Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiseres sub 1] ,2. [eiser sub 2]
1.De procedure
Beide partijen hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht. ABN Amro heeft tevens een conclusie van antwoord in het geding gebracht.
Ter zitting waren aanwezig:
- [naam 1] en [naam 2] van ABN Amro met mr. Jakimowicz.
Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
2.De feiten
€ 10.000,-. Zij diende maandelijks aan het einde van de maand € 200,- te voldoen om gebruik te kunnen blijven maken van het krediet. Artikel 12 van de “Voorwaarden ABN Amro AMRO Flexibel Krediet” luidt voor zover hier van belang als volgt.
Direct te betalen achterstand EUR 200,00.
U heeft een maandbedrag van uw Flexibel Krediet niet betaald.Wij vragen u EUR 200,00 te betalen voor 9 augustus 2015.
Direct te betalen achterstand EUR 400,00
Aangezien het ons niet gelukt is u telefonisch te bereiken, verzoeken wij u vriendelijk doch dringend contact met ons op te nemen.
U heeft opnieuw een maandbedrag van uw Flexibel Krediet niet betaald.U moet EUR 400,00 voor 7 september 2015 betalen.
U heeft opnieuw een maandbedrag van uw Flexibel Krediet niet betaald.Wij eisen dat u EUR 400,00 voor 15 september 2015 betaalt.(…)Als u niet betaalt, heeft dat ernstige gevolgen voor u. Wij melden dan uw achterstand bij het Bureau Krediet Registratie (BKR). Een BKR registratie kan moeilijkheden geven als u een nieuw krediet wilt afsluiten. Ook zullen wij een incassobureau inschakelen.(…)Voorkom een BKR registratie door nu EUR 400,00 direct te betalen.
Uw betalingsproblemen worden gemeld bij het Bureau Krediet Registratie (BKR) te Tiel. Dit kan gevolgen hebben als u een nieuw krediet of hypotheek aanvraagt.
Aangezien het ons niet gelukt is u telefonisch te bereiken, verzoeken wij u vriendelijk doch dringend contact met ons op te nemen.
Direct te betalen achterstand EUR 600,00
U heeft al een tijd uw maandbedragen op uw Flexibel Krediet niet betaald. Hierover hebben wij u meerdere brieven gestuurd. U moet de volledig openstaande schuld van EUR – 10.166,48 direct in één keer terugbetalen binnen 14 dagen.(…)Dan voorkomt u overdracht naar ons incassobureau en melding bij BKR.
U heeft meerdere maandbedragen niet betaald. De achterstand is EUR 0,00.(…)Voorkom melding bij Bureau Krediet Registratie (BKR).Wij melden uw achterstand bij Bureau Krediet Registratie (BKR). ABN AMRO is verplicht om een achterstand die langer dan 90 dagen duurt te melden. Deze melding kan moeilijkheden geven als u in de toekomst een ander krediet wilt afsluiten. Hoe kunt u dit voorkomen? Door de achterstand te betalen voor 19 oktober 2015.
Uw achterstand bedraagt EUR 755,96.
Wij attenderen u erop dat het saldo van bovengenoemde overeenkomst op dit moment EUR 10.242,78 bedraagt, exclusief de contractuele rentevergoeding.Wij sommeren u het genoemde bedrag binnen 7 dagen na dagtekening van deze brief aan ons te voldoen.
Wij bevestigen hiermee de aflossingsregeling (…)U zult in de periode van 30-11-2015 tot en met 30-10-2016 een bedrag van minimaal EUR 300,000 per maand betalen. De eerste betaling dient derhalve uiterlijk 30-11-2015 te zijn bijgeschreven (…).
1. ABN Amro op straffe van dwangsommen te veroordelen tot het verwijderen van de BKR-registraties;
2. ABN Amro te veroordelen tot betaling van € 4.000,- als voorschot op de vergoeding van de schade die [eiseres sub 1] en [eiser sub 2] lijden als gevolg van het onrechtmatig handelen van ABN Amro;
3. ABN Amro te veroordelen in de kosten van dit geding en in de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
€ 300,- per maand voortgezet. Toen Lindorff de brief van 15 januari 2018 stuurde was [eiseres sub 1] met vakantie. Op 7 februari 2018 heeft zij € 600,- extra overgeboekt (zie 2.22).
