strafzaak loopt onder het parketnummer [Parketnummer] tegen een man (niet zijnde de vader) waarvan de naam bij de kinderrechter bekend is en welke de kinderrechter vooralsnog om privacy redenen voorlopig onder zich zal houden. Zonder verder de nader aan de kinderrechter verstrekte gegevens in deze procedure beschikbaar te stellen (concretere door de Officier van Justitie verstrekte informatie houdt de kinderrechter vooralsnog ook onder zich) is het de kinderrechter voldoende duidelijk geworden dat er in ieder geval één strafzaak aanhangig is bij de rechtbank waarvoor [minderjarige] als slachtoffer een vordering benadeelde partij kan indienen. Vooralsnog staat bij de Officier van Justitie 23 augustus 2018 een zittingsdatum ingepland.
Ook is voor de kinderrechter duidelijk geworden dat er voorlopig voldoende redenen zijn om aan te nemen dat er een belangenconflict tussen ouder(s) en de minderjarige bestaat. Naast de toelichting van JBRA ten aanzien van moeders’ positie heeft de kinderrechter vernomen dat (vooralsnog) ook moeder als verdachte is aangemerkt.
1.6
De kinderrechter overweegt dat het in belang van de minderjarige geacht kan worden om diens belangen als slachtoffer in het strafproces veilig te stellen en om (tot er een andersluidend inzicht komt) aldaar gebruik te kunnen maken van zijn rechten als slachtoffer in het strafproces, waaronder (niet limitatief opgenomen) het indienen van een vordering tot schadevergoeding, het opvragen van stukken waar een slachtoffer recht op heeft en dergelijke.
Nu beide ouders het gezag hebben en dus gezamenlijk beslissingen dienen te nemen aangaande het al of niet voorbereiden/indienen van een vordering acht de kinderrechter het van belang om de minderjarige te laten bijstaan door een bijzondere curator.
1.7
De kinderrechter overweegt voorts dat het in het belang van de minderjarige is dat de te benoemen bijzondere curator, gelet op de mogelijke strijd tussen de ouders, geheel onafhankelijk is. De bijzondere curator zal de belangen van de minderjarige in deze (straf)zaak behartigen en kan de minderjarige ter zake zowel in als buiten rechte vertegenwoordigen.
1.8
[naam 1] heeft zich bereid verklaard de taak van bijzondere curator op zich te nemen.
1.9
De kinderrechter zal derhalve [naam 1] voorlopig (zie rechtsoverweging 1.11) als bijzondere curator benoemen en hem opdragen om de belangen van voornoemde minderjarige te behartigen in de strafzaak bekend onder parketnummer [Parketnummer] en, indien later blijkt van een strafzaak tegen de moeder, ook alsdan in de strafzaak tegen de moeder.
De rechtbank wijst erop dat de benoeming van de bijzondere curator in deze tevens inhoudt, dat in het geval de bijzondere curator dat wenselijk acht, hij (medische) informatie op kan vragen c.q. contact kan hebben bij/met de instanties/personen die hij nodig acht, inclusief bij de medische behandelaren.
Mocht op enig moment naar het oordeel van de bijzondere curator het in het belang van de minderjarige zijn dat diens taakopdracht dient te worden verruimd, dient deze zich met een verzoek daartoe tot de rechtbank te wenden.
1.1
De kinderrechter benoemt de bijzondere curator in principe voor de duur van de (strafrechtelijke) procedure. Van de bijzondere curator wordt verwacht dat deze de rechtbank (in het kader van diens benoeming) uiterlijk binnen 6 weken na de datum van uitspreken van het vonnis in de strafzaak zal rapporteren over de resultaat van de bijstand.
Daarbij dient er voor te worden gezorgd dat, indien een schadevergoeding is toegekend, deze schadevergoeding wordt uitgekeerd op een bankrekening van de minderjarige met een zgn. BEM-Causule [1] .
1.11
Nu de kinderrechter deze beslissing heeft genomen zonder belanghebbenden (en informanten) in de gelegenheid te stellen zich daar over uit te laten, bepaalt de kinderrechter dat belanghebbenden (en informanten) in de gelegenheid worden gesteld om zich ter zitting van
19 juli 2018 om 16.00uur uit te laten over de benoeming van de bijzondere curator. Van de bijzondere curator wordt verwacht dat hij daar ook aanwezig zal zijn.

2.De beslissing

De kinderrechter:
- benoemt met ingang van heden tot bijzondere curator over de minderjarige(n):
[naam 1] ,
kantoorhoudende te [plaats]
( [adres] [plaats] ,
[telefoonnummer] );
- draagt de bijzondere curator op ervoor zorg te laten dragen dat eventuele schadevergoedingen worden uitgekeerd op een bankrekening van de minderjarige voorzien van een BEM-clausule,
en draagt de griffier op de volgende stukken aan de bijzondere curator te zenden:
- voormeld verzoekschrift van JBRA;
  • draagt de griffier op deze beschikking aan de belanghebbenden, JBRA (t.a.v. [naam 2] ), de Officier van Justitie te Amsterdam (t.a.v. [naam 3] en onder vermelding van het parketnummer [Parketnummer] ) en
  • stelt de belanghebbenden en de informanten in de gelegenheid om zich ter zitting van 19 juli 2018 om 16.00 uur in het gerechtsgebouw van de rechtbank uit te laten over de benoeming van de bijzondere curator alwaar van de bijzondere curator ook wordt verwacht dat hij aanwezig zal zijn;
  • draagt de bijzondere curator op om uiterlijk 6 weken na de datum van het vonnis van de rechtbank in de strafzaak verder te rapporten aan
Deze beschikking is gegeven door mr. H.P.E. Has, kinderrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 9 juli 2018, in tegenwoordigheid van mr. W.H. van der Kar, griffier. [2]

Voetnoten

1.De rekening met BEM-clausule (BEM staat voor Belegging, Erfenis en andere gelden Minderjarigen) houdt in dat gedurende de minderjarigheid de hoofdsom wordt geblokkeerd en alleen de rente opgenomen kan worden. Slechts met toestemming van de kantonrechter kan gedurende die periode een deel of de gehele hoofdsom ten behoeve van de minderjarige worden opgenomen. Voor het opnemen van de rente is geen toestemming van de kantonrechter benodigd, mits het vruchtgenot niet is uitgesloten. Op het moment dat de minderjarige meerderjarig wordt, kan zij vrij over de hoofdsom beschikken.