Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het proces-verbaal van comparitie van 12 april 2018,
- de conclusie van repliek,
- de conclusie van dupliek.
2.De feiten
‘on behalf of [naam bedrijf 4] , members of [bedrijf 5] ’.Onder de tekst “Accepted for and on behalf of the Obligor” is getekend door twee niet bij naam vermelde personen.
“ [naam 2] , van [eiseres] , Rb) just wanted to check that we had all necessary info for our credit application. He will send us a very last update on the state of their negotiation for the vacant space and we’ll include the info in our LTH”
3.Het geschil
[gedaagde] was al gedurende jaren bij de vastgoedportefeuille van [eiseres] betrokken. De contacten over de herfinanciering waar het in dit geding om gaat begonnen al in 2014. Op 7 november heeft [eiseres] aan [gedaagde] een indicatieve Term Sheet gestuurd inzake de beoogde financiering, die gevolgd werd door een tegenvoorstel van [gedaagde] op 19 november 2014. In 2015 vonden ontwikkelingen plaats zoals het afhaken van een andere financier, die hebben geresulteerd in verder onderhandelingen begin 2016. Deze hebben geleid tot de Term Sheet van 7 maart 2016. [gedaagde] wist dat de deadline voor het afronden van de herfinanciering 1 september 2016 was.
stelt dat het [gedaagde] niet vrij stond met een beroep op de in de Term Sheet gemaakte voorbehouden van de overeenkomst af te zien. Het ging om een eersteklas vastgoedportefeuille. Er was geen nieuwe informatie die het afbreken van de onderhandelingen kon rechtvaardigen. Afbreking van de onderhandelingen was voor [eiseres] zeer nadelig en [gedaagde] wist dat. [gedaagde] had een ‘drop dead fee’ bedongen, die door [eiseres] was geaccepteerd omdat de financiering behoudens het uitwerken van de benodigde documentatie in kannen en kruiken leek. Medewerkers van [gedaagde] bezwoeren [eiseres] steeds dat het verkrijgen van de benodigde goedkeuringen slechts een formaliteit was. De opgegeven redenen waren niet valide. [gedaagde] had de onderhandelingen wel mogen afbreken als over de leningsdocumentatie geen overeenstemming zou zijn bereikt of als bij de due dilligence nieuwe informatie zou zijn boven gekomen. Maar het stond [gedaagde] niet vrij met een beroep op het voorbehoud de onderhandelingen af te breken louter op grond van feiten en omstandigheden die voorafgaand aan het starten van de onderhandelingen allemaal al bekend waren. [gedaagde] moet worden gezien als een afdeling van [bedrijf 5] en niet als een soort hypotheekbemiddelaar. [gedaagde] is volgens [eiseres] schadeplichtig omdat zij op onrechtmatige wijze de onderhandelingen heeft afgebroken.
on behalf of [naam bedrijf 4] , members of [bedrijf 5] ”. In de Term Sheet is nadrukkelijk als voorbehoud opgenomen
“subject to final approval of the relevant committees of the Lenders”.Hierop is ook in het onder 2.3 aangehaalde e-mailbericht al gewezen. Bij omvangrijke financieringstransacties is gangbaar dat de voorgenomen transactie de goedkeuring behoeft van een onafhankelijke kredietcommissie.
4.De beoordeling
“subject to final approval of the relevant committees of the Lenders”. Uit de rechtspraak kan worden afgeleid dat een dergelijk voorbehoud er in de regel toe leidt dat bij de wederpartij niet het vertrouwen kan ontstaan dat een overeenkomst tot stand zal komen, zolang geen ‘approval’ verkregen is (zie o.a. zie HR 24 november 1995, NJ 1996/162 ( [naam partijen 2] ). De vraag is of er in dit geval omstandigheden zijn die tot een ander oordeel kunnen leiden.
Dat de drop dead fee het onderhandelen met andere partijen in de weg zou hebben gestaan, zoals [eiseres] ook heeft gesteld, is uit die bepaling niet af te leiden. De drop dead fee zou immers slechts verschuldigd zijn als [gedaagde] wel tot het sluiten van de overeenkomst bereid zou zijn, maar [eiseres] daarvan af zou zien. In ieder geval kan het bedingen van de drop dead fee niet hebben bijgedragen aan door [gedaagde] gewekt vertrouwen dat een overeenkomst tot stand zou komen.
Zoals onder 4.3 hiervoor is vastgesteld, wisten de kredietcommissies die de ‘approval’ moesten geven, niet al ten tijde van de Term Sheet alles wat er te weten was over de te financieren portefeuille van [eiseres] . De stelling van [eiseres] , dat de onderhandelingen zijn afgebroken louter op grond van feiten en omstandigheden die voorafgaand aan het starten van de onderhandelingen al bekend waren, is dus feitelijk niet juist. Dat de kredietcommissies niet van het verloop van de onderhandelingen op de hoogte werden gehouden en pas na afronding daarvan met het resultaat werden geconfronteerd, is eigen aan de door [gedaagde] geschetste werkwijze. Een gebrekkige besluitvormingsprocedure is hierin niet te ontdekken. Het staat [gedaagde] vrij haar besluitvormingsprocedure zo in te richten als zij heeft gedaan en de daarbij passende voorbehouden te maken. Bovendien heeft [gedaagde] onbestreden aangevoerd dat dit gangbare praktijk is.
Dat betekent dat niet behoeft te worden ingegaan op de vraag of de redenen die zijn opgegeven om de onderhandelingen af te breken valide waren, nu immers als een onderhandelende partij vrij is de onderhandelingen af te breken, daarvoor geen redenen behoeven te worden opgegeven.
1.629,00(3,0 punten × tarief € 543,00)