ECLI:NL:RBAMS:2018:6515

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
10 september 2018
Publicatiedatum
13 september 2018
Zaaknummer
6653272 CV EXPL 18-3539
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betaling cursusgeld na beëindiging tenniscursus

In deze zaak vorderde Spa Zuiver, een besloten vennootschap, betaling van het resterende cursusgeld van € 2.612,82 van [gedaagde 1] en [gedaagde 2]. [gedaagde 1] had zich ingeschreven voor een tenniscursus van 20 weken, maar stopte na 8 weken met lessen. De kantonrechter oordeelde dat [gedaagde 1] niet het volledige cursusgeld verschuldigd was, omdat het beding in de algemene voorwaarden dat volledige betaling bij tussentijdse beëindiging vereiste, als onredelijk bezwarend werd aangemerkt. De rechter stelde vast dat [gedaagde 1] recht had op een redelijke vergoeding voor de genoten lessen. Uiteindelijk werd vastgesteld dat [gedaagde 1] nog € 165,13 moest betalen voor de genoten lessen, vermeerderd met wettelijke rente. De kantonrechter compenseerde de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten droeg.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 6653272 CV EXPL 18-3539
vonnis van: 10 september 2018

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

de besloten vennootschap Spa Sport Hotel Zuiver B.V.

gevestigd te Amsterdam
eiseres
nader te noemen: Spa Zuiver
gemachtigde: [naam gemachtigde]
t e g e n

1. [gedaagde 1]

2. [gedaagde 2]

beiden wonende te [woonplaats]
gedaagden
nader gezamenlijk te noemen: [gedaagden]
gemachtigde: mr. R.A. Feitsma

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

De kantonrechter gaat uit van de volgende processtukken en proceshandelingen:
- de dagvaarding van 8 februari 2018, met producties;
- de conclusie van antwoord;
- het instructievonnis;
- de dagbepaling comparitie.
De comparitie heeft plaatsgevonden op 12 juli 2018. Voor Spa Zuiver is dhr. [naam 1] verschenen, vergezeld door de gemachtigde. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] zijn in persoon verschenen, vergezeld door de gemachtigde. Partijen zijn gehoord en hebben vragen van de kantonrechter beantwoord. Ten slotte is vonnis gevraagd en is een datum voor vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat het volgende vast:
1.1.
Op 7 februari 2017 heeft [gedaagde 1] zich bij Spa Zuiver ingeschreven voor een tenniscursus, in het bijzijn van zijn moeder [gedaagde 2] . De inschrijving vond plaats halverwege het seizoen, zodat partijen zijn overeengekomen dat de inschrijving voor een half cursusjaar zou gelden (20 weken).
1.2.
De inschrijving zag op het challenger advanced pakket, ter hoogte van een bedrag van € 3012,82 evenals 20 privélessen voor € 1.600,-, waarmee het totale bedrag op € 4.612,82 komt.
1.3.
In de algemene voorwaarden van Spa Zuiver staat in artikel 3:
Door ondertekening van het inschrijfformulier of verzending van het online formulier is men een betalingsverplichting aangegaan, ook al maakt men geen gebruik van het recht op deelname aan de cursus.
1.4.
[gedaagde 1] heeft eerder lessen gevolgd bij Spa Zuiver, namelijk in 2015. Deze waren niet volledig betaald. Partijen hebben daarom afgesproken dat hij de achterstand eerst moest betalen voordat hij weer lessen kon volgen. [gedaagde 1] heeft dit gedaan.
1.5.
Op het inschrijfformulier is ook opgenomen dat op 12 februari 2017 een bedrag van € 2.000,- moest worden voldaan, hetgeen ook is gebeurd. Partijen twisten over de reden dat deze afspraak is gemaakt.
1.6.
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] hebben beiden het inschrijfformulier ondertekend. Daarop is ook het vakje met daarachter de tekst “
ik ga akkoord met de algemene voorwaarden” aangekruist.
1.7.
Vanaf april 2017 heeft [gedaagde 1] geen lessen meer gevolgd. Ook heeft hij het resterende bedrag ad € 2.612,82 niet meer voldaan.
1.8.
Spa Zuiver heeft onder meer op 9 mei 2017 en 22 juni 2017 een herinnering aan het adres van [gedaagden] verzonden. De gemachtigde van Spa Zuiver heeft eveneens betalingsherinneringen verzonden.
1.9.
[gedaagde 1] heeft op 26 november 2017 laten weten dat hij niet bereid en van plan is om te gaan betalen, omdat hij met dhr. [naam 1] van Spa Zuiver afgesproken had dat hij niet meer hoefde te betalen als hij geen lessen meer kwam volgen.

