ECLI:NL:RBAMS:2019:10334
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot medewerking huurder voor geluidsisolatie van houten vloer afgewezen
In deze zaak vorderde Rock Projects B.V. van de huurder, aangeduid als [gedaagde], medewerking tot het leggen van een vloerbedekking met isolatiemateriaal in verband met geluidsoverlast die door de benedenburen werd ervaren. De huurder had de woning gehuurd van de rechtsvoorgangster van Rock Projects en had geen vloerbedekking op de houten vloer gelegd. Rock Projects had het pand in 2017 verworven en verbouwd, wat leidde tot klachten van de huurders van de benedenwoning over geluidsoverlast. Tijdens de mondelinge behandeling op 10 juli 2019 werd duidelijk dat de huurder bereid was om in de slaapkamer vloerbedekking te leggen, maar niet om de houten vloer te isoleren. Geluidsmetingen uitgevoerd door Raadgevend Bureau Metz toonden aan dat er substantiële tekortkomingen waren in de geluidsisolatie. De kantonrechter oordeelde dat de vordering van Rock Projects niet kon worden toegewezen, omdat niet voldoende was aangetoond dat de huurder verantwoordelijk was voor de geluidsoverlast. De rechter concludeerde dat de verslechtering van de geluidsisolatie vooral te wijten was aan de verbouwing van de benedenwoning door Rock Projects zelf. De vordering werd afgewezen en Rock Projects werd veroordeeld in de proceskosten.