ECLI:NL:RBAMS:2019:10096

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
13 november 2019
Publicatiedatum
14 februari 2020
Zaaknummer
C/13/664085 / FA RK 19-1909
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van adoptieverzoek van meerderjarig kind met emotioneel belang en identiteitsontwikkeling

Op 13 november 2019 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een adoptiezaak waarbij verzoeker, bijgestaan door zijn advocaat mr. E.E. Sprenkeling, verzocht om de adoptie van [belanghebbende 1], die op dat moment meerderjarig was. De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder het verzoek dat op 25 maart 2019 was ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 17 oktober 2019 waren verzoeker, [belanghebbende 1] en de moeder aanwezig, terwijl de man had aangegeven niet aanwezig te zijn maar wel in te stemmen met het verzoek.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder en de man ooit gehuwd zijn geweest en dat [belanghebbende 1] in dat huwelijk is geboren. Verzoeker en de moeder zijn sinds 27 december 1995 met elkaar gehuwd en wonen samen met [belanghebbende 1]. De rechtbank heeft de bevoegdheid om het verzoek te behandelen, aangezien verzoeker en [belanghebbende 1] hun gewone verblijfplaats in [woonplaats] hebben.

De rechtbank heeft overwogen dat, hoewel [belanghebbende 1] op het moment van het verzoek meerderjarig was, er bijzondere omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat de adoptie wordt uitgesproken. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het ontbreken van de mogelijkheid tot adoptie een ongeoorloofde inmenging in het gezins- en familieleven van verzoeker en [belanghebbende 1] zou zijn, zoals bedoeld in artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De rechtbank heeft daarom het verzoek tot adoptie toegewezen, met als doel de juridische bevestiging van de bestaande emotionele band tussen verzoeker en [belanghebbende 1].

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rekestnummer: C/13/664085 / FA RK 19-1909 (LH TJ)
Beschikking van 13 november 2019 betreffende adoptie
in de zaak van:
[verzoeker] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen verzoeker,
advocaat mr. E.E. Sprenkeling te Amsterdam.
Als belanghebbenden zijn aangemerkt:

1.[belanghebbende 1] ,wonende te [woonplaats] ,hierna te noemen [belanghebbende 1] ,

2.[belanghebbende 2] ,

Wonende te [woonplaats] ,
Hierna te noemen de moeder,

3.[belanghebbende 3] ,

wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de man.

1.De procedure

1.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder het op 25 maart 2019 ingekomen verzoek, met bijlagen.
1.2.
De zaak is behandeld tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren van 17 oktober 2019. Verschenen zijn:
  • verzoeker, bijgestaan door zijn advocaat;
  • [belanghebbende 1] in persoon;
  • de moeder in persoon.
1.3.
De man heeft de rechtbank voorafgaand aan de mondelinge behandeling bericht niet aanwezig te zullen zijn en dat hij instemt met het verzoek.

2.De feiten

2.1.
De moeder en de man zijn met elkaar gehuwd geweest. Binnen dit huwelijk is geboren:
[belanghebbende 1] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1990.
2.2.
Op 27 december 1995 zijn verzoeker en de moeder met elkaar gehuwd.
2.3.
Bij Koninklijk Besluit van 2 mei 1995 is de geslachtsnaam van [belanghebbende 1] gewijzigd in
[naamswijziging].
2.4.
Verzoeker, de moeder en [belanghebbende 1] wonen in gezinsverband samen.
2.5.
Betrokkenen hebben allen de Nederlandse nationaliteit.

