ECLI:NL:RBAMS:2018:6566

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
1 augustus 2018
Publicatiedatum
14 september 2018
Zaaknummer
C/13/648739 / HA ZA 18-554
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheidsincident en forumkeuzebeding in civiele procedure tussen Nederlandse eiseressen en Deutsche Bank

In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, hebben twee Nederlandse eiseressen, [eiseres 1] en [eiseres 2] B.V., een bevoegdheidsincident aanhangig gemaakt tegen Deutsche Bank Aktiengesellschaft, gevestigd in Frankfurt am Main, Duitsland. De eiseressen vorderen onder andere de vernietiging van opzeggingen door Deutsche Bank van twee overeenkomsten, de Multi Market Custody Agreement (MMCA) en de FX4Cash-overeenkomst, en stellen dat Deutsche Bank aansprakelijk is voor schade die voortvloeit uit haar tekortkomingen in de nakoming van deze overeenkomsten.

De rechtbank heeft in het incident de vraag te beantwoorden of zij bevoegd is om kennis te nemen van de vorderingen van de eiseressen, waarbij het forumkeuzebeding in de MMCA en de AAA (Administrative Agency Agreement) een belangrijke rol speelt. Deutsche Bank stelt zich op het standpunt dat de rechtbank Amsterdam op basis van het forumkeuzebeding in de MMCA exclusief bevoegd is, terwijl de eiseressen zich beroepen op dit beding voor hun vorderingen.

De rechtbank oordeelt dat het forumkeuzebeding in de MMCA rechtsgeldig is en dat de vorderingen van de eiseressen onder dit beding vallen. De rechtbank wijst de incidentele vordering van Deutsche Bank af en veroordeelt haar in de proceskosten van het incident. De kosten worden begroot op € 543, te vermeerderen met wettelijke rente. De zaak zal vervolgens weer op de rol komen voor verdere behandeling in de hoofdzaak.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/648739 / HA ZA 18-554
Vonnis in incident van 1 augustus 2018
in de zaak van
1. de stichting
[eiseres 1],
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres 2] B.V.,
beide gevestigd te [vestigingsplaats] ,
eiseressen in de hoofdzaak,
verweersters in het incident,
advocaat mr. J.H. Lemstra te Amsterdam,
tegen
een vennootschap naar buitenlands recht
DEUTSCHE BANK AKTIENGESELLSCHAFT,
gevestigd te Frankfurt am Main (Duitsland),
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. B.W.G. van der Velden te Amsterdam.
Partijen worden hierna [eiseres 1] , [eiseres 2] (gezamenlijk [eiseressen] ) en Deutsche Bank genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 27 december 2017, en de Duitse vertaling daarvan;
  • de akte overlegging producties van [eiseressen] ;
  • de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid met producties;
  • de conclusie van antwoord in het bevoegdheidsincident met producties.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.De feiten voor zover van belang in het incident

2.1.
[eiseres 1] treedt op als bewaarder van de activa van bepaalde (beleggings)fondsen. Het beheer van deze activa wordt uitgevoerd door [eiseres 2] als vermogensbeheerder.
2.2.
Deutsche Bank verricht een breed scala aan bancaire en financiële diensten, waaronder ook bewaarnemingsdiensten.
2.3.
Deutsche International Corporate Services (Ireland) Limited (hierna: Deutsche Bank Ierland) is een indirecte dochtermaatschappij van Deutsche Bank, die allerlei administratieve diensten verleent.
2.4.
Op 8 november 2012 zijn [eiseres 1] en Deutsche Bank de
Multi Market Custody Agreement(met een
Country Addendum for Germanyen een bijbehorende
Fee Schedule) (hierna: de MMCA) aangegaan. Artikel 23 ‘Amendment to clause 29’ van de Country Addendum for Germany (hierna: het forumkeuzebeding in de MMCA) luidt - voor zover hier relevant - als volgt:
“Clause 29 shall be replaced by: As between the Client [ [eiseres 1] , rb] and the Bank, this Agreement shall be governed and construed in accordance with the laws of the Federal Republic of Germany, and the Client and the Bank irrevocably agree to submit any dispute arising out of or in connection with this Agreement exclusively to the competent courts in Amsterdam, the Netherlands, notwithstanding the right of appeal.
(..)”
2.5.
Op 1 mei 2013 zijn [eiseres 1] en Deutsche Bank, handelend via haar vestiging in Londen, Verenigd Koninkrijk, de
FX4Cash terms and conditions(hierna: de FX4) aangegaan. In de FX4 is in artikel 17 ‘Miscellaneous’ onder e een forumkeuzebeding opgenomen dat, nagenoeg gelijkluidend is aan het forumkeuzebeding in de MMCA.
2.6.
Op 25 juli 2013 zijn [eiseres 2] en Deutsche Bank Ierland de
Administrative Agency Agreement(hierna: de AAA) aangegaan. Artikel 15 ‘Miscellaneous’ onder c van de AAA (hierna: het forumkeuzebeding in de AAA) luidt – voor zover hier relevant - als volgt:

Governing Law, Jurisdiction and Venue.The parties acknowledge and agree that any claim, controversy, dispute or action relating in any way to this Agreement or the subject matter of this Agreement shall be governed by the laws of Ireland, without regard to any conflict of laws doctrines. The parties irrevocably consent to being served with legal process issued from the courts located in Ireland and irrevocably consent to the exclusive jurisdiction of the courts situated in Ireland. (..).”

