ECLI:NL:RBAMS:2018:901

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
19 februari 2018
Publicatiedatum
19 februari 2018
Zaaknummer
13/728242--16
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van de voorlopige hechtenis van een Roemeense verdachte in een mensenhandelzaak met voorwaarden voor toezicht en meldplicht

Op 15 februari 2018 heeft de Rechtbank Amsterdam een verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis van een Roemeense verdachte behandeld. De verdachte, geboren in 1978 en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, was gedetineerd in een detentieplaats in Nederland. De rechtbank heeft het dossier en de pro forma behandeling van de strafzaak op 15 februari 2018 in overweging genomen. De rechtbank oordeelde dat er termen aanwezig waren om de voorlopige hechtenis te schorsen, onder bepaalde voorwaarden die de verdachte bereid was na te leven.

De rechtbank heeft een aantal voorwaarden gesteld aan de schorsing van de voorlopige hechtenis. De verdachte moet zich houden aan de tenuitvoerlegging van het bevel tot voorlopige hechtenis, zich melden bij justitie of politie, en mag zich gedurende de schorsing niet aan strafbare feiten schuldig maken. Daarnaast moet de verdachte binnen drie dagen na de schorsing Nederland verlaten en terugkeren naar zijn land van herkomst, waar toezicht op de schorsingsvoorwaarden zal worden gehouden. De verdachte mag zijn land van herkomst niet verlaten, behalve om gevolg te geven aan een oproeping van justitie of politie in Nederland.

Verder zijn er specifieke meldverplichtingen opgelegd, waaronder wekelijkse meldingen bij de politie in zijn woonplaats in het land van herkomst. De verdachte mag geen contact onderhouden met een aantal genoemde personen en mag zich niet bemoeien met het werk van prostituees. De schorsing van de voorlopige hechtenis gaat in op het moment dat de erkenningsbeslissing van de tenuitvoerleggingsstaat door het Internationaal Rechtshulp Centrum Haarlem is ontvangen, en duurt tot het moment van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummer: 13/728242-16
BESLISSING
De rechtbank heeft kennis genomen van het ter terechtzitting gedane verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis van:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] ( [land van herkomst] ) op [geboortedag] 1978,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
adres in het buitenland: [adres] ( [land van herkomst] ) ,
gedetineerd in het [detentieplaats] .
De rechtbank heeft acht geslagen op het dossier, waaronder de stukken die op de voorlopige hechtenis van verdachte betrekking hebben. Voorts heeft zij de pro forma behandeling van de strafzaak tegen verdachte ter terechtzitting van 15 februari 2018 in aanmerking genomen.
De rechtbank acht termen aanwezig de schorsing van de voorlopige hechtenis van voornoemde verdachte te bevelen, onder na te noemen voorwaarden, waarover verdachte heeft verklaard bereid te zijn die na te leven.

BESLISSING:

Beveelt de schorsing van de voorlopige hechtenis van verdachte
met ingang van het moment waarop de erkenningsbeslissing van de tenuitvoerleggingsstaat ( [land van herkomst] ) door het Internationaal Rechtshulp Centrum Haarlem is ontvangenen
tot het moment van de uitspraakonder de voorwaarden:
1. verdachte zal zich niet aan de tenuitvoerlegging van het bevel tot voorlopige hechtenis onttrekken, als het bevel tot schorsing wordt opgeheven;
2. indien verdachte wegens het feit waarvoor de voorlopige hechtenis is bevolen, tot een andere straf dan vervangende vrijheidsstraf wordt veroordeeld, zal verdachte zich aan de tenuitvoerlegging daarvan niet onttrekken;
3. verdachte zal aan iedere oproeping in deze zaak van de kant van justitie of politie gevolg geven;
4. verdachte zal zich gedurende de schorsing niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
5. verdachte zal verblijven op het adres: [adres] ( [land van herkomst] ) ;
6. verdachte zal
binnen drie dagenvolgend op de inwerkingtreding van de schorsing van de voorlopige hechtenis Nederland verlaten en terugkeren naar [land van herkomst] , binnen welke lidstaat van de Europese Unie toezicht op de schorsingsvoorwaarden zal worden gehouden;
7. verdachte zal [land van herkomst] niet verlaten, anders dan om gevolg te geven aan een oproeping van justitie of politie in Nederland;
8. verdachte zal zich
binnen vijf dagenvolgend op de inwerkingtreding van de schorsing van de voorlopige hechtenis voor de eerste keer melden bij het, nader door de officier van justitie te bepalen, bureau van politie in zijn woonplaats in [land van herkomst] ;
9. verdachte zal zich vervolgens eenmaal per week melden op voornoemd bureau van politie; de specifieke dagen en tijdstippen waarop hij zich moet melden dienen te worden afgestemd met de officier van justitie en de politie op voornoemd politiebureau;
10. verdachte zal op geen enkele wijze (middellijk of onmiddellijk) contact onderhouden met [persoon 1] , [persoon 2] , [persoon 3] , [persoon 4] , [persoon 5] , [persoon 6] , [persoon 7] en [persoon 8] ;
11. verdachte zal op geen enkele wijze bemoeienis hebben met het werk van prostituees, dus ook geen geld of goederen daaruit ontvangen.
Deze beslissing is genomen op 15 februari 2018 door:
mr. E.M.M. Gabel, voorzitter,
mrs. A.K. Glerum en I. Verstraeten-Jochemsen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.C. Lieberwirth, griffier.