3.Het verzoek

3.1.
Verzocht wordt de adoptie uit te spreken door verzoeker van [belanghebbende 1] , kosten rechtens.

4.De beoordeling

4.1.
Aangezien verzoeker en [belanghebbende 1] hun gewone verblijfplaats in [woonplaats] hebben, is deze rechtbank bevoegd kennis te nemen van het verzoek.
4.2.
Het betreft hier een Nederlandse stiefouderadoptie. Derhalve is het bepaalde in de artikelen 1:227, lid 2 en 1:228 van het Burgerlijk Wetboek (BW) van toepassing.
4.3.
Ingevolge artikel 1:228, lid 1 sub a BW is een voorwaarde voor adoptie onder meer dat het kind op de dag van het verzoek minderjarig was. Vast staat dat [belanghebbende 1] ten tijde van indiening van het inleidend verzoekschrift op 25 maart 2019 (ruimschoots) meerderjarig was, zodat niet is voldaan aan voornoemde voorwaarde.
4.4.
Verzoeker heeft in dit geval gesteld dat sprake is van bijzondere omstandigheden die rechtvaardigen dat de adoptie, ondanks de meerderjarigheid van [belanghebbende 1] , wordt uitgesproken.
4.5.
De rechtbank dient vervolgens te beoordelen of het ontbreken van de mogelijkheid tot adoptie in dit geval een ongeoorloofde inmenging in het gezins- of familieleven van verzoeker en [belanghebbende 1] betreft als bedoeld in artikel 8 EVRM en dat dit ertoe dient te leiden dat aan de voorwaarde van artikel 1:228 lid 1 sub a BW voorbij dient te worden gegaan.
4.6.
De rechtbank overweegt als volgt. Verzoeker heeft vanaf de geboorte van [belanghebbende 1] in gezinsverband met hem en de moeder samengeleefd. Op circa vijfjarige leeftijd is de geslachtsnaam van [belanghebbende 1] gewijzigd in de naam van verzoeker. Verzoeker heeft gesteld dat hij in het verleden de band tussen [belanghebbende 1] en zijn biologische vader niet heeft willen verbreken door een verzoek tot adoptie in te dienen. Hij wilde hiermee wachten totdat [belanghebbende 1] zelf de gevolgen daarvan kon overzien. Door omstandigheden heeft [belanghebbende 1] pas drie jaar geleden vernomen dat verzoeker niet zijn biologische en juridische vader is. De man heeft nimmer een ouderrol op zich genomen. [belanghebbende 1] heeft verzoeker dan ook altijd als zijn vader beschouwd.
4.7.
Naar het oordeel van de rechtbank is het voor zowel verzoeker als [belanghebbende 1] en zijn moeder emotioneel van groot belang dat tussen verzoeker en [belanghebbende 1] alsnog een familierechtelijke betrekking tot stand komt, zodat de tussen hen bestaande band ook juridisch wordt bevestigd. Dit zal bijdragen aan de identiteitsontwikkeling van [belanghebbende 1] , omdat hij bijna zijn gehele leven het beeld heeft gehad dat verzoeker zijn vader was en dit beeld na adoptie weer overeenkomt met de werkelijkheid. Ook zal [belanghebbende 1] zich door de adoptie een volwaardig lid van het gezin met verzoeker, zijn moeder en zijn (half)broer [betrokkene] voelen.
4.8.
Gelet op bovenstaande omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat het ontbreken van de mogelijkheid tot adoptie in dit geval een ongeoorloofde inmenging in het gezins- en familieleven van verzoeker en [belanghebbende 1] betreft. Dit brengt mee dat de rechtbank het verzoek tot adoptie door verzoeker van [belanghebbende 1] zal toewijzen, zodat als na te melden wordt beslist.

5.De beslissing

De rechtbank:
- spreekt uit de adoptie door [verzoeker] van:
[belanghebbende 1] ,
geboren te Amstelveen op [geboortedatum] 1990;
- gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente] een latere vermelding van de adoptie aan de daarvoor in aanmerking komende akten toe te voegen;
- bepaalt dat elk der partijen de eigen proceskosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. L. van der Heijden, kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van T. Jelierse, griffier, op 13 november 2019. [1]

Voetnoten

1.Voor zover tegen de beschikking hoger beroep openstaat kan dit via een advocaat worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam (IJdok 20 / Postbus 1312, 1000 BH).