ECLI:NL:RBAMS:2018:977
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening gebiedsverbod in verband met schietincident
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 21 februari 2018 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in verband met een gebiedsverbod dat door de burgemeester van Amsterdam aan de verzoeker was opgelegd. Het gebiedsverbod, dat op 2 februari 2018 was ingegaan en zou duren tot 27 april 2018, was ingesteld naar aanleiding van een schietincident op 26 januari 2018 in een buurthuis in Amsterdam, waarbij de verzoeker zwaargewond raakte en een ander slachtoffer om het leven kwam. De burgemeester had het gebiedsverbod opgelegd om de openbare orde te handhaven en verdere verstoring te voorkomen, gezien de dreiging op het leven van de verzoeker.
De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. I.R. Rigter, heeft bezwaar gemaakt tegen het gebiedsverbod en verzocht om schorsing ervan totdat op het bezwaar was beslist. De burgemeester, vertegenwoordigd door mr. R. Nomden en H. Krans, heeft de noodzaak van het gebiedsverbod verdedigd, waarbij hij stelde dat het noodzakelijk was om de openbare orde te waarborgen en verdere incidenten te voorkomen. De voorzieningenrechter heeft de belangen van beide partijen afgewogen en geconcludeerd dat de burgemeester voldoende gemotiveerd had dat het gebiedsverbod noodzakelijk was, gezien de ernst van de situatie en de dreiging die nog steeds bestond.
De voorzieningenrechter heeft uiteindelijk het verzoek om schorsing van het gebiedsverbod afgewezen, met de overweging dat de burgemeester zijn beslissing voldoende had onderbouwd en dat er geen alternatieven waren om de openbare orde te herstellen. De voorzieningenrechter heeft ook opgemerkt dat de burgemeester zijn beslissing regelmatig zou herzien op basis van de ontwikkelingen in de situatie. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.