Op 16 november 2018 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van diefstal van levensmiddelen en cosmetica ter waarde van 189,18 euro, gepleegd op 6 augustus 2018. De verdachte, een 35-jarige man met een lange strafblad, had eerder al twee keer de ISD-maatregel opgelegd gekregen. Tijdens de zitting heeft de officier van justitie, mr. K. Hara, de eis gedaan om de ISD-maatregel voor de duur van één jaar op te leggen, zonder aftrek van voorarrest. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. R.C. Fransen, steunde deze eis en benadrukte de noodzaak van behandeling voor de verdachte.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte voldoet aan de criteria voor de ISD-maatregel, gezien zijn recidive en de ernst van de feiten. De rechtbank heeft het rapport van de reclassering, opgesteld door S. van Niekerken, in overweging genomen, waarin werd gesteld dat de verdachte een hardnekkige verslaving heeft en dat een stevig kader noodzakelijk is voor zijn behandeling. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van de maatschappij in het geding is en dat de verdachte een hoog recidiverisico heeft.
De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan diefstal en heeft de ISD-maatregel opgelegd voor de duur van één jaar. Tevens is de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk strafdeel afgewezen, omdat de ISD-maatregel al was opgelegd. De rechtbank heeft aanvullende voorwaarden gesteld aan de behandeling van de verdachte na de ISD-maatregel, waaronder verplichting tot deelname aan een behandelprogramma en verblijf in een instelling voor begeleid wonen.