Vordering

2. Spa Zuiver vordert dat [gedaagden] bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
a. € 2.612,82 aan hoofdsom;
b. € 467,40 aan buitengerechtelijke incassokosten;
c. € 33,21 aan rente, berekend tot en met 8 februari 2018;
d. rente over € 3.113,43 vanaf 8 februari 2018;
e. de proceskosten.
3. Spa Zuiver stelt hiertoe, samengevat en zakelijk weergegeven, dat [gedaagde 1] een overeenkomst met haar is aangegaan met betrekking tot een tenniscursus van 20 weken. Hoewel [gedaagde 1] na enkele weken niet meer is komen opdagen, dient [gedaagde 1] desondanks het volledige cursusgeld te voldoen. In tegenstelling tot hetgeen [gedaagde 1] aanvoert zijn er geen – van het inschrijfformulier afwijkende – afspraken gemaakt dat [gedaagde 1] , als hij niet meer verder wilde lessen, ook niet meer hoefde te betalen. Een dergelijke afwijkende afspraak zou uitdrukkelijk schriftelijk zijn vastgelegd, aldus Spa Zuiver.

Verweer

4. [gedaagde 1] heeft aangevoerd, samengevat en zakelijk weergegeven, dat met Spa Zuiver was afgesproken dat hij € 2.000,- zou betalen, en dat hij die afspraak is nagekomen. Nadat dit bedrag opgemaakt was aan lessen, zou hij, als hij verder wilde lessen, het restant moeten betalen. Nu hij slechts een aantal lessen heeft gevolgd en daarna besloten heeft geen verdere lessen meer te volgen, hetgeen hij ook telefonisch aan Spa Zuiver heeft doorgegeven, hoeft het restant niet betaald te worden. Deze afspraak is juist zo gemaakt omdat er in het verleden betalingsproblemen zijn geweest.
5. Daarnaast is het zo dat de algemene voorwaarden niet van toepassing zijn, omdat deze niet ter hand zijn gesteld en [gedaagde 1] daarom niet de mogelijkheid heeft gehad om daarvan kennis te nemen. Bovendien is de gemaakte afspraak voor [gedaagde 1] onredelijk; hij is een consument terwijl Spa Zuiver een professionele partij is. [gedaagde 1] dient derhalve beschermd te worden. Hij heeft de door hem afgenomen lessen betaald en heeft daarvoor betaald. Voor het overige zijn er geen lessen genoten en is er ook geen prestatie geleverd door Spa Zuiver; zij heeft dan ook geen schade, aldus [gedaagde 1] .

