Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek op de zitting
2.Tenlastelegging
3.Waardering van het bewijs
4.Bewezenverklaring
5.Het bewijs
6.Strafbaarheid van de feiten
7.Strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straf
9.Ten aanzien van de vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvan
4 (vier) weken.
2 (twee) wekenvan deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
2 (twee) jaarvast.
[persoon 1]gedeeltelijk toe tot een bedrag van
€ 1738,98 (zeventienhonderdachtendertig euro en achtennegentig eurocent), bestaande uit € 1588,98 materiële schade en € 150,- immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten 19 augustus 2018, tot aan de dag van de algehele voldoening.
[persoon 1] , 1738,98 (zeventienhonderdachtendertig euro en achtennegentig eurocent)aan de Staat te betalen, bestaande uit € 1588,98 materiële schade en € 150,- immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten 19 augustus 2018, tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van
34 (vierendertig) dagen, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.