3.Het geschil

in de hoofdzaak
3.1.
[eiseressen] vordert de rechtbank om bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
Primair
Deutsche Bank te veroordelen tot nakoming van de verplichtingen die op haar rusten uit hoofde van de MMCA en de FX4 op straffe van een dwangsom van € 25.000 per overtreding;
Deutsche Bank te veroordelen om ervoor zorg te dragen dat Deutsche Bank Ierland haar verplichtingen onder de AAA nakomt;
voor recht te verklaren dat:
- de opzeggingen door Deutsche Bank van de MMCA en de FX4 niet rechtsgeldig zijn;
- Deutsche Bank aansprakelijk is jegens [eiseressen] en de cliënten van [eiseres 2] voor alle geleden en nog te lijden schade als gevolg van haar toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de MMCA en de FX4, en haar schending van de buitenwettelijke zorgplicht jegens [eiseressen] en de cliënten van [eiseres 2] , en Deutsche Bank te veroordelen tot vergoeding van deze schade nader op te maken bij staat, te vermeerderen met rente;
Subsidiair:
4. de opzeggingen door Deutsche Bank van de MMCA en de FX4 te vernietigen;
5. voor recht te verklaren dat:
- Deutsche Bank gehouden is de MMCA en de FX4 na te komen;
- Deutsche Bank aansprakelijk is jegens [eiseressen] en de cliënten van [eiseres 2] voor alle geleden en nog te lijden schade als gevolg van haar toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de MMCA en de FX4, en haar schending van de buitenwettelijke zorgplicht jegens [eiseressen] en de cliënten van [eiseres 2] , en Deutsche Bank te veroordelen tot vergoeding van deze schade nader op te maken bij staat, te vermeerderen met rente;
Primair en subsidiair:
6. Deutsche Bank te veroordelen in de buitengerechtelijke kosten nader op te maken bij staat, te vermeerderen met rente;
7. Deutsche Bank te veroordelen in de proceskosten, inclusief de nakosten.
3.2.
Deutsche Bank stelt zich – voor zover hier relevant – op het standpunt dat de rechtbank Amsterdam exclusief bevoegd is om dit geschil te beslechten op grond van het forumkeuzebeding in de MMCA, waarin een forumkeuze voor de rechtbank Amsterdam is opgenomen, in samenhang met artikel 25 lid 1 van de verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (hierna: de Brussel I bis-verordening).
3.3.
Deutsche Bank heeft in de hoofdzaak nog niet van antwoord gediend.
in het incident
3.4.
Deutsche Bank vordert de rechtbank om zich bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis onbevoegd te verklaren om van vordering 2 van [eiseressen] in de hoofdzaak kennis te nemen, althans [eiseressen] niet ontvankelijk te verklaren of vordering 2 af te wijzen, en [eiseressen] te veroordelen om binnen zeven dagen na het vonnis in incident Deutsche Bank de proceskosten te betalen, bij niet tijdige betaling, te vermeerderen met rente.
3.5.
Deutsche Bank legt aan haar incidentele vordering het volgende ten grondslag. [eiseressen] beroept zich voor de bevoegdheid van de rechtbank op het forumkeuzebeding in de MMCA. Zij miskent daarbij dat de MMCA en de AAA afzonderlijke overeenkomsten zijn, gesloten tussen verschillende partijen, die betrekking hebben op verschillende soorten dienstverlening, en waarin verschillende rechtskeuze- en forumbedingen zijn opgenomen. Het forumkeuzebeding uit de MMCA is daarom niet van toepassing op het geschil inzake vordering 2. De MMCA wordt beheerst door Duits recht. De uitleg van het forumkeuzebeding in de MMCA dient dan ook naar Duits recht plaats te vinden. Een redelijke uitleg van het forumkeuzebeding in de MMCA is dat dit forumkeuzebeding niet van toepassing is op vordering 2. Andere bevoegdheidsgronden uit de Brussel I bis-verordening bieden evenmin grond voor bevoegdheid van de rechtbank Amsterdam om kennis te nemen van vordering 2, aldus Deutsche Bank.
3.6.
[eiseressen] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de incidentele vordering met veroordeling van Deutsche Bank in de proceskosten, te betalen binnen zeven dagen, bij niet tijdige betaling, te vermeerderen met rente.
3.7.
Op de stellingen van partijen in het bevoegdheidsincident wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Nu sprake is van een rechtsverhouding met internationale aspecten en de hoofdvordering is ingesteld na 10 januari 2015, dient de rechtbank voor de beoordeling van haar bevoegdheid uit te gaan van de genoemde Brussel I bis-verordening.
4.2.