Beoordeling

6. Geoordeeld wordt dat niet uit de overeenkomst blijkt dat tussen partijen is overeengekomen dat [gedaagde 1] € 2.000,- mocht voldoen, en er daarna voor kon kiezen om de lessen al dan niet voort te zetten. Immers staat op de overeenkomst slechts dat [gedaagde 1] gehouden is € 4.612,82 te voldoen voor het overeengekomen lespakket, en dat € 2.000,- op 12 februari moest worden betaald. Daarmee staat het oordeel van de kantonrechter voldoende vast dat overeengekomen is een lespakket van 20 weken te volgen tegen een bedrag van € 4.612,82 zonder de afwijkende voorwaarde dat tussentijds kan worden beëindigd.
7. Voor wat betreft de algemene voorwaarden, in het bijzonder artikel 3, geldt het volgende. Hoewel [gedaagde 1] heeft getekend voor akkoord met de algemene voorwaarden en bovendien al eerder een lespakket bij Spa Zuiver heeft afgenomen, voert [gedaagde 1] aan dat de algemene voorwaarden niet van toepassing zijn. Dit kan echter in het midden blijven, en wel om het volgende.
8. [gedaagde 1] is consument, terwijl Spa Zuiver zich beroept op een (of meerdere) beding(en) dat is opgesteld om in een aantal overeenkomsten te worden opgenomen, althans vermoed wordt dat de vordering mede op (een) dergelijk beding(en) is gebaseerd. Immers vordert Spa Zuiver volledige betaling van een niet volledig genoten lespakket, hetgeen volgt uit artikel 3 van haar algemene voorwaarden. De kantonrechter dient daarom op grond van de rechtspraak van het Hof van Justitie (o.a. 4 juni 2009, C‑243/08) en de Hoge Raad (13-09-2013 ECLI:NL:HR:2013:691) ambtshalve te beoordelen of het beding onredelijk bezwarend is. Ter zitting is aan beide partijen de gelegenheid gegeven zich uit te laten over of een of meerdere bedingen, met name artikel 3 van de algemene voorwaarden, onredelijk bezwarend zijn.
9. Op grond van het beding dient [gedaagde 1] zijn verplichting (vervroegd) volledig na te komen terwijl Spa Zuiver geen prestatie meer hoeft te leveren en de plek in de tenniscursus aan een ander kan worden gegund. Desondanks is [gedaagde 1] volledige betaling verschuldigd. Daarmee staan de rechten en verplichtingen van partijen niet langer in een redelijke verhouding tot elkaar. Immers biedt het beding geen (redelijke) mogelijkheid tot opzegging of tussentijdse beëindiging anders dan dat een cursist alsnog het volledige cursusgeld verschuldigd is, zonder dat daar nog een prestatie tegenover staat, terwijl sprake is van een opleiding van een half jaar, waarbij niet ondenkbaar is dat iemand de cursus niet meer wil of kan volgen, en een hoog bedrag aan cursusgeld. De kantonrechter is daarom van oordeel, waarbij acht is geslagen op hetgeen Spa Zuiver ter rechtvaardiging van toepassing van het beding naar voren heeft gebracht, dat voormeld beding oneerlijk is en het beding daarom buiten toepassing moet worden gelaten.
10. Desalniettemin staat vast dat [gedaagde 1] wel een deel van de overeengekomen tennislessen heeft genoten. Geoordeeld wordt dat Spa Zuiver derhalve wel recht heeft op betaling voor het deel van de cursus dat zij aan [gedaagde 1] heeft geleverd. Daarbij wordt aansluiting gezocht bij artikel 7:411 BW, waaruit volgt dat Spa Zuiver recht heeft op een naar redelijkheid vast te stellen deel van het loon, namelijk voor de door haar verrichte werkzaamheden. In geval de algemene voorwaarden niet van toepassing zouden zijn geldt dat een overeenkomst van opdracht te allen tijde kan worden opgezegd, en dient eveneens te worden gekeken naar artikel 7:411 BW. Daarbij zijn de reeds verrichte werkzaamheden, het voordeel van [gedaagde 1] en de reden van beëindiging van belang.
11. Partijen zijn het erover eens dat [gedaagde 1] in ieder geval vanaf april 2017 geen lessen meer heeft gevolgd. Dit geldt voor zowel de privélessen als voor de groepslessen. Uitgaande van de datum dat het inschrijfformulier is ondertekend, zijnde dinsdag 7 februari 2017, en het moment dat [gedaagde 1] geen lessen meer heeft gevolgd, zijnde zaterdag 1 april 2017, komt dit neer op (bijna) 8 (werk)weken waarin wél lessen zijn gevolgd, terwijl het pakket zag op 20 weken. 8/20e deel van het overeengekomen bedrag komt neer op een bedrag van € 1.845,13. Voor wat betreft de groepslessen is de kantonrechter van oordeel dat bij het vaststellen van het redelijk loon geen rekening behoeft te worden gehouden met een opzegtermijn, aangezien deze lessen hoe dan ook zouden plaatsvinden. Voor wat betreft de privélessen wordt geoordeeld dat, aangezien [gedaagde 1] zelf besloten heeft niet meer te komen, Spa Zuiver recht heeft op een hoger redelijk loon. Immers werd voor de privélessen een tennisleraar voor alleen [gedaagde 1] ingezet, terwijl het aannemelijk is dat het enige tijd kost om die uren opnieuw te vullen. Nu de privélessen € 80,- per week kosten, is het redelijk dat hiervoor een vergoeding van
€ 320,- wordt gerekend. Tezamen met het redelijk loon over de genoten lessen komt het totaal verschuldigde bedrag uit op € 2.165,13, zodat [gedaagde 1] nog € 165,13 moet betalen. De gevorderde wettelijke rente hierover zal worden toegewezen vanaf heden.
12. De buitengerechtelijke kosten komen niet voor toewijzing in aanmerking, nu de brieven die Spa Zuiver en haar gemachtigde aan [gedaagden] hebben verstuurd op meerdere punten niet voldoen aan de vereisten van artikel 6:96 BW.
13. De kantonrechter ziet aanleiding de proceskosten te compenseren in die zin dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.

BESLISSING

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagden] tot betaling aan Spa Zuiver van € 165,13 aan hoofdsom, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf heden tot aan de voldoening;
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.V. Ulrici, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 10 september 2018 in tegenwoordigheid van de griffier.