Op 9 mei 2018 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte zonder vaste woon- of verblijfplaats, die beschuldigd werd van diefstal. De verdachte werd ervan beschuldigd op of omstreeks 6 februari 2018 in Amsterdam een fles whiskey en een pak kaarten te hebben weggenomen, toebehorende aan W-Hotels. Tijdens de zitting op 9 mei 2018 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie, mr. M.D. Braber, en de verdediging van de verdachte, vertegenwoordigd door mr. C.C.J. Tuip, gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de diefstal heeft gepleegd op basis van de aangifte van het W-Hotel en de verklaringen van verbalisanten. De rechtbank heeft geoordeeld dat het bewezen geachte feit strafbaar is en dat er geen omstandigheden zijn die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De officier van justitie heeft een gevangenisstraf van 60 dagen geëist, waarvan 20 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. De verdediging heeft verzocht om een lagere straf, rekening houdend met de geringe ernst van het feit. De rechtbank heeft echter besloten om af te wijken van de eis van de officier van justitie en heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 50 dagen, waarvan 10 dagen niet ten uitvoer gelegd, met een proeftijd van twee jaren. De rechtbank heeft bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht bij de reclassering en een behandelverplichting voor alcoholverslaving. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit voorzitter mr. F. Dekkers en de rechters mrs. J.A.A.G. de Vries en I. Mannen, in aanwezigheid van griffier mr. C.L. Lugthart.