Nadat [eiseres sub 1] en [eiser sub 2] op 7 mei 2018 hun droomwoning hadden gekocht, ontvingen zij het bericht dat hun hypotheekaanvraag werd afgewezen vanwege de BKR-registratie. Tot verbazing van [eiseres sub 1] bleek deze registratie betrekking te hebben op het flexibel krediet van ABN Amro. Nog diezelfde dag heeft zij de volledige vordering voldaan. Aan verzoeken om de BKR-registratie te verwijderen werd niet voldaan. Het lukte derhalve ook bij andere banken niet om een hypotheek te verkrijgen. [eiseres sub 1] en [eiser sub 2] zijn vervolgens met de verkoper van de woning in gesprek gegaan en zij huren de woning thans voor één jaar, onder de voorwaarde dat zij de woning alsnog binnen dat jaar afnemen. Indien zij hierin niet slagen, zijn zij € 10.000,- verschuldigd aan de verkoper. Zij huren de woning voor € 1.500,- per maand. Hiervan wordt € 500,- per maand verrekend met de koopprijs. Indien [eiseres sub 1] en [eiser sub 2] de woning niet afnemen zijn zij ook dit bedrag kwijt. Al met al maakt dit dat [eiseres sub 1] en [eiser sub 2] een groot en spoedeisend belang hebben bij hun vordering. Dit spoedeisend belang is er ook in gelegen dat zij vóór 31 december 2018 een nieuwe hypotheek moeten afsluiten omdat zij anders het aflossingsvrije gedeelte van de hypotheek van de voormalige woning van [eiser sub 2] niet mogen meenemen. Dit zou leiden tot aanzienlijk hogere maandlasten.
Ter onderbouwing van hun vordering voeren [eiseres sub 1] en [eiser sub 2] aan dat [eiseres sub 1] slechts één keer (bij brief van 3 september 2015, zie 2.8, welke brief zij pas in november 2015 ontving) is gewaarschuwd voor een BKR-registratie, overigens zonder duidelijk te vermelden wat de consequenties hiervan zijn. In de brief van 6 oktober 2015 (zie 2.12) stond nota bene dat de achterstand € 0,00 bedroeg. Op grond van artikel 25.3 van het reglement van het BKR diende [eiseres sub 1] tijdig te worden gewaarschuwd voor de registratie en diende zij gewezen te worden op de consequenties. Op grond van artikel 12 van de Algemene Voorwaarden Flexibel Krediet mag pas melding gemaakt worden bij het BKR van een achterstand van meer dan 90 dagen. In dit geval is de eerste achterstand van 1 augustus 2015 en die achterstand is binnen de 90 dagen, namelijk reeds op 19 oktober 2015 gemeld. De eerste melding is dan ook ten onrechte gedaan. Over de 1 codering op 17 november 2015 is [eiseres sub 1] in het geheel niet ingelicht. Hetzelfde geldt voor de 2 codering op 30 maart 2017. Dit is in strijd met de zorgplicht van ABN Amro. Ook hebben ABN Amro en Lindorff [eiseres sub 1] er nooit op gewezen dat zij de gehele schuld kon aflossen om zodoende (eerder) van de BKR-registratie af te komen.
Mochten de BKR-registraties – ondanks het bovenstaande – terecht zijn gedaan, dan verwijzen [eiseres sub 1] en [eiser sub 2] naar het arrest van de Hoge Raad van 9 september 2011 (ECLI:NL:HR:2011:BQ8097). Op grond hiervan dienen – kort gezegd – alle belangen te worden afgewogen en dient de BKR-registratie te worden getoetst aan de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit. De belangen moeten worden afgewogen op het moment van het verzoek tot verwijdering. Het inkomen van [eiseres sub 1] en [eiser sub 2] zal in 2018 ongeveer € 250.000,- bedragen. Op basis van alleen het inkomen van [eiser sub 2] is financiering van de woning geen probleem. In dit geval is bescherming van de consument tegen overkreditering dan ook niet aan de orde. Gezien de hoogte van het inkomen is bescherming van andere kredietverleners tegen onnodige risico’s evenmin aan de orde. Het is niet in verhouding dat [eiseres sub 1] en [eiser sub 2] vanwege een aantal achterstanden (die op zijn hoogst
€ 755,96 bedroeg in oktober 2015) en die steeds binnen enkele maanden zijn ingelopen geen financiering kunnen krijgen, terwijl zij thans over zo’n hoog inkomen beschikken.
De vordering tot schadevergoeding is erop gebaseerd dat [eiseres sub 1] en [eiser sub 2] thans
€ 1.000,- per maand huurlasten hebben.
4.De beoordeling
€ 0,- bedroeg op een misverstand berustte.
4.6. De conclusie tot zover is dat de BKR-registraties indertijd door ABN Amro terecht en overeenkomstig het Reglement zijn gedaan.