Niet in geschil is dat het forumkeuzebeding in de MMCA een rechtsgeldig forumkeuzebeding is in de zin van artikel 25 lid 1 van de Brussel I bis-verordening, dat de vorderingen 1 en 3 t/m 7 van [eiseressen] onder de toepassing van dit forumkeuzebeding vallen, en dat om die reden de rechtbank Amsterdam op grond van dit forumkeuzebeding exclusief bevoegd is om kennis te nemen van de genoemde vorderingen.
4.3.
Wel in geschil is de vraag of vordering 2 (ook) onder de toepassing van het forumkeuzebeding in de MMCA valt. Zo ja, dan schept het forumkeuzebeding ook ten aanzien van deze vordering bevoegdheid voor de rechtbank Amsterdam.
4.4.
Onder vordering 2 vordert [eiseressen] om Deutsche Bank te veroordelen om ervoor zorg te dragen dat Deutsche Bank Ierland haar verplichtingen onder de AAA nakomt. Het bevoegdheidsverweer van Deutsche Bank (3.5) houdt kort gezegd in dat een grondslag voor een dergelijke verplichting van Deutsche Bank in het geheel ontbreekt maar in elk geval niet volgt uit de MMCA. Vordering 2 betreft volgens Deutsche Bank een geschil in verband met de AAA. Om die reden valt vordering 2 niet onder de toepassing van het forumkeuzebeding in de MMCA, maar onder de toepassing van het forumkeuzebeding in de AAA. Hieruit volgt eveneens dat [eiseres 2] zich niet aan het forumkeuzebeding in de AAA kan onttrekken, en dat [eiseres 1] geen beroep op het forumkeuzebeding in de MMCA toekomt, aldus steeds Deutsche Bank.
4.5.
Dit betoog faalt. Uit de dagvaarding volgt, hetgeen niet is betwist, dat Deutsche Bank contractspartij is van [eiseres 1] met betrekking tot de MMCA (en de FX4), en dat Deutsche Bank Ierland contractspartij is van [eiseres 2] met betrekking tot de AAA. Hoewel Deutsche Bank kan worden nagegeven dat vordering 2 op het eerste gezicht lijkt te zijn gestoeld op de AAA, vindt dit zijn weerlegging in de aard en het subject van de vordering. Immers, uit het feit dat [eiseressen] vordering 2 hebben ingesteld jegens
Deutsche Bank, en niet tegen Deutsche Bank Ierland, volgt logischerwijs - en bij gebreke van een andere door [eiseressen] aangereikte grondslag - dat de grondslag voor deze vordering
dusis gelegen in of voortvloeit uit de MMCA, althans de hoedanigheid van Deutsche Bank als partij bij deze overeenkomst, net als overigens geldt voor alle overige (4.2) door [eiseressen] ingestelde vorderingen. Dat dit de grondslag van deze vordering betreft heeft [eiseressen] bevestigd en ook nader toegelicht, onder meer door op te wijzen op de nauwe verbondenheid tussen de MMCA en de AAA en de wijze waarop deze beide overeenkomsten achtereenvolgens tot stand zijn gekomen. Mede nu Deutsche Bank het bestaan van deze grondslag heeft betwist, ziet het onder vordering 2 voorliggende geschil tussen partijen daarmee op de (door [eiseressen] voorgestane) uit de MMCA volgende dan wel voortvloeiende verplichting(en) van Deutsche Bank, en niet op de verplichtingen van Deutsche Bank op grond van de AAA, temeer niet nu Deutsche Bank terecht heeft aangevoerd geen partij te zijn bij de AAA. Vanwege deze mede aan de aard en het subject van de vordering ontleende grondslag van vordering 2, valt - ook zonder dat nadere uitleg van dit beding is vereist - deze vordering evident onder de toepassing van het forumkeuzebeding in de MMCA.
4.6.
Het voorgaande leidt tot afwijzing van de incidentele vordering. Deutsche Bank zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiseressen] worden begroot op € 543 (1 punt × tarief II) aan salaris advocaat.
4.7.
De nakosten zijn toewijsbaar zoals hierna onder de beslissing is vermeld.
4.8.
Ook de gevorderde wettelijke rente over de kosten van het incident zal worden toegewezen.

5.De beslissing

De rechtbank
in het incident
5.1.
wijst het gevorderde af,
5.2.
veroordeelt Deutsche Bank in de kosten van het incident, aan de zijde van [eiseressen] tot op heden begroot op € 543 te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de achtste dag na dagtekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt Deutsche Bank in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 157 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Deutsche Bank niet binnen zeven dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag tot de dag van volledige betaling,
5.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,
in de hoofdzaak
5.5.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
12 september 2018voor
conclusie van antwoord,
5.6.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.C. Jongeneel, rechter, bijgestaan door mr. P.C.N. van Gelderen, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 1 augustus 2018.