Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
Partijen is die beslissing op 30 januari 2019 per e-mail meegedeeld.
Alle partijen hebben producties in het geding gebracht en hun standpunten toegelicht aan de hand van pleitnota’s. Na verder debat hebben zij verzocht vonnis te wijzen.
2.De feiten
3.10 Tegenstrijdigheden
- In de Nota van inlichtingen d.d. 31 mei 2018 behorende bij de Selectieleidraad is vermeld dat bij deze aanbesteding een plafondprijs wordt gehanteerd.
- In de Nota van Inlichtingen d.d. 07 september 2018 behorende bij de Gunningsleidraad is vermeld dat bij deze aanbesteding een plafondprijs wordt gehanteerd. Hierbij is het bedrag vermeld € 26.300.000,-.
- In de Nota van Inlichtingen d.d. 26 september 2018 behorende bij de Gunningsleidraad zijn onder vraag 8 enkele deelvragen beantwoord over de plafondprijs.
- In de Nota van Inlichtingen d.d. 6 november 2018 behorende bij de Gunningsleidraad is naar aanleiding van gestelde vragen en verstrekte antwoorden de plafondprijs verhoogd tot € 26.550.000,-.
3.Het geschil
4.De beoordeling
De vordering van [eiseres]
Jur. 2004, p. I–3801). Dat geldt te meer als het gaat om een eis waarvan de niet naleving uitsluiting tot gevolg heeft, zoals hier het geval is. Deze verplichting vloeit voort uit het transparantiebeginsel, en beoogt te waarborgen dat alle inschrijvers gelijk worden behandeld.
De term ‘plafondbedrag’ is inderdaad dermate onheilspellend dat een normaal oplettende inschrijver zich ook zonder nadere toelichting in de aanbestedingsstukken zou moeten afvragen wat de gevolgen zouden kunnen zijn van overschrijding daarvan. Dat heeft [eiseres] kennelijk ook gedaan, waarna zij de Gemeente heeft gevraagd naar de rechtsgevolgen, indien zij voor een hoger bedrag zou inschrijven. Daarop heeft de Gemeente geantwoord, kort gezegd, dat het antwoord op de derde vraag afhankelijk is van meerdere factoren en de vraag in die zin niet eenduidig te beantwoorden is.
980,00