Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het verzoekschrift, binnengekomen ter griffie op 26 april 2018, met producties,
- de beschikking van 19 juli 2018 waarbij een mondelinge behandeling is bepaald en
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 5 november 2018 met de daarin genoemde stukken waaronder de verweerschriften van KLM en van de Politie.
2.De beoordeling
3.Het verzoek en de verweren
4.De beoordeling
Leent het verzoek zich voor behandeling in een deelgeschilprocedure?
http://www.stecr.nl/default.asp?page_id=195)op het moment dat zij werd doorverwezen naar het OCA de geldende norm was binnen de beroepsgroep en dat het handelen van de bedrijfsarts aan de hand daarvan moet worden beoordeeld. Ter comparitie heeft [naam 2] toegelicht dat de rugklachten van [verzoekster] al langer dan twaalf weken bestonden op het moment dat [verzoekster] naar het OCA ging en dat de diagnose ‘hernia’ geen contra-indicatie was voor de doorverwijzing zoals die is gegeven. Dat is niet betwist door [verzoekster] . Vorenstaande rechtvaardigt de conclusie dat [naam 2] heeft gehandeld binnen de grenzen van een adequate beroepsuitoefening. Dit verwijt gaat dus niet op.