In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 15 november 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de Staat der Nederlanden en de Stichting Museumkaart. De Staat vorderde dat de Stichting verplicht zou worden om gegevens over het museumbezoek van een kaarthouder te verstrekken aan de Belastingdienst. De Stichting weigerde dit, met als argument dat het verstrekken van deze gegevens een inbreuk op de privacy van de kaarthouder zou vormen. De rechtbank oordeelde echter dat het belang van een correcte belastingheffing zwaarder weegt dan het recht op privacy in dit geval. De Belastingdienst had de gegevens nodig in het kader van een woonplaatsonderzoek, dat noodzakelijk is om te bepalen of iemand belastingplichtig is. De rechtbank concludeerde dat de Stichting als administratieplichtige op grond van de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen (AWR) verplicht was om de gevraagde informatie te verstrekken. De rechtbank wees de vordering van de Staat toe en legde een termijn van veertien dagen op voor de informatieverstrekking, met een dwangsom van € 5.000,- per dag voor het geval de Stichting niet aan de veroordeling zou voldoen. De kosten van het geding werden ook aan de Stichting opgelegd.